Ze hadden het er zelfs al te druk om elkaar te haten en over een jaar organizeren ze er ook nog eens de Olympische Spelen. Een portret van Atlanta, stad van zwarte hoop.

ALS VREEMDE STAD met verschillende gezichten, boeit Atlanta altijd. Maar kan het die belofte ook waarmaken tijdens de olympische gekte die de stad van 19 juli tot 3 augustus 1996 in de greep zal houden ?

Ook Barcelona schijnt een boeiende stad te zijn. Wie daar in 1992 bij de Spelen beroepshalve moest funktioneren, onthoudt van Barcelona de chaos, de taalperikelen, die misplaatste Spaanse (desgevallend Catalaanse) fierheid en de vochtige hitte. De organizatoren van The Atlanta Committee for the Olympic Games (ACOG) kregen dezelfde indrukken. Ze gooien het dus over een andere boeg. Alleen de hitte blijft overeind in het plaatje. Over de jongste twintig jaar berekend, bedraagt de normale temperatuur in Atlanta in de periode van de Olympische veertiendaagse, gemiddeld 31,5 graden Celsius. Dat is precies vier graden boven de waarden in Barcelona in de zomer van 1992. De jongste zomers kende Atlanta telkens een zestal dagen waarin het kwik steeg tot 38 graden en ’s nachts niet beneden de 28 zakte. Bovendien is het er altijd erg vochtig en dus onweerachtig. Eén dag op twee breekt in de namiddag gegarandeerd een onweer los. Dat is precies het tijdstip waarop de Olympische maraton wordt gelopen. Over het aanvangsuur van die wedstrijd was veel te doen. Medici opteerden voor ’s ochtends, maar de traditie haalde het. Het sluitstuk van de Centennial Games wordt gelopen tussen 30 en 35 graden, met een luchtvochtigheid van 90 procent en onder de permanente dreiging van een blikseminslag.

“Sprookjes houden nu éénmaal bepaalde risico’s in. ” Dat zei William Porter Payne ter verklaring van een aantal andere vreemde opties van ACOG. Voor vrienden, en daar heeft hij er tegenwoordig veel van, heet deze man Billy. Hij is de hartlijder die bij een jogging op een februaridag in 1987 een visioen kreeg : hij zou de Olympische Spelen organizeren. Drie jaar later, net voor zijn tweede by pass, kreeg hij zijn zin en nog eens vijf jaar later is Atlanta zo goed als klaar voor de Spelen.

Dat daar ooit aan getwijfeld werd. De stad heeft alles, van sporthallen of andere vergelijkbare ruimtes over transportinfrastruktuur tot hotels. Atlanta is niet voor niets in een paar decennia uitgegroeid tot de grootste beurzen- of kongresstad ter wereld.

In The South, met de nadruk op de staat Georgia en in de eerste plaats de stad Atlanta, werden de jongste twee ekonomische krisissen vertaald als : “licht vertraagde groei. ” Tussen 1984 en 1993, voor de invloed van de Spelen en de 80.000 daarmee verwante nieuwe jobs zich lieten gelden, werden in Atlanta 487.600 banen gecreëerd tegen een ritme van maximaal 97.500 in 1984 en 28.900 in 1989. Nog meer indrukwekkende cijfers : in die tien jaar kwamen zich 1.506 bedrijven in Atlanta vestigen, éénderde daarvan uit het buitenland. Een poll onder de grootste duizend bedrijven (internationaal en nationaal) in de VS wees uit dat Atlanta de voorkeur heeft als er aan een nieuwe vestiging wordt gedacht.

