Hannes Cattebeke
Hannes Cattebeke Freelance journalist voor onder meer Knack

Na meer dan tien jaar laat Johan Vande Lanotte zijn kabinetschef los. Hoezeer Jannie Haek ook hield van het machtsspel achter de schermen, zelfs daarop raakte hij wat uitgekeken. Haek is de nieuwe kapitein van de NMBS Holding. Zijn voogdijminister kent hij al.

Het federale vice-premierschap van de SP en later de SP.A kent sinds 1995 maar één constante: kabinetschef Jannie Haek, geboren in Torhout in 1965 en begin jaren ’90 weggeplukt bij de Financiële Inspectie om bij minister van Binnenlandse Zaken Louis Tobback adjunct-kabinetschef te worden. Toen Tobbacks vroegere kabinetschef, Johan Vande Lanotte, enkele jaren later zelf minister werd, groeide Haek uit tot zijn rechterhand. Hij bleef het volgende decennium op post, ook wanneer Vande Lanotte na de ontsnapping van Marc Dutroux voor een jaar terugtrad.

Al die tijd vreet Haek dossiers, zit hij mee aan de onderhandelingstafel bij de vorming van nieuwe regeringen en heeft hij zijn zetel bij enkele grote overheidsbedrijven. Dat zijn minister sinds 1999 bevoegd is voor de federale begroting, breidt zijn reikwijdte nog aanzienlijk uit. Haek is dan al jaren de mister budget van de Vlaamse socialisten en vanaf dat moment moeten de dossiers van de andere ministers eveneens langs zijn bureau passeren.

Maar ook binnen de SP.A heeft Haek een dikke vinger in de pap. Samen met zijn collega Geert Mareels in de Vlaamse regering, trok hij eind jaren ’90 op slinkse wijze de partijbenoemingen naar zich toe. Voortaan bepaalden de kabinetschefs van de vice-premier en de vice-minister-president wie er werd afgevaardigd als regeringscommissaris bij de overheidsbedrijven en wie er op het kabinet kwam werken. Hoe stevig Haek wel op die troon zat, ondervond Patrick Janssens bij zijn inspanningen om de benoemingen opnieuw onder het monopolie van de partijvoorzitter te brengen. Veel was daar de laatste jaren niet aan veranderd. In De Standaard liet Haek ooit het volgende optekenen. ‘Stevaert kan wel kandidaten suggereren, maar hij heeft er geen probleem mee dat ik beslis. Altijd zal hij zijn aanbevelingsbrieven eindigen met: ‘Uiteraard moet het passen binnen jouw structuur’.’ Haek voegt er nog aan toe wat hij daarover dacht: ‘Steve, in deze zal ik doen zoals jij de partij bestuurt.’

Zijn geslepenheid speelde Haek vooral uit tijdens de talloze onderhandelingen. Er doen verhalen de ronde van een uiterlijk onbewogen kabinets-chef die nauwelijks antwoordend op de vragen naar het plafond zat te staren, maar die voor zichzelf allang had uitgemaakt welke kant het dossier uit moest. Vice-gouverneur van de Nationale Bank Luc Coene, die als vroegere kabinetschef van premier Guy Verhofstadt (VLD) vaak met hem aan tafel heeft gezeten, getuigt dat Haek die mysterieuze houding bewust cultiveerde. ‘Vermoedelijk omdat hij daarmee dacht in een voordelige positie te zitten tijdens de onderhandelingen. Bij ons pakte dat al lang niet meer. Wij wisten dat het gespeeld was. Maar tijdens vergaderingen in de werkgroepen lieten diegenen die hem niet zo goed kenden zich daardoor wel eens van hun stuk brengen.’

Anderzijds durfde Haek naar verluidt ook wel de volumeknop opendraaien. Zijn medewerkers op het kabinet blijven vriendelijk voor hun vroegere baas en bestempelen hem als een ‘uitgesproken iemand die heel snel weet hoe de vork in de steel zit en met-een zegt waar het op staat’. ‘Een bullebak’, zeggen anderen, ‘behalve voor wie zijn cynische humor weet te pruimen’.

Een staaltje van dat soort humor is de manier waarop Haek zijn nieuwe werkomgeving omschrijft. Hoewel de NMBS de afgelopen jaren vaak niet veel meer was dan een vat vol kommer en kwel, houdt Haek er de moed in. ‘De Belgische spoorwegen hebben nog steeds dat romantische, dat je in andere bedrijven niet zult terugvinden’, vindt hij. Toch drijft Haek het niet zover om de functie van gedelegeerd bestuurder als een droom te beschouwen. ‘Ik zie het eerder als een ongelofelijke eer dat de regering mij heeft gevraagd voor die functie.’

