“De Gidsen”, een komedie voor eenentwintig aktrices. Het kruim van de Nederlandse toneel- en kabaretwereld.

ALS HET HUISLICHT dooft, zwelt meisjesgezang aan. En daar komen ze dan monter en kwinkelerend aangemarcheerd vanuit de zaal : de drie leidsters en de zestien gidsen die hen gevolgd zijn om in Frankrijk een fijn zomerkamp mee te maken. Een eerste ontgoocheling voor de vrolijke bende is de ontdekking dat ze een verkeerde koffer meegenomen hebben. Het is de koffer van de pastoor die met een andere groep scouts op kamp is gegaan, zo blijkt. Want in die koffer vinden ze een scheerapparaat en een seksblaadje.

De drie leidsters hebben al voor hetere vuren gestaan en besluiten het goed voorbereide tema van het kamp te laten vallen en te vervangen. “We zullen iets met het milieu doen”, zegt opperleidster Guido Yolanda. Haar hulpleidsters Adjuto Jolien en Kapi Loes bekijken haar met een scheef oog, want ze weten dat Yolanda tijdens de reis al flink aan de whisky heeft gezeten. Jolien is trouwens meer in Loes dan in het kamptema geïnteresseerd. Loes is zich min of meer bewust van die lesbische attentie, en het maakt haar nog neurotischer dan ze al is. Het ene moment ligt ze in een knoop van zelftwijfel. Maar van zodra de gidsen in de buurt zijn vermant ze zich en wordt ze een stampvoetend en molenwiekend diktatortje.

De zestien giechelende padvinders hebben al vlug in de gaten dat er met de leiding best een potje te spotten valt. Binnen de kortste keren is het laatste restje gezag weggegniffeld. De situatie loopt helemaal uit de hand als de moeder-overste van een naburig klooster in de taal van Molière komt meedelen dat de appels die enkele meisjes uit de kloostertuin hebben gejat, giftig zijn.

De drie proberen die boodschap geheim te houden, maar de padvindster die voor Franse tolk speelt, blijkt een echte klikspaan. Daarop ontstaat grote konsternatie bij al diegenen die van de appels hebben gegeten. Ze begrijpen niet dat de leiding dit stil wou houden. In een ultieme daad van rebellie klitten ze samen en vormen ze “Het Geheim Verbond der Martelaressen van de Natuur”.

Er volgen nog meer uitzinnige verwikkelingen en absurde toestanden in “De Gidsen”, en de climax is te gek voor woorden. Toch is het niet de intrige die deze toneelproduktie zo geslaagd maakt, ook al is het stuk van Edward Montie een schoolvoorbeeld van een gedegen, smaakvolle komedie.

KARIKATUUR.

Wat “De Gidsen” uittilt boven vergelijkbare grapjasserij als “Hi de Hi” het onvergetelijke BBC-feuilleton over vakantiekampen is de rolbezetting. Regisseur Victor van Swaay maakte het stuk speciaal voor eenentwintig aktrices. Het idee ontstond toen hij vier jaar geleden een produktie opzette voor elf mannen. Tien daarvan speelden een vrouwenrol, waarop een aantal aktrices geprikkeld reageerden. Waarom moeten de schaarse goeie vrouwenrollen gespeeld worden door mannen ?

In “De Gidsen” is geen man te bekennen. Wel het kruim van de Nederlandse toneel- en kabaretwereld. Zoals bijvoorbeeld Nelly Frijda, de Nederlandse uitgave van Marianne Sägebrecht. Frijda, beroemd geworden met haar rol van Ma Flodder, speelt Yolanda. Hoewel de rol van zelfingenomen, aan drank verslaafde bazin een open invitatie is voor plat en boers overdrijven, weet Frijda verrassend veel fijnzinnigheid en stijl aan haar personage te geven. Elsje de Wijn, enkele maanden geleden nog te zien in de heerlijke produktie “De Vertellingen van 1001 Nachten” (Rieks Swarte), maakt van haar lesbische akela een al even overtuigend personage. Trudy de Jong, vaak van de partij in produkties van Frans Strijards, bewijst als Jolien eens te meer dat ze een rascomédienne is.

