Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Vrijdag staat Anderlecht opnieuw voor een levensbelangrijke wedstrijd : de verplaatsing naar Standard. De Brusselaars kunnen zich nauwelijks nog puntenverlies veroorloven.

FILIP DE WILDE maakte het desastreuze kompetitiebegin van Anderlecht slechts half mee. Nationale en Europese schorsingen hielden hem die eerste matchen op de bank, en zorgden er ook voor dat tijdens de voorbereiding, Frédéric Herpoel en Geert De Vlieger moesten spelen. In de Supercup tegen Club Brugge stond hij wél onder de lat : 2-1 winst. Nadien zag hij werkloos toe hoe de eerste kompetitiematchen tegen Aalst en Charleroi verloren gingen, en hoe Ferencvaros ook nog eens kwam winnen in het Vanden Stock-stadion. De Wilde zelf verloor maar één keer, met 2-1 op Seraing, maar akteerde daar wel als de enige Anderlechtenaar op hoog niveau. Die avond stond Anderlecht twaalf punten achter Aalst, en tien achter Club Brugge en Standard. Toen kwam Jan Boskamp terug en kon een lange achtervolging beginnen.

– FILIP DE WILDE : Niemand had verwacht dat we zo slecht zouden starten. Al inkasseerden we in de voorbereiding een paar nederlagen. Maar daar stond dan weer de winst tegen Brugge in de Supercup tegenover. Er werd veel geëxperimenteerd in die voorbereiding. We hadden een brede kern en er was geen vast elftal. Het was dus zoeken en tasten.

– Was dat niet de grootste fout van Herbert Neumann ? Een trainer van Anderlecht wordt geacht zijn spelers goed genoeg te kennen om meteen de juiste elf tussen de lijnen te zetten.

– DE WILDE : Zijn grootste fout, volgens mij, is dat hij zichzelf niet gebleven is. Ik was in het begin erg verheugd over zijn aanpak. De manier waarop hij de trainingen leidde en de ideeën over het voetbal die hij verkondigde, vond ik waardevol. Maar na een tijdje kreeg ik de indruk dat hij de discipline van de kern wat te hoog inschatte. Een ploeg die drie keer na mekaar kampioen geworden was, moest in zijn ogen vanuit zichzelf kunnen werken. In de plaats van de teugels strakker aan te halen liet hij ze los, misschien bewust om eens te zien hoe er gereageerd zou worden. Dat had een verkeerd effekt. En hij kreeg de kans niet om vast te stellen hoe er gereageerd werd.

– Dat is toch een totaal verkeerde aanpak ? Een trainer moet van op de eerste dag duidelijk maken hoe hij het wil, en iedereen die uit de pas loopt, de huid vol schelden.

– DE WILDE : In het begin was Neumann heel kritisch. Toen hij zei dat heel wat spelers het ABC van het voetbalspel niet onder de knie hadden, viel dat niet bij iedereen goed. Ik vind eerlijk gezegd dat een trainer dat mag zeggen, als hij ziet dat er zware fouten gemaakt worden. Maar wellicht schrok Neumann zelf van de weerklank van die woorden en daarna gooide hij het roer om. Toen begon hij plotseling met overdreven lof naar de ploeg te zwaaien. Zo’n ommekeer mag je niet binnen enkele dagen maken. Dan nemen de spelers je niet meer ernstig. Vanaf dat moment ging het bergaf. Je kon dat duidelijk merken.

– Vermoedelijk onderschatte hij het werk hier ? Op zijn visitekaartje stond vooral Vitesse, maar wat stelt dat voor ? Vitesse was vorig jaar zesde in Nederland. Op 21 punten van Ajax, en dat in de formule van twee-punten-per-overwinning. Dan moet je met wat minder nonchalance bij Anderlecht beginnen.

– DE WILDE : We vernamen daar naderhand een en ander over. We moesten zaterdag tegen Sint-Truiden spelen. Op woensdag was onze match tegen Ekeren uitgesteld en kon Neumann dus Sint-Truiden gaan scouten, maar daar had hij geen zin in. Tja, dat kan je je misschien veroorloven als je alle matchen met brio gewonnen hebt. Maar niet in het geval waarin hij verkeerde. Zoiets pikken ze bij Anderlecht niet.

– Hij had ook geen zin om Reinaldo bij de reserven te gaan bekijken. En bij de scouting van Ferencvaros op Debrecen bleef hij in het hotel in Boedapest omdat hij niet in een gammel vliegtuigje wilde stappen. Als je bij een nieuwe klub begint, kan zoiets niet.

