‘Van tankbier krijg je minder snel een kater’ Het Nieuwsblad

Twee Tieltse jongerencafés lieten onlangs tanks van 1000 liter bier installeren, zo lezen we op de regionale pagina’s van Het Nieuwsblad. Volgens Michiel Sabbe, de uitbater van een van die cafés, heeft tankbier nogal wat voordelen: het personeel hoeft niet met vaten te sleuren en er gaat minder bier verloren. Ook de stamgasten winnen erbij, want het bier is lekkerder én je krijgt er minder snel een kater van. Hoe dat komt, volgens Sabbe? ‘Aan een vat wordt extra CO2 toegevoegd om het bier uit het vat te krijgen, terwijl het bier in een tank in een soort zak zit die tijdens het tappen platgedrukt wordt.’ Dat zorgt voor minder CO2 in het bier, waardoor je volgens de horecabaas minder snel een kater zou krijgen.

We leggen de uitspraak voor aan professor toxicologie en farmacologie Jan Tytgat (KU Leuven). ‘Ik vrees dat we hier te maken hebben met een marketingfabeltje. Die claim is nergens op gebaseerd’, reageert hij aan de telefoon.

‘Pils heeft een alcoholgehalte van 5,2 procent. Dat is niet anders bij tankbier. Drink je hetzelfde volume tankbier als vatbier of flesbier, dan is de kans op een kater precies even groot. Het is nu eenmaal de hoeveelheid alcohol die maakt dat je een kater krijgt of niet’, legt Tytgat uit. ‘Wanneer je alcohol in het bloed hebt, moet de lever die afbreken. Om dat te doen, maakt de lever aceetaldehyde aan. Het zijn de grote hoeveelheden van die molecule die verantwoordelijk zijn voor de typische katersymptomen zoals misselijkheid en hoofdpijn.’

‘De invloed van CO2 op de alcoholopname is grondig onderzocht’, weet Tytgat. ‘Uit studies is onder meer gebleken dat de alcohol iets sneller in het bloed wordt opgenomen wanneer je dranken met meer CO2 gebruikt, zoals cava of champagne, dan wanneer je niet-sprankelende wijn drinkt. Maar de verschillen zijn te klein om een meetbaar effect op katers te hebben.’

‘Dat tankbier lekkerder is, is niet gelogen’, reageert Kevin Verstrepen, professor microbiologie gespecialiseerd in gistgenetica (KU Leuven en VIB). ‘Dat komt omdat het, anders dan vaten- en flesbier, niet gepasteuriseerd wordt. Door pasteurisatie kan bier wat aan frisheid inboeten. Misschien ga je dus meer tankbier drinken omdat het lekkerder is, en dan wordt de kans op een kater net groter. (lacht) Want het is inderdaad de hoeveelheid alcohol in je bloed die maakt of je al dan niet met een kater opstaat.’

Ook professor Verstrepen benadrukt dat het CO2-gehalte van een alcoholisch drankje daarbij geen rol speelt. ‘En het is niet zo dat tankbier helemaal geen CO2 bevat, hooguit zit er een beetje minder CO2 in. Anders zou het bier niet schuimen en volledig “plat” zijn.’ Of je een kater krijgt, hangt volgens Verstrepen ook af van individuele verschillen. ‘Sommige mensen breken sneller alcohol af dan andere. Alcohol afbreken kun je ook ’trainen’, zegt Verstrepen. ‘Al gebruik ik dat woord liever niet in die context omdat het een te positieve connotatie heeft. Als je regelmatig drinkt, worden de genen die instaan voor de afbraak van alcohol actiever en gaan ze sneller werken. Maar ik zou dat in geen geval aanraden, omdat het ook wil zeggen dat je verslaafd raakt. Tot spijt van wie het benijdt: maat houden blijft de enige manier om een kater te voorkomen.’

CONCLUSIE

Aan tankbier hou je minder snel een kater over, omdat het minder CO2 bevat dan bier van het vat, zegt een cafébaas in Het Nieuwsblad. Dat klopt niet. De kans op een kater wordt bepaald door de hoeveelheid alcohol in het bloed, niet door het CO2-gehalte. We beoordelen de claim daarom als onwaar.

? Op Knack.be/Factchecker vindt u links naar de onderzoeken en andere bronnen die voor dit artikel zijn gebruikt.

? Krasse uitspraak, straf cijfer of dito feit in de actualiteit gezien? Stuur uw vraag met exacte bronvermelding van het citaat naar factchecker@knack.be

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content