Met ‘De breuk’ mag ook Marie-Christine, dochter van Leopold III en Lilian Baels, haar klein schandaaltje worden gegund.

INFO : Marie-Christine van België; ‘De breuk’, 168 blz., Van Halewyck

Over ons vorstenhuis worden allerlei boeken geschreven: van historische werken en hagiografieën tot spotschriften en roddelverhalen. Succes verzekerd, ook al hebben sommige auteurs eigen bedoelingen. Zo vond kardinaal Suenens het nodig om brieven van de overleden koning Boudewijn te publiceren, waardoor iedereen die eraan getwijfeld mocht hebben plots wist dat er op Laken veel, zo niet uitsluitend gebeden werd.

Af en toe is het een lid van onze koninklijke familie zélf dat een boek schrijft en aldus bijdraagt tot de opwinding. Zo gaf Leopold III in zijn memoires zijn hoogst eigenzinnige versie van de geschiedenis. Daaruit moest blijken wat de mensen hem allemaal hadden aangedaan, terwijl hijzelf slechts het allerbeste met de Belgen had voorgehad en daarom bij Adolf Hitler op bezoek was gegaan. Hadden we maar naar hem geluisterd, dan waren al die parlementen nu niet nodig geweest. Een koning had volstaan.

Prinses Esmeralda, zesde en jongste kind van Leopold III, maakte een rijk geïllustreerd boek over haar vader. Nu rekent een andere dochter, Marie-Christine, in één klap af met de hele Coburg-clan. In De Breuk, vanaf vandaag te koop in alle boekhandels, vertelt ze haar leven en werken.

Als die koninklijke boeken goed verkopen, danken ze dat echt niet aan de literaire waarde, maar aan het feit dat een paar zinnetjes de kranten halen. Dat was zo met het boek van Mario Danneels waarin hij het bestaan van Delphine Boël onthulde. En met De Breuk zal dat niet anders zijn. Want wat lezen we op bladzijde 85: ‘Ik was zwanger! Van die Australiër. Er kon geen sprake van zijn het kind te houden.’En omdat ze op dat moment voor de zoveelste keer totaal blut is en Boudewijn het enige familielid is die haar soms wat geld toestuurt, kan dat vertaald worden als: ‘Boudewijn betaalt abortus!’. Wat enkele kranten dan ook gretig deden.

Nu liggen ze in Laken vast niet wakker van zulke krantenkoppen. De opwinding waait immers altijd vrij snel over. Dat zal ook gebeuren met De Breuk, waarin eigenlijk niets nieuws staat.

Daphne in Argenteuil

Prinses Marie-Christine, Daphne, Astrid, Elisabeth, Leopoldine wordt geboren in 1951. Het is voor België een spannende tijd. De Koningskwestie is pas voorbij, Leopold is geen koning meer, maar woont nog wel op het koninklijk paleis in Laken. Maar daar beseft Daphne – door haar moeder Lilian Baels vernoemd naar de romanschrijfster Daphne Du Maurier – allemaal niets van. Ze speelt in het park, zwemt in een van de twee zwembaden, rijdt paard en verslijt kindermeisjes. Haar ouders ziet ze amper, haar broers ook niet. Van de gebeurtenissen tijdens en na de oorlog die leidden tot de troonsafstand van haar vader, weet ze niets. Dat haar moeder door vele mensen gehaat wordt, beseft ze al evenmin.

In 1960 verandert er plotseling veel: Boudewijn trouwt, de regering wil Leopold III weg uit Laken waar hij te veel invloed heeft op de dan al 30-jarige Boudewijn. Na veel geruzie en nog meer geld om het kasteel naar de smaak van Leopold en zijn tweede vrouw Lilian Baels in te richten, verhuist Daphne met haar ouders naar het Château Tuck in Argenteuil. De ex-koning neemt een groot deel van de inboedel uit Laken mee, zelfs de treurwilg uit het park wordt uitgegraven.