– DE WILDE : Zeker niet in het Belgisch voetbal. Wij hebben nogal de neiging om ons op de tegenstander in te stellen, dan moet je die wel eerst kennen. Een nieuwkomer zou dus zeker zo veel mogelijk moeten gaan scouten. Ja, ik denk datNeumann het Belgische voetbal en het werk bij Anderlecht onderschatte. Maar nog eens : over zijn veldwerk en zijn voetbalvisie was ik opgetogen.

– Zijn taktiek was nochtans verre van indrukwekkend. De manier waarop De Bilde thuis tegen Ferencvaros op een eiland moest spelen…

– DE WILDE : Ja, maar ik denk dat er onder Raymond Goethals toch niet zo veel veranderde. Zetterberg is nadien dichter bij De Bilde gaan spelen, in de positie van Marc Degryse vorig jaar, maar dat is voor Pär ook niet ideaal. Hij rendeert beter met twee mensen voor zich. We zagen dat op Lommel : toen Preko eraf was, konden we nauwelijks nog voor gevaar zorgen. Zetterberg zwerft graag heen en weer op het middenveld, en laat zich soms ver terugzakken. Degryse was van nature uit meer een aanvaller, en dat merk je. Marc kon zijn inspanningen slimmer doseren. Kon een tijdje staan wachten op een bal, die even bijhouden zodat de anderen konden aansluiten, en dan aan zijn aktie beginnen.

– Met het ontslag van Neumann, het aantrekken van Goethals en het terughalen van Boskamp, had je als buitenstaander het idee dat het Anderlecht-bestuur het niet meer wist.

– DE WILDE : Je hebt de juiste man ook niet altijd voor het grijpen. Je hebt vaak maanden gezocht en gepraat om een nieuwe trainer binnen te halen, en dan moet je hem in twee drie dagen weer vervangen. Al bij al denk ik dat Anderlecht met Goethals en Boskamp telkens de beste oplossing koos. Er is maar één ding dat ik niet kon appreciëren : Goethals deed de match tegen Sint-Truiden en op Ferencvaros, en ’s zaterdags op Seraing was hij er niet bij. Wij kregen daar geen enkele uitleg over. Iedereen zei : dat kan toch niet, een trainer die niet op de match is ? Spelers hebben ook in die zin kritiek gegeven in de pers, een beetje kwetsend misschien voor Raymond Goethals. Pas later vernamen wij dat hij op dat moment in het ziekenhuis lag. Ik vraag me af waarom wij dat niet mochten weten.

– Drie dagen voordien was er de terugmatch op Ferencvaros. Daar hadden jullie goede momenten, maar het geluk was niet aan jullie kant.

– DE WILDE : Dat is zo. Al gaven we ook in die match te veel kansen weg. Wat ons de das omdeed, was uiteraard de 0-1 uit de heenmatch. Een buitengewoon slechte uitslag in de Europacup. Met 0-0 kan je het nog wel redden, maar 0-1 betekent dat de tegenstander zich kan verschansen.

– Nochtans is Ferencvaros niet bepaald een grote ploeg. Ajax poeierde ze met 1-5 af.

– DE WILDE : Ja, maar Ferencvaros komt alleen in problemen als het achter staat. Dan moeten ze zelf komen en het spel maken, en vallen ze door de mand. Zoals tegen Ajax. Maar wij stonden tegen hen nooit op voorsprong. Niet in de heenmatch, niet in de terugmatch.

– Geen Champions League, ervaarde jij dat ook als een ramp ?

– DE WILDE : Ach, een ramp… het is natuurlijk erg. Voor de klub financieel en qua prestige. Voor de spelers financieel en sportief. Maar het is nu eenmaal gebeurd. Maar je moet verder.

– Na de Europese uitschakeling was er de terugkeer van Boskamp. Hoe begroette je die ? Met opluchting ?

– DE WILDE : In de eerste plaats toch met ongeloof. Zoals iedereen, vermoed ik. Van de klub uit was het te begrijpen. Tenslotte gaven ze vorig jaar duidelijk te kennen dat ze met Boskamp verder wilden doen. Maar dat hij zelf op zijn beslissing zou terugkomen, verwonderde me meer. Hij had toch eigenlijk gezegd dat hij het hier moe was.

– Hij heeft natuurlijk niets te verliezen. De handicap waarmee hij moest vertrekken, was zo groot dat niemand hem iets zal verwijten als Anderlecht geen kampioen wordt. En als het dat wel wordt, is er een tovenaar bij in Brussel.

