Voormalig koninklijk bemiddelaar Johan Vande Lanotte werd afgelopen week overal als een vorst ontvangen. In televisieshows en kranteninterviews pinkte hij een traan weg, doceerde hij over de toekomst van België en kreeg hij zelfs de slappe lach. Maar alleen in Knack praat hij over de fouten van de koning, de macht die de SP.A over de PS heeft en ‘de schandelijke discussie’ over de loonindexering.

Hij leek uitgerangeerd. Nadat hij zijn partij in 2007 naar desastreuze verkiezingen had geleid, zette Johan Vande Lanotte (SP.A) een stap terug. Hij verveelde zich nogal in de Senaat, bemoeide zich zoveel mogelijk met zijn thuisstad Oostende, en schreef geregeld een niet altijd opgemerkte vrije tribune. Vanaf de zijlijn bleef hij partijvoorzitster Caroline Gennez wel adviseren en hoe langer de regeringsonderhandelingen aansleepten, hoe vaker hij her en der als staatsman uit vervlogen tijden werd opgevoerd. Tot de koning hem, nu vier maanden geleden, tot koninklijk bemiddelaar aanstelde. Ondanks het gemor van de N-VA gooide Vande Lanotte zich verbeten maar zwijgend in de strijd. En gaandeweg groeide het vertrouwen in de Vlaamse socialist en werd hij populairder dan ooit tevoren. Met als ongezien hoogtepunt zijn zegetocht langs de vaderlandse media van de afgelopen week. Dezer dagen kijkt Johan Vande Lanotte vanaf een voetstuk op België neer, en hij weet heel goed dat hij daarvan moet genieten zolang het duurt.

Geloofde u van bij het begin van uw opdracht als koninklijk bemiddelaar echt dat u het verschil zou kunnen maken?

Johan Vande Lanotte: Eigenlijk wel. Al heb ik nooit gedacht dat ik volledig zou kunnen slagen, want als vertegenwoordiger van een partij met 15 procent van de stemmen is het gewoonweg onmogelijk om die laatste knauw te geven. Dat is ook nooit mijn bedoeling geweest. Wel wilde ik werken aan een tekst die als basis zou kunnen dienen om later de finale stap te zetten. Ik hoopte nog een tiental knelpunten over te houden die ik dan aan iemand van een grotere partij kon overdragen.

Waarom dacht u dat u kon slagen in een opdracht waar zoveel anderen hun tanden al op hadden stukgebeten?

Vande Lanotte: Mijn grote kracht was dat ik geen bedreiging vormde: ik kom uit een kleinere partij en door mijn leeftijd hoef ik de komende twintig jaar niet meer met Bart De Wever te wedijveren. Dat vond ik een grote troef. Daardoor heb ik de PS en de N-VA verder gekregen dan zij elkaar ooit hadden kunnen krijgen. Zo heeft De Wever Elio Di Rupo er nooit van kunnen overtuigen om mee te stappen in het verhaal van de fiscale autonomie. Ik wel. Achteraf gezien was het wellicht geen goed idee om de PS en de N-VA al meteen na de verkiezingen het veld in te sturen. Voor hen is het nu eenmaal moeilijker om tot een compromis te komen dan voor kleinere partijen.

De koning heeft dus van bij het begin de verkeerde keuze gemaakt?

Vande Lanotte: De koning volgde natuurlijk voor een groot stuk de consensus tussen de partijen. Iedereen – ook ik – vond het toen vanzelfsprekend dat de winnaars van de verkiezingen aan zet waren.

Was het dan een slecht idee om Elio Di Rupo kort na 13 juni tot preformateur te benoemen?

Vande Lanotte: De grootste fout was om de preformatie toe te vertrouwen aan dezelfde man die later ook de formatie in handen zou krijgen. Want een preformateur moet alleen de grote contouren schetsen en heeft dus een heel andere taak dan een formateur. Maar aangezien iedereen wist dat het Di Rupo was die op termijn een regering zou moeten vormen, verwachtte men veel te veel van zijn preformatieopdracht. Misschien had men dus beter eerst iemand anders aangesteld.

Ook uw eigen parcours als koninklijk bemiddelaar verliep nogal hobbelig. Beschouwt u uw opdracht als mislukt?