Van dan af komen Leopold, Lilian en hun drie kinderen – Alexander, Daphne en Esmeralda – niet meer op de officiële foto’s voor en verschijnen ze ook niet meer in het openbaar. De kinderen uit het eerste huwelijk komen niet in Argenteuil, op een sporadisch bezoekje na. Ze zijn daar trouwens niet welkom: wie nog praat met die kant, wordt door prinses Lilian prompt tot verrader verklaard. Veel wordt er trouwens niet gepraat: niet over de overleden koningin Astrid, over de koningskwestie in geen geval, over prins Karel die langer regent was dan Leopold koning valt geen woord, Albert en Paola zijn totaal afwezig. De oude koningin Elisabeth is te rood naar de zin van Argenteuil, Boudewijn en Fabiola zijn te vroom. Er zijn meer taboeonderwerpen dan gespreksonderwerpen.

Leopold houdt zich bezig met zijn reizen, Lilian met ‘het huishouden’ en de opvoeding van de kinderen. En die herinnert Daphne-Marie-Christine zich als volgt: ‘Je moet de etiquette eerbiedigen. Je leert mooi rechtop zitten, beleefd handjes te geven, niet te boeren en vooral geen gevoelens te tonen.’

Het wilde leven

Bals, reizen, skiën, paardrijden en wandelen: het lot van rijke meisjes wordt Daphne niet bespaard. Ze aanbidt haar vader, die volgens haar een enorm gevoel voor humor heeft. Dat komt tot uiting in wedstrijden boeren laten, mensen belachelijk maken en verzonnen verhalen vertellen. Ze is doodsbang voor haar moeder die haar opsluit, straft, kleineert.

Haar ouders proberen iets te vinden wat haar kan bezighouden, zelfs Boudewijn wordt ingeschakeld. Maar niets helpt: Daphne stort zich in het ene liefdesavontuur na het andere, wordt op een bal door een familielid verkracht en experimenteert met drugs. Van dan af is de boot helemaal aan: ze wordt naar Canada gestuurd, zet daar haar wilde leven voort, trouwt met een homofiele barpianist zodat ze in Canada kan blijven, loopt weg van de man, woont overal en nergens, raakt zwanger en landt uiteindelijk in de armen van een restauranteigenaar, Jean-Paul Gourgues, met wie ze in 1989 ook zal trouwen. De man wordt door haar familie altijd snerend ‘de ober’ genoemd.

Na de dood van Leopold erft ze een pak geld en kan het vrolijke leven verder gaan. Ze fladdert rond filmsterren en andere beroemdheden, bekeert zich tot het boeddhisme, jaagt in recordtijd de erfenis erdoor, moet op het nieuws horen dat Boudewijn gestorven is. Daarmee valt ook de toelage uit België weg én de enige reden om te zwijgen. Kort daarna geeft ze haar beruchte interview aan VTM, waarin ze voor ’t eerst publiekelijk uithaalt naar de hele familie. Dat helpt: koning Albert dwingt Lilian om haar een toelage te geven zodat ze niet verder interviews verkoopt.

Als Lilian in 2002 overlijdt, voelt Marie-Christine zich bevrijd. Dat ze dankzij de erfenis en de verkoop van de inboedel van Argenteuil in één klap van alle geldzorgen verlost is, zal wel een rol spelen. Ze besluit eens en voor altijd haar versie van de feiten te geven. ‘Een therapie die minder kost dan een bezoek aan de psychiater’, verklaart ze in een interview. Het werd het gênante verhaal van een zielig meisje met beperkte capaciteiten dat nooit volwassen is geworden en door haar hele familie aan haar lot wordt overgelaten. Maar wie van publieke biechten houdt, komt ruimschoots aan zijn trekken.

Misjoe Verleyen

Mooi rechtop zitten, handjes geven en niet boeren.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content