Wie had ooit gedacht dat bondgenootschappen onderhouden een prioritair verkiezingsthema zou worden in Amerika? Toch is het zo. John Kerry hamert erop dat hij de relatie van de Verenigde Staten met de bondgenoten wil herstellen, als hij tot president wordt verkozen. Maar als het inderdaad zover komt, zal Kerry het heel moeilijk krijgen om zijn belofte waar te maken. Toch zeker wat de Europese bondgenoten betreft. Die zullen misschien blij zijn met een overwinning van Kerry, maar dat garandeert niet noodzakelijk meer bereidwilligheid tegenover zijn beleid. Als de Democratische presidentskandidaat het haalt, dreigt een nieuwe transatlantische crisis, dit keer niet over Irak, maar over Iran.

De afgelopen twee jaar werd het voor het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie (IAEA) hoe langer hoe duidelijker dat Iran nucleaire wapens probeert te maken. Experts geloven dat het land nog maar twee à drie jaar verwijderd is van een eigen nucleaire bom.

Aangezien de Verenigde Staten geen relaties onderhouden met Iran, stapte Europa afgelopen herfst zelf naar Teheran om te onderhandelen. Er kwam een prachtig akkoord uit de bus. Iran beloofde geen splijtbaar materiaal, het belangrijkste ingrediënt voor een nucleaire bom, meer aan te maken en zijn nucleair programma transparant te houden. Maar naarmate het onderzoek van het IAEA vorderde, hoe geheimzinniger Teheran zich gedroeg. Na een berisping van het agentschap liet Iran weten dat het achter gesloten deuren verder zou werken.

Het is vijf voor twaalf. Als Iran een nucleaire mogendheid wordt, zijn de gevolgen niet te overzien. Dan komt nucleair materiaal in handen van een radicaal regime dat banden heeft met obscure groepen. Het nucleair taboe zou verdwijnen en het zou een revolutie veroorzaken in het Midden-Oosten. Landen als Saudi-Arabië en Egypte zouden zich bedreigd voelen door de Iraanse bommen en prompt een eigen nucleaire zoektocht aanvangen. En dan is er Israël, dat Iran lange tijd als de grootste bedreiging heeft beschouwd. Als Irans programma wordt voortgezet, zal Israël vrijwel zeker luchtaanvallen uitvoeren.

In het licht van dit alles zit Europa er maar passief bij. Het is in de herfst in actie gekomen, maar weet nu niet meer hoe te reageren op de stugge houding van Teheran. Europa wil onderhandelen, maar hoe wil het druk uitoefenen?

Het Amerikaanse beleid tegenover Iran valt ook niet goed te praten. Washington weigert zelfs de mógelijkheid te overwegen om directe gesprekken aan te knopen met Teheran. Europa zou Washington een plan kunnen voorleggen. Door samen naar de onderhandelingstafel in Teheran te trekken, staan ze sterker. Een direct contact met de Verenigde Staten is immers iets waar Iran al lang op wacht. En in ruil moet Teheran zijn nucleaire ambities opzij schuiven.

Maar vooraleer het zover kan komen, moet Europa bereid zijn een actieve, assertieve rol op zich te nemen. Het moet stoppen met de criticaster te spelen van het Amerikaanse beleid. Europa moet zichzelf leren zien als een actor in de wereld, om samen met partners het nucleaire gevaar te verminderen. En mag dat niet doen als pleziertje voor John Kerry, maar als verantwoordelijke voor de eigen burgers en die van de rest van de wereld.

Copyright Knack/Newsweek. Vertaling: U.E.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content