Vande Lanotte: Ik was natuurlijk liever verder geraakt. Daar doe ik niet flauw over. Maar mijn nota heeft wel degelijk verdiensten. Meer nog: het zou me niet verbazen als die tekst, of een aangepaste versie ervan, uiteindelijk zal worden gebruikt om tot een finaal akkoord te komen. Ik zie nu trouwens al veel van die ideeën opduiken bij informateur Didier Reynders (MR). Over de financieringswet hebben we bijvoorbeeld zo’n grondige discussie gevoerd dat iedereen nu weet waar het over gaat en wat de mogelijkheden zijn. Ook in verband met het werkgelegenheidsbeleid is een en ander duidelijk geworden. Hetzelfde met de discussie over de rol van de gemeenschappen: alle partijen beseffen nu dat er een probleem ontstaat als we bepaalde bevoegdheden naar de gemeenschappen overhevelen. Tenzij we die ook aan Brussel geven natuurlijk, maar dat zien sommige onderhandelaars totaal niet zitten. Ten slotte ligt er ook in verband met de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde een tekst op tafel waarover de Franstaligen tenminste bereid zijn te praten.

CD&V-voorzitter Wouter Beke was de eerste die uw nota publiekelijk torpedeerde, maar een paar weken later noemde premier Yves Leterme in Knack datzelfde werkstuk doodleuk een aanvaardbare tekst.

Vande Lanotte: Die uitspraak van Leterme was geen verrassing, want ik wist al lang dat hij er zo over dacht. Alleen stonden de neuzen binnen de CD&V niet allemaal in dezelfde richting. Zo gaat dat soms in een politieke partij; dat is geen schande. Dat neemt echter niet weg dat Bekes afwijzing op 5 januari een zeer grote impact heeft gehad. Want als de CD&V bereid was geweest om over mijn nota te praten, dan had de N-VA dat wellicht ook gedaan. Ook al lag mijn tekst voor hen nog een pak moeilijker en weet ik totaal niet of we uiteindelijk een akkoord hadden kunnen bereiken. Maar ik hield wel nog een paar mogelijke denksporen achter de hand.

Door het Vlaamse njet moest u terug naar de koning om uw ontslag aan te bieden.

Vande Lanotte: Ja, en dat werd nog een behoorlijk geagiteerd gesprek doordat de koning mijn ontslag aanvankelijk weigerde. ‘Met alle respect, Sire, maar als u mijn ontslag weigert, verplicht u me de facto om verder te werken en dat kunt u niet’, zei ik. Toen bleek meteen hoe lucide de koning is. ‘Maar u kunt mij ook niet verplichten het te aanvaarden’, antwoordde hij meteen. (lacht) Uiteindelijk was de conclusie dat hij mijn ontslag in beraad zou houden en dat ik ondertussen over een alternatief moest nadenken. Daarna ben ik samen met De Wever en Di Rupo in het zogenaamde triumviraat gestapt dat de onderhandelingen weer vlot moest trekken, maar die poging was al na één dag kansloos.

Uw bemiddelingsopdracht heeft een paar maanden lang het beeld doorbroken dat de SP.A braaf aan het handje van de PS loopt. Maar sinds Elio Di Rupo onlangs verkondigde dat hij niet zonder uw partij bij de onderhandelingen zou aanschuiven, is die reputatie weer helemaal hersteld.

Vande Lanotte: (zucht) De N-VA, de CD&V en de Open VLD hebben er alle belang bij om mijn partij als een PS light af te schilderen. Dat is de beste manier om ons te ambeteren. Maar de praktijk bewijst dat we dat niet zijn. De laatste tien jaar hebben we geregeld standpunten ingenomen die lijnrecht tegen die van de PS ingaan. Bovendien heb ik als minister van Begroting van de bevoegde minister, de PS’er Rudy Demotte, gedaan gekregen dat de ziektekosten niet meer zo snel stegen. Geen liberaal of christendemocraat was daar al in geslaagd. Dus moeten die nu ook niet komen zeggen dat wij een afkooksel van de PS zijn.

Ook niet wat de communautaire standpunten betreft?

Vande Lanotte: Natuurlijk niet. Het is veeleer omgekeerd: de communautaire standpunten van de PS werden vaak in grote mate door de SP.A beïnvloed. Want wie is er begonnen over de regionalisering van het werkgelegenheidsbeleid? Wij natuurlijk. En nu is dat ook een officieel standpunt van de PS. Hetzelfde geldt voor de positie die de PS in verband met de ziekteverzekering heeft ingenomen. En nu is men zich daar ook aan het beraden over ons voorstel in verband met een Belgische Unie met vier deelstaten. En net omdat we weten dat we impact hebben op hun visie, houden we in verregaande mate rekening met de haalbaarheid van onze communautaire voorstellen. Als we met totaal onrealistische ideeën zouden komen aanzetten, deed de PS daar niets mee en schoten we ook geen meter op.

Ondertussen lijkt informateur Didier Reynders helemaal gewonnen te zijn voor een coalitie met de partijen van de huidige regering van lopende zaken aangevuld met de N-VA. Is het denkbaar dat de PS uiteindelijk toch zonder de SP.A in een federale regering stapt?