In zo’n bonanza moet het makkelijk geld ophalen zijn. Voor de Olympische Spelen zou het Internationaal Olympisch Komitee (IOK) tien Worldwide Olympic Sponsors aanbrengen en nog eens twaalf bedrijven zouden optreden als lokale geldschieters onder de koepel Atlanta Centennial Olympic Partners (zie kader). Die laatste zouden worden gezocht door ACOG in samenwerking met het Amerikaans olympisch komitee (USOC). Het geld zou worden verdeeld volgens de sleutel 70 procent ACOG/30 procent USOC. Op twee en een half jaar van de Spelen had het IOK zeven van de tien pakketten verkocht (kostprijs tussen 30 en 40 miljoen dollar) en had ACOG nog eens 6,5 sponsorkontrakten gesloten voor dezelfde waarde. Het gat in de Atlanta-begroting bedroeg toen 760 miljoen dollar. Vorig jaar, ten tijde van de winterspelen in Lillehammer, was er wereldwijd een halve sponsor extra gevonden en dienden zich lokaal twee nieuwe namen aan. Vandaag moeten nog 438,5 miljoen dollar de weg vinden naar de bankrekeningen van ACOG. Slechts een klein deel daarvan is spekulatief, zodat bij een adekwate kostenbeheersing, de Spelen minstens een break even zullen halen. De tv-rechten bezorgden Payne, naar eigen zeggen, de meeste slapeloze nachten. De beoogde 900 miljoen dollar werd overschreden. (Ter vergelijking : het WK voetbal van 1994, dat pretendeert belangrijker te zijn, moest het stellen met 100 miljoen dollar tv-rechten.) Inmiddels heeft het IOK negen en een halve sponsor en heeft het zoeken naar een volwaardige nummer tien opgegeven. ACOG veranderde na het signeren van de negende Centennial Olympic Partner het geweer van schouder. De rechten werden opgesplitst en voor een lager bedrag aan de man gebracht. Dertien bedrijven sprongen al in de dans en heten ACOG-sponsor.

PRIVE-ONDERNEMING.

Payne beweerde van bij het begin dat Atlanta de tweede volledig privé-gefinancierde Spelen uit de moderne geschiedenis zou organizeren. In 1984 had Los Angeles dat kunstje al eens eerder geflikt. Bij de afrekening kwam men toen op 215 miljoen dollar winst uit.

ACOG rekende iets bescheidener. In een eerste vingeroefening uit 1989 ging men uit van 150 miljoen dollar winst. In 1992, toen zowel uitgaven als inkomsten fiks stegen (zie kader) werd dat honderd miljoen dollar. Het plan waarmee Atlanta het haalde bij de verkiezing in 1990, ziet er vandaag heel anders uit : 24 van de 26 sporten kregen andere lokaties, wat de inflatie aan de kostenzijde verklaart. De groenen lagen dwars voor het roeien en zeilen, de homobeweging lobbyde volleybal weg uit een ultra-konservatieve voorstad en voor het beach volleybal wordt geen strand gebruikt in Savannah maar een hoop zand landinwaarts geïmporteerd.

Begin 1994 cijferde men opnieuw en stelde men de winst bij op 60 miljoen dollar. Puur boekhoudkundig is dat geen winst, maar een reserve waarmee onvoorziene uitgaven kunnen gedekt worden. In de herfst van dit jaar wordt een nieuwe begroting opgemaakt.

“Natuurlijk wordt er ook overheidsgeld aangewend om de Spelen te financieren, ” schreef The Atlanta Journal/Constitution in april van dit jaar, “en nog wel voor 353,9 miljoen dollar. ” De krant die dertig redakteuren full time op de Spelen heeft werken, had alles precies uitgevlooid. De staat Georgia zou 146,6 miljoen dollar bijdragen voor de bouw van de nieuwe wijk van de universitaire campus van Georgia Tech University. Die akkommodatie moet dienen voor het olympisch dorp. De regering zou bijna 100 miljoen dollar bijdragen voor de veiligheid. Fulton County, de lokale overheid, maar liefst 11,4 miljoen dollar, ook voor veiligheid. Daarna volgde een berekening per lokatie. De krant besloot met Gainesville, waar de stad de installatie van een septische put voor 12.000 dollar zal bekostigen. Payne was niet gelukkig met het bericht dat de wereldpers haalde, maar antwoordde : “De Spelen blijven een privé-onderneming, we betalen niet voor de opdrachten van de overheden. Wij organizeren. “

KANSARMOEDE.

