Tewerkstelling allochtonen: in de EU scoort België het slechtst

WILLEM VANSINA: 'In crisistijd zijn laaggeschoolde allochtonen dubbel kwetsbaar.' © imagedesk
Jan Lippens
Jan Lippens Freelancejournalist

Amper 43% van de allochtonen in België heeft werk. Niet zozeer discriminatie, maar een gebrek aan scholing is de grootste boosdoener. En de economische crisis.

In heel de EU doen allochtonen het op de arbeidsmarkt slechter dan autochtonen. Slechts 58% van de migranten die van buiten de EU komen, heeft werk. België doet het met 43% nog een pak slechter en bungelt daarmee aan de Europese staart. Willem Vansina (studiedienst VDAB) is niet verrast.

WILLEM VANSINA: Discriminatie speelt zeker een rol, bijvoorbeeld bij selectieprocedures van bedrijven. Ook negatieve stereotypering speelt mee. Maar discriminatie is niet de belangrijkste oorzaak van hun achterstand op de arbeidsmarkt. Die is eerder te wijten aan het feit dat ze een studie hebben gevolgd die weinig jobkansen biedt, of zelfs geen diploma hebben. Volgens onze analyses komt 10 % van de jongeren zonder diploma of ongeschoold op de arbeidsmarkt. Bij allochtone jongeren loopt dat op tot ruim 40 %. Onvoldoende scholing is de belangrijkste oorzaak van de werkloosheidskloof tussen allochtonen en autochtonen.

Er schort wat aan het onderwijssysteem?

VANSINA: Zeker. De allochtonen die een diploma secundair onderwijs behalen, doen dat meestal via het bso én in een studierichting die weinig aansluit op de arbeidsmarkt. Een bso-diploma kantoor of handel biedt weinig mogelijkheden. Bedrijven die een administratief bediende zoeken, zullen eerder iemand met een aso-diploma of een professionele bachelor aanwerven. Allochtonen met een bachelor- of masterdiploma vinden makkelijker werk. Alleen behaalt slechts 10 % van de allochtone jongeren zo’n diploma. Bij de autochtone bevolking is dat 40 %. Verder blijkt dat onderwijs de ongelijkheid reproduceert. Kinderen van laaggeschoolde ouders zijn vaak zelf ook laaggeschoold. En laaggeschoolde arbeiders worden ook vaak tewerkgesteld via tijdelijke contracten. Als laaggeschoolde allochtoon ben je dubbel kwetsbaar bij een economische crisis, want die laat zich het snelst voelen op de interim-markt.

Wat doet de VDAB aan het probleem?

VANSINA: We mikken vooral op opleiding voor laaggeschoolde jongeren, zodat ze via tweedekansonderwijs toch nog hun diploma secundair onderwijs behalen. Opleidingen voor knelpuntberoepen zoals verpleegkunde zijn ook cruciaal. Werkplekleren en stages zijn belangrijk om werkgevers te tonen dat jonge allochtonen heel wat in hun mars hebben. Bij nieuwkomers moeten we vooral de kennis van het Nederlands opkrikken. Dat is vaak de eerste voorwaarde om te kunnen solliciteren voor een baan. We boeken langzaam vooruitgang, maar er zijn lichtpunten. De beheersovereenkomst van de VDAB met de Vlaamse overheid voorzag dat 50 % van onze cursisten binnen het half jaar na hun opleiding een baan moest hebben. Vandaag zitten we aan 70 %.

Tussen 2009 en 2013 steeg het aantal allochtone werknemers in Vlaanderen met 27 %, terwijl de autochtone beroepsbevolking verder kromp door de vergrijzing. Biedt dat mogelijkheden?

VANSINA: Het bevolkingsaandeel van niet-EU-burgers tussen 20 en 64 jaar is in die periode ook sterk gestegen. Het groeiende aantal allochtone werknemers weerspiegelt dat. Als allochtonen maximaal voordeel willen halen uit de vergrijzing, is het cruciaal dat ze net die competenties en diploma’s hebben waarnaar het meeste vraag is.

Jan Lippens

43% van de allochtonen in België heeft werk (autochtonen: 68%)

58% van de allochtonen in Europa heeft werk (autochtonen: 70%)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content