Vande Lanotte: Alles is denkbaar. Vroeger waren er denkbare en ondenkbare formules om een regering te vormen, maar die tijd is voorbij. Nu is alles mogelijk zolang er maar een meerderheid wordt gevormd. Wel vrees ik dat een coalitie zonder de SP.A onvermijdelijk ook gevolgen zal hebben voor de Vlaamse regering. Want als er een federale regering wordt gevormd met de CD&V, de N-VA en de Open VLD aan Vlaamse kant, zullen die partijen binnen de kortste keren ook op Vlaams niveau samen willen regeren. Daar ben ik zeker van. Alleen zal dan worden benadrukt dat de Vlaamse regering afhankelijk is van de federale regering, en dat is echt niet de visie van de Vlaamse partijen.

Volgens Karel De Gucht (Open VLD) zijn er nu maar twee formules meer mogelijk: de bestaande regering aangevuld met de N-VA, of een regering zonder de N-VA. Is een van beide wenselijk?

Vande Lanotte:(grijnst) Dus Karel De Gucht zegt: de Open VLD moet er absoluut bij zijn. En ik heb zo het vermoeden dat zijn partijvoorzitter Alexander De Croo dat dit keer niet zal tegenspreken. Want bij de Open VLD hebben ze de rekening ondertussen gemaakt, hè. Ze beseffen maar al te goed dat verkiezingen voor iedereen dodelijk kunnen zijn.

Denkt u niet dat er meer stemmen zullen opgaan om de huidige coalitie voort te zetten als de regering van lopende zaken erin slaagt om het interprofessioneel akkoord (IPA) en de begroting rond te krijgen?

Vande Lanotte: Misschien. Maar in die regering zitten wel nog altijd dezelfde mensen die elkaar in 2007 naar het leven stonden, hè. Waarom schieten ze nu wel met elkaar op? Omdat ze alleen over superdringende dingen hoeven te beslissen, natuurlijk. Yves Leterme leidt de regering nu ook beter: hij is bevrijd van het juk van zijn 800.000 voorkeurstemmen en heeft ondertussen het metier geleerd. Daarbij komt nog dat het economisch vrij goed gaat met dit land. Door de maatregelen die tijdens de crisis zijn genomen, maar ook doordat we van de Duitse groei kunnen profiteren. En dus komt er meer geld binnen en gaat het budgettair beter. Dan is het ook al een pak gemakkelijker om een begroting op te stellen of een oplossing voor het IPA te vinden.

Tijdens de onderhandelingen over het IPA is er veel gepraat over de automatische indexering van onze lonen. Hoe denkt u daarover?

Vande Lanotte: Het is ronduit schandelijk om de indexkoppeling van de lonen ter discussie te stellen op een moment dat de inflatie aantrekt en het leven steeds duurder wordt. Om de drie maanden waarschuwt het Prijsobservatorium dat de prijzen van onze energie, voeding en zelfs medicijnen te snel stijgen ten opzichte van de ons omringende landen. Nochtans zijn daar overal rechtse tot zeer rechtse regeringen aan de macht, die allemaal in het kapitalisme en de vrije markt geloven maar ondertussen toch de prijsstijgingen beperken. En wat zegt onze regering ondertussen? Dat de markt zijn werk maar moet doen! En als de inflatie dan te hoog wordt, roepen sommigen dat het niet langer houdbaar is om de lonen nog te indexeren.

Omdat die loonindexering de loonkosten de hoogte in jaagt, wellicht.

Vande Lanotte: Vandaag is die indexering inderdaad contraproductief. De loonsverhogingen zorgen er bij ons alleen maar voor dat de mensen de sterke stijging van de levensduurte kunnen bijbenen. De loonkosten voor de bedrijven worden dus steeds groter zonder dat de werknemers er echt iets aan hebben. Het lijkt me dan ook logisch dat we in de prijzen moeten ingrijpen. Dat kan perfect. In Duitsland, bijvoorbeeld, heeft Angela Merkel ervoor gezorgd dat de prijs van bepaalde producten alleen nog mag worden verhoogd als kan worden aangetoond dat het gerechtvaardigd is en als men kan uitleggen waarom die prijs in andere landen niet stijgt. Zoiets kunnen wij ook doen. Want waarom moet een medicijn in België duurder zijn dan in Nederland of Frankrijk? Waarom is de prijs van sinaasappelen, die op dezelfde plek geplukt worden, bij ons hoger dan in Nederland? Daar zou de regering dringend iets aan moeten doen. Ik heb minister van Ondernemen Vincent Van Quickenborne (Open VLD) daar in de Senaat al op gewezen, maar de man liep kwaad weg. Nochtans draagt hij een grote verantwoordelijkheid. Wie in de regering bevoegd is voor economie, moet de inflatie onder controle houden. Van Quickenborne heeft dat niet gedaan, en onder meer daardoor zijn er duizenden jobs verloren gegaan.