Dat was het argument waarmee Payne toen hij elke journalist nog persoonlijk wilde zien de sociale vraagstukken in interviews te lijf ging. Aktievoerders van allerlei pluimage streken die dagen in het Inforum neer. “Wij zijn geen sociale instelling die aan inkomstenherverdeling doet. Ik ben het beu met de vinger nagewezen te worden omdat we behalve de bouw van een stadion van 170 miljoen dollar, ook nog niet eens een keertje 100 miljoen in onze portemonnee hebben om een probleemwijk te saneren. Volgens realistische berekeningen zullen de Spelen onze staat 5 miljard dollar extra-inkomsten opleveren en 80.000 banen voor één jaar. Dat moet minstens 200 miljoen dollar aan belastingen of besparingen betekenen. Dàt geld moet je in de stadssanering investeren. “

Bijna één jaar later, bij een nieuw bezoek aan Atlanta, had ACOG zich onder druk van de publieke opinie gerestyled en op enkele sleutelposities zwarte medeburgers neergezet. De wijken zouden betrokken worden bij de projekten, de bewoners zouden voorrang krijgen voor de jobs en de bijgeleverde training. We werden op sleeptouw genomen door een entoesiaste Doug Dean, een zwarte advokaat. Hij trekt zich het lot aan van de wijk Summerhill, een op het eerste gezicht rustige buurt met overwegend alleenstaande moeders en opgroeiende kinderen, maar in de realiteit een crack-nest zonder weerga. Ironisch toch dat Summerhill de eerste lokatie was, waar de bevrijde zwarte Amerikaanse slaaf kon gaan wonen. De heuvel ligt pal naast het bestaande Fulton County Stadium en dus ook het nieuwe olympisch stadion dat op de parking van dat eerste stadion wordt gebouwd.

Summerhill werd van Atlanta afgesneden toen de ring rond de stad werd gebouwd. Daarna kwam de Georgia Dome. Dat is een gigantische sporthal van 72.000 zitplaatsen en huishaven van het footballteam The Atlanta Falcons. (Voor de Spelen wordt de zaal opgedeeld voor gymnastiek en basketbal.) Bij geen van die projekten werd een inspanning geleverd om de autochtonen er bij te betrekken. Bij de twee thuiswedstrijden per week in het baseballseizoen, wordt in elk voortuintje een parkeerfaciliteit en al het verplaatsbare te koop aangeboden. Het was lang de enige bron van inkomsten voor de Summerhillers.

Het laatste nieuws van dat front klinkt goed. Summerhill heeft geld gekregen uit Hope One, het huizenprojekt van de Clinton-regering. De sociale huurwoningen worden gerenoveerd en geschonken aan de bewoners. In de hoop dat ze er goed voor zorgen en zich koest houden tijdens de Spelen.

Summerhill is maar één van de dertien wijken die door de Olympische Spelen wordt beroerd. Techwood heeft ook zo’n symbolische waarde en ligt al even strategisch. Daar werden de eerste sociale woningen in de VS gebouwd. In potentie is het een prachtige lokatie met veel groen en stevige bakstenen huizen, een luxe in dat land. Maar kansarmoede tiert er welig en een wandeling onder de autoweg tot aan de campus van Georgia Tech is één jaar voor de Spelen nog altijd een gewaagde onderneming. Voor twintig dollar wil een lichtbenevelde zwarte jongeman ons uit het nest weghalen en een veiliger weg tonen. “Otherwise man, eten ze je hier levend op. ” Atlanta staat bekend als één van de gevaarlijkste steden in de VS. Volgens statistieken die door lokale aktievoerders worden gehanteerd, is het de op een na armste stad en dat ondanks de ekonomische welvaart.

DE GEKONFEDEREERDEN.