– DE WILDE : Ik weet niet of je het zo mag stellen. Er werd toch van hem verwacht dat hij de ploeg erg snel weer bovenaan zou brengen. Tot nu toe ging dat vrij behoorlijk, al lieten we het de jongste weken wat afweten. Die wedstrijd op Standard is daarom zeer belangrijk. Brugge verloor er, als wij winnen, profiteren we van die uitschuiver. Anders niet.

– De reeks van Boskamp oogt, ondanks die gelijkspelen, vrij mooi. Hij begon ook erg goed. Meteen een overwinning tegen Club Brugge. Wat heeft hij zo snel veranderd ?

– DE WILDE : Die eerste match niet zoveel. Grün op de man en Crasson libero, dat was in vergelijking met Neumann de grootste verandering. Voor de rest bleef het koncept grotendeels hetzelfde. De echte wijzigingen kwamen pas later, tegen Waregem. Toen kwam Suray er weer bij, Crasson en Babayaro behielden hun plaats, en Glen De Boeck kwam op de voorstopper. Die verdediging is blijven staan. Tot Crasson onder het mes moest.

– Met die blessure van Crasson ben je weer je vaste verdediging kwijt. Hoe moeilijk is het om bij Anderlecht in doel te staan ? Jullie komen alleen in Europese matchen onder druk. In de nationale kompetitie wordt Anderlecht vooral met countervoetbal gekonfronteerd, zodat je als keeper vaak in één-tegen-één-situaties komt.

– DE WILDE : Oh, ik vind dat we de jongste jaren ook in de kompetitie niet mogen klagen over onder-druk-staan (lacht). De tijd dat Anderlecht voor negentig procent op de helft van de tegenstander speelde, is voorbij. De meeste ploegen beschouwen Anderlecht tegenwoordig als een team dat te pakken is. Maar hoe dan ook spelen we vaak met veel ruimte in de rug van de verdediging. Dat is gevaarlijk, al lopen we toch niet zo veel averij meer op als vroeger.

– Komt dat ook door het plaatsen van Crasson op libero ? Die is snel en kan dus een man nog gaan terughalen. Iets waar Grün heel wat meer moeite mee heeft.

– DE WILDE : Dat zal tot op zekere hoogte wel een rol spelen, maar alles hangt af van de kollektieve ingesteldheid van je ploeg. Er is de voorbije jaren vaak kritiek geleverd op de zwakke defensie van Anderlecht. Maar ik zeg : het is heel moeilijk om als verdediging ver van je doel te spelen als je in het middenveld geen pressie op de bal hebt. Als bij de tegenstander de man die de bal draagt, niet wordt aangevallen, komt de verdediging vanzelfsprekend in problemen. Vraag is of dat dan de fout is van de verdedigers. Daar wrong bij Anderlecht vaak het schoentje.

– De kritiek op de verdediging betrof ook het gebrek aan offensieve impulsen. Als je ziet wat een overwicht Club Brugge op het middenveld krijgt door het inschuiven van Okon, stel je vast wat Anderlecht al een paar jaren mist.

– DE WILDE : Het is niet alleen Okon bij Club. De figuur van Franky Van der Elst op dat middenveld is allesbepalend. Hij stuurt de rest van de ploeg. En de anderen maken ruimte voor hem, zodat hij kan opkomen zonder veel risico op balverlies. Je kan er maar individueel uitspringen als er kollektief hard gewerkt wordt. Bij Anderlecht wordt er ook voortdurend aan het koncept gesleuteld. Dat heeft te maken met de vele blessures en met het altijd maar nieuwe spelers moeten inpassen. Twee jaar geleden speelden we met twee spitsen en Degryse erachter. Vorig jaar was het één spits en Degryse. We hebben een tijdje te veel linksvoetigen gehad. Er was altijd wel iets. Daarom ben ik blij dat we de jongste weken een vast stramien hebben. Ondanks het feit dat de resultaten niet honderd procent meevallen, gaan we weer van ons eigen spel uit, en is het opnieuw de tegenstander die zich aan ons aanpast. We moeten dat zowel thuis als uit kunnen afdwingen. Dat zal ons misschien nog punten kosten, maar de ploeg als geheel zal er op vooruit gaan.

– Je bent sinds ’87 bij Anderlecht. Samen met Grün de enige van die lichting die nog over is. En dan is Grün tussendoor nog vier jaar naar Italië geweest. De jongste jaren verdween heel wat talent. Nilis, Albert, Degryse, allemaal waren ze het wat beu. Hoe zit dat met jou ?

