Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

De eerste die er moest aan geloven in het tweede seizoen van Ter Zake was Melchior Wathelet. Nadat anchormen, researchers en reporters twee volle maanden vakantie hadden genomen en de kijkcijfers van TV2 op bepaalde dagen op negatief stonden, nam op 4 september een welgezinde en topfitte Dirk Tieleman de draad weer op.

Over het vorige seizoen was hij slechts matig tevreden : niet altijd scherp genoeg uit de hoek gekomen. Was het de vermoeidheid of een vorm van gewenning ? Feit was dat na enkele maanden de gasten van Ter Zake steeds minder zelfmoord gingen plegen en nog maar sporadisch in een sanatorium werden opgenomen. Tieleman besloot dit jaar beter op te letten.

De eerste maandag bood daartoe een uitstekende gelegenheid. De regering Dehaene II was nog niet eens met het ernstige werk begonnen of de eerste minister lag er alweer uit. En werd benoemd bij het Europese hof in Luxemburg, wat bij uitstek een onafhankelijk rechtskollege zou moeten zijn met de meest onderlegde juristen achter de tafel. Voor Tieleman een geschenk uit de hemel. Hij belde de VLD op met de vraag om het even wie te sturen, om vijf uur stipt op de Reyerslaan om instrukties te ontvangen.

Karel De Gucht maakte een goede beurt die avond, dank zij de tekst die Tieleman op een groot bord achter de camera had geschreven. De kans dat Wathelets kandidatuur door het Europees hof nog zou aanvaard worden zonder steekpenningen te betalen, was na vijf minuten al zo goed als nihil. Tieleman vond dat er best nog een schepje bovenop kon.

“Wat nu gebeurt, ” kauwde hij De Gucht voor, “noemt u dat een schande ? Noemt u dit een typisch staaltje van hoe de Belgische ziekte van de politieke benoemingen naar Europa wordt geëxporteerd ? Noemt u dit een zoveelste voorbeeld van hoe vooral premier Dehaene geen enkel fatsoen, laat staan politiek fatsoen, onder zijn pull-over heeft zitten ? Noemt u dit een voorbeeld van hoe de onafhankelijkheid van de justitie en de scheiding der machten niet meer zijn dan één grote leugen ? Ik neem aan van wel. Dank u meneer De Gucht, voor het verduidelijken van uw mening. “

DAARMEE KONDEN De Gucht en Wathelet het stellen. Tieleman kondigde een achtergebleven reportage over verhoogde ozon-koncentraties aan en ging tevreden naar huis. De volgende dag had Leo Peeters het zitten, de Vlaamse minister van God-mag-weten-wat. Was tegen de burgerwacht van Dadizele, maar was er voor dat burgers verdachte personen of bewegingen aan de politie zouden melden. Daarbij mochten ze niet patrouilleren, enkel rondrijden in een auto.

De minister was nog volop bezig zich met zijn argumentatie in de knoop te werken, toen Tieleman het al op de zenuwen kreeg : “Zijt ge nu voor of tegen man ? Want uit al uw gekletst kan ik dat onderhand niet meer opmaken. Hebt gij eigenlijk ooit al eens nagedacht over wat zo’n burgerwacht is ? Het is niet hier dat ge het moet verzinnen, weet ge. Ik verwacht van gasten in Ter Zake dat ze zich aandienen met een gefundeerd en gedetailleerd rapport, en dat ze daarvan een korte maar duidelijke gesproken samenvatting geven. Me dunkt dat gij aan geen van die twee vereisten voldoet. Verdwijn, en kom niet terug voor ge uw materie een beetje beheerst. “

Waarna Tieleman de ondertussen ruime schare kijkers achterover deed vallen door de telefoon te grijpen en Johan Vande Lanotte op te bellen : de minister van Binnenlandse Zaken die niet geheel zonder gevoel voor eigenwaarde door het leven stapt. Om eerlijk te zijn : vergeleken bij deze minister van Binnenlandse Zaken was de vorige een bescheiden en ietwat verlegen jongen, die van vriendelijkheid en beleefdheid zijn handelsmerk maakte, altijd een oor vrij had om naar de standpunten van anderen te luisteren, en steeds bereid was het voor en tegen van zijn eigen mening objektief tegen elkaar af te wegen. Vande Lanotte is het tegengestelde van dit alles. Een verwaande kwast, zo zeggen zijn vrienden. Hij is tegen de burgerwacht.

“Gij zijt tegen de burgerwacht ? ” blafte Tieleman in de telefoon.

“Ja, ” bromde Vande Lanotte die vond dat hiermee het probleem van de baan was. Maar dat was buiten Tieleman gerekend, die dreigend in de camera snauwde : “Waarom hebt ge er dan zelf een opgericht in Poperinge, waar gij ere-voorzitter zijt van de kristelijke middenstand ? ” Vóór de minister zich daar kon uitwringen, lag de telefoon alweer op de haak.

TEGEN HET EIND van de week was Tieleman echt opgewarmd. Dat ondervond ASLK-baas Herman Verwilst, die in enkele zinnen werd duidelijk gemaakt dat hij een reusachtige bok had geschoten door de NMKN over te kopen. En dan nog wel voor 4,6 miljard.

“Vier komma zes miljard, ” riep Tieleman onheilspellend. “Gij zijt zot. Denk nu toch eens voor één keer in uw leven na. Krediet aan de Nijverheid, waar hebben die hun geld in gestoken ? Het staal, failliet. De scheepsbouw, failliet. De mijnen, failliet. De textiel, failliet. De BRT, failliet. En dat koopt gij over. Mag ik u aanraden, als ge die kantoren van het fabriekske eens gaat inspekteren, om geen kasten open te trekken. Er zou een en ander kunnen uitvallen. “

Terwijl Verwilst aanstalten maakte om naar de telefoon te rennen en zijn bod alsnog te annuleren, ging Tieleman nog een stapje verder. “Ik hoor vanmiddag in Aktueel dat gij het personeel van de NMKN overneemt, en dat er geen agentschappen moeten verdwijnen. Durft gij dat hier, tegenover mij, bevestigen ? ” Verwilst knikte zwakjes.

Tieleman verloor zijn legendarische zelfbeheersing. “En wat doet ge dan in Rotselaar ? Op de Markt over den bakker ? Daar is een kantoor van de ASLK en een van de NMKN twee huizen verder. Ge gaat me toch niet zeggen dat ge die alletwee open houdt ? “

Verwilst probeerde nog even in het midden te brengen dat hij de situatie in Rotselaar niet goed kende, maar Tieleman was al een paar dorpen verder. En somde uit het blote hoofd feilloos de adressen op van in elkaars buurt gevestigde ASLK- en NMKN-kantoren in Aarschot (Gijmelsesteenweg en Langdorpsesteenweg), Herentals (Fraikinstraat en Hofkwartier), Geel (dokter Vandeperrestraat en Nieuwstraat), Beerse (Gasthuisstraat en Kerkplein) en last but not least Kapelle-op-den-Bos (Mechelsesteenweg 213 en Mechelsesteenweg 182).

“Er is hier maar één oplossing mogelijk, ” zo rondde een nu erg boze Tieleman het item af. “Sluiten ! En wel onmiddellijk. Als gij het niet durft, zal ik het wel doen. ” Hierna werd nog eens teruggekomen op de reportage van maandag over de hoge ozon-koncentraties.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content