De zestien padvindsters zijn opgetrokken uit de clichés en de wetmatigheden van het genre. Maar het gedreven spel en de aanstekelijke ensemblegeest zorgen ervoor dat meligheid geen kans krijgt. In een ander toneelstuk zouden we ons misschien ergeren aan Margo Dames alias Petra, die de hele tijd klassieke balletbewegingen staat te maken. Of aan Debbie Korper, die met Coby een hysterische epileptica neerzet. Ook het smeuïge gebabbel van taaldweperige dagboekenschrijfster Nettie Blanken, jongensgekke Liz Snoyink, vechterssloerie Yvonne van den Hurk, beugeldraagster Wivineke van Groningen testen de rek van de karikatuur.

Maar de rek breekt nooit. De spanning stijgt voortdurend, de geloofwaardigheid blijft gehandhaafd, de onvoorspelbaarheid zet ons altijd op het verkeerde been. En tussendoor zaait regisseur van Swaay nog wat extra grappen. Zoals dat moment waarop een radeloze en stomdronken Yolanda de scène verlaat maar pardoes tegen de achterwand aanknalt. Blijkbaar heeft Rieks Swarte niet het patent op dit soort vervreemdende, maar biezonder effektieve knipogen.

ZEEPBEL.

Het decor van Paul Gallis, lange tijd de vaste ontwerper van Gerardjan Rijnders toen die nog in Eindhoven zat, zou je ook Swartiaans kunnen noemen : dikke bomen in een Frans bos, graszoden, een muur van een kloostertuin zijn geschilderd op losse doeken die op gezette tijden worden neergelaten en de lokatie aangeven. Ook de tenten van de meisjes zijn gewone, ééndimensionale lapjes stof die met touwen omhoog worden getrokken ; de aktrices spelen ermee zoals kinderen met een douchegordijn.

Laat in het verhaal komt, samen met de zoveelste intrige-wending, nog een grote aktrice de zaal binnengestommeld. Hettie Blok een kwarteeuw na “Ja, Zuster, Nee, Zuster” nog altijd alive and kicking en merkwaardig goed bij stem brengt als een soort deus ex machina eerst nog meer verwarring en daarna algehele opluchting.

Eenentwintig voortreffelijke aktrices aan het werk zien in een briljante klucht is een echte belevenis. “De Gidsen” is topamusement zoals we dat tijdens het voorbije seizoen maar zelden konden meemaken. Opmerkelijk is dat het hier om een soort extraatje gaat, een in zes weken gemaakte komediantenrevue die de dames na het reguliere seizoen ineenknutselden. En zonder één gulden subsidie.

Kan zoiets in Vlaanderen ? Misschien wel. De Vlaamse aktrice Lulu Aertgeerts, die met een knullig kapseltje en dito brilletje de Franssprekende Françoise speelt, staat in elk geval haar mannetje in de brigade van dolle dames. Maar welke Vlaamse schrijver kan wat Edward Montie kan : een zeepbel-verhaal opblazen tot een sprankelende farce ?

Tijdens het gespetter en gekwetter van “De Gidsen” denken we terug aan “Wegens Succes Vervolgd”, de improvizatie-voorstelling die Tania van der Sanden en Arlette Weygers twee Vlaamse topaktrices enkele weken geleden in de Vooruit in Gent maakten. Het was een mistroostige demonstratie van onmondigheid en het zoveelste bewijs dat alleen navelstaren geen goed uitgangspunt is voor een toneelstuk.

“Wegens Succes Vervolgd” was het resultaat van de onvruchtbare samenwerking tussen twee vriendinnen die te weinig taalvaardig bleken te zijn om hun herinneringen in herkenbaar toneel om te zetten. Op de valreep van het seizoen wordt dit goedgemaakt door “De Gidsen” : het is een feest van rebelse vrouwen, hilarische humor, intens spelplezier, kattige dialogen en zoete a capella-deuntjes. Want dat kan teater dus ook zijn : een feest.

Edward van Heer

Toernee t/m 2/7. Op 22/6 in de Arenberg in Antwerpen. Tel. 03/202.46.46.

“De Gidsen” : een feest van rebelse vrouwen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content