In Europa heeft eerst het Verenigd Koninkrijk en vervolgens ook Nederland zijn lesje geleerd: afzijdigheid van de staat in de economie levert toch niet altijd de beste resultaten op. Toch niet om de trein te laten rijden. Sinds British Rail werd geprivatiseerd en de Nederlandse Spoorwegen werden ‘verzelfstandigd’, is het treinverkeer in beide landen er alleen maar onbetrouwbaarder, duurder, onveiliger en minder comfortabel op geworden. De chaos grijpt zo om zich heen dat in beide landen al een begin is gemaakt met een ‘hernationalisering’. En ook het geprivatiseerde Nederlandse telecombedrijf KPN doet het veel slechter dan het nog stilletjes door de Belgische staat mee gecontroleerde Belgacom.

Het zal Elio Di Rupo plezier doen. De PS-voorzitter maakte er zich de voorbije weken erg druk om dat de liberalen er minnetjes over spreken wanneer de staat in zaken gaat. Zoals toen Rik Daems zijn rol in het Sabena-drama wilde minimaliseren door de staat als zondebok voor het bankroet aan te wijzen. De politiek zou niet tot behoorlijk management in staat zijn en Sabena altijd hebben mismeesterd. Liberalen moeten dat zeggen van hun geloof, en de Waalse socialisten ook, het omgekeerde dan. Di Rupo kon er zo op wijzen dat het de miskleunen van het Swissair-management waren die leidden tot de acute crisis waardoor Sabena in het faillissement werd geduwd.

Di Rupo weet waarom hij zich verzet tegen het privatiseringsbeginsel. Dat de PS, in tegenstelling tot de Vlaamse socialisten, nog altijd het politieke landschap kan domineren, heeft veel te maken met de greep van de partij op het Waalse openbare leven. Vooral via tal van openbare bedrijven blijft ze nog baantjes en andere douceurtjes uitdelen waarmee ze het aloude cliëntelisme van de zuilpolitiek kan voortzetten om bij de bevolking loyaliteit af te dwingen en haar electorale macht veilig te stellen.

Dat politieke opportunisme vertroebelt het uitzicht op een interessantere overweging. In Nederland spreken zelfs liberalen alweer openlijk over ‘de tucht van de staat’ in openbare nutsbedrijven, als alternatief voor de blinde, alleen door concurrentiedruk, winstbejag en financiële efficiëntie gedreven ’tucht van de markt’. Want bij nutsbedrijven als openbaar vervoer of energievoorziening valt de kwaliteit en de sociale billijkheid van de publieke dienstverlening niet altijd te verzoenen met wat aandeelhouders eisen aan rendement, ook in geprivatiseerde bedrijven. Daar moet de staatstucht ordenend optreden.

De postmoderne staat kan dus nooit het afzijdige, tot het bot afgeslankte instrument van de vrije markt zijn dat de tatcheriaanse hardliners ervan wilden maken. Het is een staat die zowel de liberale als de collectivistische verblinding afschudt, maar nooit vergeet om op de kleintjes te letten. Banken of verzekeringsmaatschappijen kunnen klanten die ze te weinig vinden opbrengen in de kou laten staan, in de trein hoort het daarentegen altijd en voor iedereen lekker warm te zijn.

Marc Reynebeau

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content