– DE WILDE : Ik zit hier aan de top en tot nu toe kwamen ze nog nooit aan mijn mouw trekken voor een transfer. Ik zou zoals alle voetballers ook wel eens graag in een sterke buitenlandse kompetitie willen spelen, maar toch niet bij om het even wie. En ploegen die een buitenlandse keeper komen zoeken, daar is meestal iets mis mee natuurlijk. Michel Preud’homme pakte zijn toptransfer ook laat. En het was geen toeval dat hij op dat moment transfervrij was en dus niets meer kostte.

– Volgend jaar loopt jouw kontrakt af en ben je ook transfervrij, dankzij Jean-Marc Bosman. Jij was vroeger nogal gewonnen voor een spelersvakbond. Gelukkig met de uitspraak in de zaak Bosman ?

– DE WILDE : Absoluut. Voor de spelers is het een goede zaak, hoewel het de konkurrentie vergroot. Een klub zal goedkoper dan nu een alternatief kunnen aantrekken. De klubs schreeuwen op dit moment wel moord en brand, maar veel zal er volgens mij toch niet veranderen. Er wordt nog nauwelijks gekocht in het Belgisch voetbal. Veel huren, of buitenlanders aantrekken die niets kosten en die men met een flinke winst van de hand hoopt te doen. Puur principieel gezien kan je alleen maar gelukkig zijn met de uitspraak van het Europees hof, als dat tenminste de aanbeveling van zijn advokaat-generaal volgt. Zeker ook omdat de rol van investmaatschappijen aan banden wordt gelegd. Dat waren echte mensenhandelaars. Of erger nog : mensenspekulanten. Ik heb dus grote bewondering voor de moedige en eenzame strijd die Bosman voert. Al was hij wellicht nooit naar de rechtbank gestapt mocht Luik hem indertijd nog een kontrakt hebben aangeboden. Het is omdat zijn carrière toch op een dood spoor zat, dat hij de stap heeft gezet. Daarom blijven topspelers in deze kwestie vaak afwezig. Je hebt al maar een carrière van in het beste geval een jaar of tien vijftien. Zolang je in het systeem kan meedraaien, ga je je eigen ruiten niet ingooien.

– Hoe is het met Geert De Vlieger ? Een paar maanden geleden werd zijn komst als een ernstige bedreiging voor jouw positie beschouwd. Dat lijkt wat verdrongen ondertussen, maar je weet dat er een ambitieuze konkurrent klaar zit die maar één ding wil : onder jouw lat gaan staan.

– DE WILDE : Die vraag is mij al vaker gesteld natuurlijk (lacht). Mijn positie was op geen enkel moment bedreigd. IK voelde de transfer van Geert niet als een motie van wantrouwen aan. De kans deed zich voor om een goede doelman te kopen, dan doet Anderlecht dat. Het is misschien de enige klub die zich dat kan permitteren. Bij Brugge zeggen ze : Verlinden kan nog jaren mee en tegen dan is Belpaire klaar voor het grote werk. Wij hebben geen De Vlieger nodig. We kunnen ons geld beter gebruiken.

Nu, ik wil eerlijk zijn : een ambitieuze konkurrent op de bank laat me ook niet koud, hé. Je gaat dus nog fanatieker werken, om toch maar helemaal niets aan het toeval over te laten. Zelfs in de vakantie was ik er al mee bezig. Dat ik die eerste matchen dan nog geschorst was, betekende een extra faktor van onzekerheid. Neumann had me wel gerustgesteld dat ik eerste doelman bleef, maar stel dat De Vlieger die eerste weken uitgroeit tot de held die in zijn eentje de ploeg rechthoudt, dan denk ik toch dat je gerustgesteld op de bank kan gaan zitten.

– Tot slot, de nationale ploeg. Dat is ook een verhaal van horten en stoten. Hoewel je bij de Rode Duivels nog geen enkel doelpunt binnen kreeg.

– DE WILDE : Ik heb ook niet veel gespeeld, natuurlijk. Twee echte interlands en een paar oefenduels. Over die nationale ploeg maak ik me niet druk meer. De klub komt voor mij op de eerste plaats. Ik wil me honderd procent verzorgen en inzetten voor de klub. En roepen ze me op voor de Rode Duivels, dan ga ik met veel plezier. Er kon nog niemand klagen over mijn werk in de nationale ploeg. Roepen ze me niet op, dan lig ik er niet meer wakker van. Vroeger was dat anders, maar nu… Dat zijn de jaren, jong, die temperen je entoesiasme.

– Tegen wie zeg je het.

Koen Meulenaere

Filip De Wilde in het doel van Anderlecht : “De jongste jaren kom ik ook in de Belgische kompetitie geregeld onder druk te staan. “

Filip De Wilde : “Principieel gezien kan je alleen maar gelukkig zijn met de zaak-Bosman. “

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content