Met nog één week te gaan tot het Nederlandse referendum over de EU-grondwet op 1 juni, staat het ‘ja’ er niet best voor. In anderhalve maand is het aantal voorstanders gedaald van boven de zestig tot onder de veertig procent. Het aantal tegenstanders is navenant gestegen. Werkt de ‘ja’-campagne soms averechts? Zoals het nu gaat, wint het ‘nee’.

Een onzekere factor blijft niettemin de opkomst. De peilingen zijn gebaseerd op kiezers die zeggen zeker te gaan stemmen. Dat is minder dan de helft. (Ter vergelijking: de opkomst bij de laatste Europese verkiezingen bedroeg in Nederland 39,1 procent.) Grootste opdracht voor het ja-kamp in de slotweek is dus: verleid de kiezer naar de stembus. Get Out The Vote!

Maar wie moet dat doen? Het ontbreekt aan stemmen met gezag. Hier ligt een groot verschil tussen Nederland en Frankrijk. Daarom schijnen de kansen voor ‘oui’op 29 mei mij groter dan die voor ‘ja’ op 1 juni.

In beide landen staat de nee-stem voor wantrouwen van de bevolking jegens de politieke elite. Vertrouwen in politici is bij dit referendum echter onontbeerlijk. Geen kiezer kan de vernieuwing van de Europese grondwettelijke orde in 448 artikelen in zijn geheel overzien. Ook de burger die zich er manmoedig zelf doorheen slaat, zal zich verlaten op gezaghebbende meningen. De Fransen weten dit. Dus vliegen de socialisten zwaargewichten uit heel Europa in: Romano Prodi, José Zapatero, Joschka Fischer, ja zelfs de tachtigjarige Portugese ex-president Mario Soares sprak op een Parijse meeting. Ook olifanten van eigen bodem komen links en rechts van stal: Jacques Delors, Lionel Jospin, Simone Veil, Raymond Barre. Dat maakt indruk. Vergelijk dit met Nederland, waar het tot nu toe is gebleven bij één optreden van voormalig premier Wim Kok, sober en stroef als vanouds.

Maar er is meer dat het Hollandse ‘ja’ zo schriel maakt. Opvallende afwezige in het Nederlandse debat is de intellectuele klasse. Waar je in Parijs soms overvoerd raakt van de artiesten, cineasten, filosofen of romanciers met een mening, evenzovele opvolgers van Victor Hugo en diens Etats-Unis d’Europe, heerst er in de Amsterdamse grachtengordel totale stilte inzake Europa. Alsof op 1 juni niet het Nederlandse zelfbeeld op het spel staat. Alsof de grondwet geen stof tot denken geeft. En waar de Franse media ongegeneerd het ‘ja’ de bovenhand gunnen (vorige week moest de ombudsman van Le Monde zelfs voor boze nee-lezers door het stof), geven de Nederlandse kranten de volle ruimte aan de euroscepsis. Is de Haagse journalistiek soms bang net als in Mei 2002 (Fortuyn) samen met de politieke elite tegenover het volk te komen staan?

Pro-Europese intellectuele stemmen zijn schaars. Conservatief links sluit zich met SP-leider Marijnissen op in de soevereiniteit van de verzorgingsstaat en gelooft het verder wel. Conservatief rechts is wel actief, maar in het nee-kamp. Graag bewijst men met culturele, historische en religieuze argumenten in één moeite dat Turkije niet bij de Unie hoort én dat diezelfde Unie nooit een democratische gemeenschap kan worden, vanwege haar verscheidenheid. (Logisch)

Liever dan het onbehagen te intellectualiseren, zouden denkers en schrijvers begrip voor de situatie moeten wekken. Hoe staat het met ons continent in de wereld? Wat doet die Europese grondwet? Is er wellicht verband tussen die beide?

Voor zulke vragen bestaat in Nederland weinig belangstelling. De geopolitiek ging lang geleden al overboord – sinds we de wereld aan de groten overlaten. Het constitutioneel bewustzijn heeft zich nooit ontwikkeld. In tegenstelling tot Duitsland (1945), Frankrijk (de Vijfde Republiek alweer) en België (permanent federaal geknutsel), heeft Nederland zichzelf nooit ‘hersticht’. Afwezig dus het besef dat de staat een artefact is, opgericht door een ‘constituerende macht’, zijn uitdrukking vindend in een grondwet.

Nee, voor begrip van de Europese situatie op 1 juni moeten wij onze hoop stellen op al die Hollandse ondernemers en kruideniers, die weten waar hun boterham wordt verdiend.

LUUK VAN MIDDELAAR

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content