Haek beseft wel dat hij door zijn overstap aan macht heeft ingeboet en dat hij zich voortaan veel meer zal moeten verantwoorden tegenover alles en iedereen. ‘Maar we moeten onze zestien werkuren per dag toch op een uitdagende manier invullen.’ Weinig kans dat die uitspraak ingegeven wordt door een vorm van cynisme, meent Coene. ‘Volgens mij was hij echt op zoek naar een nieuwe uitdaging. Na vijf opeenvolgende jaren een begroting in evenwicht te hebben afgeleverd, was voor hem de lol er een beetje af. Vergelijk het met zesvoudig Tourwinnaar Lance Armstrong. Die twijfelt ook of hij nog eens zal deelnemen.’

Marmeren gang

De naam Jannie Haek deed al geruime tijd de ronde als mogelijke opvolger van Karel Vinck bij de NMBS Holding. Maar voor hetzelfde geld kon zijn partij hem ook naar een ander overheidsbedrijf hebben geparachuteerd. Vande Lanotte typeerde zijn kabinetschef enkele maanden geleden nog als ‘de meest genoemde man die nooit benoemd is’, doelend op de geruchtenstroom die Haek afwisselend onderbracht bij de NMBS, de Nationale Loterij, De Post, BIAC of de Nationale Bank. Een directeurszetel bij die laatste instelling zou Haeks persoonlijke interesse hebben weggedragen, temeer omdat de SP.A daar binnenkort een vervanger voor de afscheidnemende Jean-Pierre Pauwels mag benoemen. ‘Ach nee’, lacht Haek die bewering weg. ‘Alleen al de lange marmeren gang van de Nationale Bank is mij veel te steriel. Daar beweegt nooit iets.’

Binnen de nieuwe structuur van de NMBS waren de twee gedelegeerde bestuurders voor de spoorinfrastructuur, Luc Lallemand, en de vervoersmaatschappij, Marc Descheemaecker, al bekend. Haek heeft als gedelegeerd bestuurder van de holding de zware taak om de maatschappij niet nog dieper in de schulden te steken. Hij zal daarbij noch de regering, noch de vakbonden voor het hoofd mogen stoten. Van de ‘vruchtbare spanning’ (lees: de grote meningsverschillen) tussen zijn voorganger Karel Vinck en de voogdijmi-nister Vande Lanotte zal Haek wellicht iets minder last hebben. Maar zowel de spoorbonden als de politieke oppositie staan bijzonder kritisch tegenover de politieke achtergrond van de nieuwe NMBS-topman. Die laat weten dat hij zijn SP.A-petje mentaal heeft afgezet op het moment van zijn benoeming.

Dat Haek nooit eerder een groot bedrijf heeft geleid, is voor de sceptici een tweede reden om te twijfelen. Anderzijds is hij meer vertrouwd met de gang van zaken in overheidsbedrijven dan zijn voorganger, die gedurende de voorbije tweeënhalf jaar altijd is blijven klagen over hoe moeilijk hij het wel had binnen die beperkte speelruimte.

Of Haek zal slagen hangt in grote mate af van zijn relatie met de andere gedelegeerde bestuurders en de raad van bestuur. Sommigen zien in de afwezigheid van een echte hiërarchie de garantie dat het binnen het jaar afgelopen zal zijn, anderen stellen dat de nieuwe structuur een voorbeeld is dat in het buitenland met bewondering wordt gadegeslagen. Haek geniet bij zijn start het voordeel van de twijfel.

De benoeming van een partijbeest aan de top van de NMBS zet in elk geval definitief een punt achter het paars-groene voornemen om de overheidsbedrijven te depolitiseren. Uitgerekend op de post waarvoor in 1999 koste wat kost een politiek neutrale opvolger van CD&V’er Etienne Schouppe moest worden gevonden, zet de paarse regering nu de langst overgeblevene van haar superkabinetschefs uit ’99. De cirkel is rond. Johan Vande Lanotte, nooit een zo hevig voorstander geweest als de Copernicus-architecten Luc Van den Bossche (SP.A) en Guy Verhofstadt, strubbelde bij de voorstelling van de nieuwe spoorbaas zelfs niet meer tegen: ‘Vooral in Vlaanderen is het niet zo politiek correct om je kabinetschef te benoemen aan het hoofd van een overheidsbedrijf. Er is dus kans op nega- tieve reacties, maar ik heb daar in heel mijn politieke loopbaan nooit rekening mee gehouden. Ik heb me steeds afgevraagd wat het resultaat is van een beslissing. En ik denk dat Jannie Haek de beste kandidaat is. Als het budget binnen vier jaar in evenwicht is, dan was het een goede benoeming. Is de NMBS tegen dan niet uit de rode cijfers, dan was het geen goede keuze.’ ‘De vraag moet niet zijn of dit het einde betekent van de depolitisering’, vult Haek aan. ‘Maar wel of ik het goede profiel heb. Wie zegt dat ik niet de beste kandidaat was geweest als de regering voor de functie een advertentie had geplaatst?’

Hannes Cattebeke

‘Vergelijk hem met Lance Armstrong. Na vijf begrotingen in evenwicht is de lol er wat van af.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content