Dat neemt niet weg dat België een van de enige Europese landen is waar de lonen aan de index zijn gekoppeld.

Vande Lanotte: En dan? We zijn ook een van de weinige landen met veldrijders. Gaan we die sport dan ook maar afschaffen?

Europa, dat straks ook onze begroting sterker gaat controleren, heeft op dit moment geen moeite met het veldrijden maar wel met de indexkoppeling.

Vande Lanotte: Dan is het aan ons om tegengas te geven. Er zal in elk geval nooit een Vlaamse socialist zijn die de afschaffing van de indexkoppeling goedkeurt. En als we tijdens de lopende regeringsonderhandelingen ooit aan het sociaaleconomische luik toekomen, zal mijn partij sterk aandringen op de invoering van prijsbeperkingen. Dan zullen wij eens ambetant beginnen te doen. (grijnst)

Ondertussen gaat de discussie over de grote communautaire dossiers nog altijd door en is de informatieopdracht van Didier Reynders met twee weken verlengd. Hoe groot zijn z’n slaagkansen?

Vande Lanotte: Behoorlijk klein. Tenzij de MR hem ruimte gunt wat de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde betreft.

Kleiner dan uw slaagkansen waren?

Vande Lanotte: Natuurlijk. Een aantal fundamentele keuzes, vooral rond B-H-V, kunnen de MR echt verscheuren. De vraag is wat de bovenhand zal halen: de goesting om mee te regeren of de noodzaak om de Franstalige liberalen samen te houden. Vergeet ook niet dat er volgend jaar al gemeenteraadsverkiezingen plaatsvinden, en voor de MR speelt het FDF daarbij een cruciale rol in Brussel. De Franstalige liberalen zullen er dus zelf over beslissen of Reynders al dan niet slaagt.

Zullen we voor de gemeenteraadsverkiezingen eerst nog een nieuw federaal parlement moeten verkiezen?

Vande Lanotte: Dat is een gedachte die ik eenvoudigweg niet toelaat. Ik geloof ook echt dat het nog mogelijk is om een federale regering te vormen zonder nieuwe verkiezingen. Want er is de voorbije maanden echt wel een lange weg afgelegd, hoor. Zo zegt de voorzitter van de N-VA vandaag dat de Franstalige inwoners van de zes faciliteitengemeenten op Brusselse lijsten mogen stemmen, en vindt de voorzitster van het CDH het goed dat de kinderbijslagen naar de regio’s worden overgeheveld. Dat was voor de verkiezingen nog ondenkbaar. Het is dus niet onmogelijk dat er de komende twee, drie maanden nog veel meer begint te bewegen.

De voorbije maanden wordt u overal lof toegezwaaid voor uw werk als koninklijk bemiddelaar. Toch is de kans groot dat u uiteindelijk de geschiedenis ingaat als de minister van Begroting die heeft toegelaten dat het geld werd opgesoupeerd dat we dankzij de rentedaling uitspaarden.

Vande Lanotte: Laten we eens naar de feiten kijken: in België is de schuld in die periode gedaald terwijl ze in andere Europese landen, die ook een mooie groei kenden, net is gestegen. Hadden we het beter kunnen doen? Natuurlijk. Zo hadden we kunnen nalaten om de belastingen te verlagen. Maar zelfs toenmalig minister van Begroting Herman Van Rompuy (CD&V) zei een week voor de verkiezingen van 1999 dat de volgende regering de belastingen zou moeten verlagen nadat die vijftien jaar lang systematisch waren opgetrokken. We hadden het ook beter kunnen doen door de kosten in de ziekteverzekering minder te laten stijgen. Maar na meer dan tien jaar besparingen in de ziekteverzekering waren medicijnen amper nog betaalbaar. Dus ja, we hadden dus de politiek van Jean-Luc Dehaene (CD&V) kunnen voortzetten, maar we hebben ervoor gekozen om dat niet te doen. En mocht ik vandaag moeten herbeginnen, dan zou ik in dat verband net dezelfde beslissingen nemen. Spijt heb ik niet. Totaal niet.

DOOR ANN PEUTEMAN EN EWALD PIRONET / FOTO’S FILIP NAUDTS

‘Het was geen goed idee om de PS en de N-VA meteen na de verkiezingen het veld in te sturen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content