Twee op drie van de 400.000 inwoners van de stad Atlanta zijn zwart. Alleen Detroit doet met drie op vier beter (In de VS is 12 procent van de bevolking zwart). Atlanta heeft bij de zwarten in de VS de reputatie de meest zwartvriendelijke stad te zijn in de VS. Heel wat bedrijven zijn er in handen van afro-Amerikanen. Toch is die rassenintegratie maar schijn. Een Vlaamse zakenman die al jaren in Atlanta woont, weet hoe de vork in de steel zit : “Integratie bij de lunch, maar segregatie bij het avondeten. “

Downtown wordt overdag beheerst door de (voor Europeanen) opvallende aanwezigheid van zwarten in hemd, stropdas en maatpak. In één van de vele shopping malls eten ze broederlijk naast de blanke medeburger hun fast food uit het isomobordje. Als het werk erop zit, gaan hun wegen uiteen. Zwart trekt naar het zuiden en westen. De blanken overwegend naar de mooie subdivisions (wijken met eigen veiligheids- en sportvoorzieningen) in de voorsteden van het noorden of de kleurrijke historische stadswijken in het oosten, zoals Virginia Highlands, Little Five Points of rond Emory University waar de film Driving Miss Daisy werd opgenomen. In de achttien county’s van groot-Atlanta wonen 2,8 miljoen mensen, waarvan éénvierde niet-blanken.

In het statige Buckhead op West Paces Ferry Road of in de volksmond Coca-Cola Row, omdat de topmanagers van ’s werelds bekendste merk er wonen , vind je alleen maar blanken. De taxichauffeur wijst bitter naar replika’s van het Witte Huis. “This is Old Money. Verdiend met de katoenteelt op de nek van de zwarte slaaf. ” The City too busy to hate de stad die het druk heeft om te haten zoals Atlanta wel eens wordt aangeduid, is een slogan van de blanken.

Raciale kwesties zijn nooit triviaal, heeft ACOG snel ondervonden. De vlag van Georgia is zo’n probleem dat in het Inforum met de nodige ernst wordt behandeld. In die vlag is het symbool van de gekonfedereerde (zuidelijke) Staten uit de Amerikaanse burgeroorlog prominent aanwezig : de Stars & Bars, een diagonaal kruis met dertien witte sterren, voor elke staat één. Het zuiden verloor de oorlog en Atlanta werd platgebrand (zie “Gone With the Wind”). De Stars & Bars van de gekonfedereerden was in de eerste plaats het symbool voor de onwil van het zuiden om de slavernij af te schaffen. De vlag wapperde voor het eerst in 1956 als symbool voor de nieuwe bewustwording van de Southerners. Ze is daarom al veertig jaar een doorn in het oog van de zwarte bevolking in het zuiden van de VS. De Olympische Spelen zijn een voor de hand liggende hefboom om de zaak voor eens en voor altijd te regelen. De Rainbow Coalition van zwarten en progressieven neemt het op tegen de Heritage Preservation Association, een verzameling van ultra-konservatieven die vooral in de provinciesteden en op het platteland wonen. Zij willen “komaf maken met het aanvallen en beledigen van zuiderse symbolen. ” Met de metropool Atlanta “een hol van linksen en zwarten” willen ze geen uitstaans hebben. Acht wetsvoorstellen om de vlag aan te passen, sneuvelden tot dusver, maar de zwarten van Atlanta geven niet op. Ze dreigen ermee tijdens de Olympische Spelen hun kerkdiensten te houden op Northside Drive, een laan die de olympische ring middendoor snijdt. Hun leider Joe Beasley voorspelde het scenario. “Beeld je in : zesduizend mensen midden op straat die samen We Shall Overcome zingen. Wegen geblokkeerd. Vlaggen die worden verbrand, demonstranten die voor het stadion worden opgepakt. En de hele wereldpers die meekijkt. Dit is geen bluf, dit is een belofte. “

COCA-COLA COMPAGNY.

Gekonfronteerd met die problemen, slaakt ACOG-baas Billy Payne een zucht en neemt zijn bril af, een teken van ergernis bij deze kolerieke heer. Als hij zijn rust hervindt en zich de mediatraining herinnert, deklameert hij : “Atlanta is een stad waar blanken en zwarten in harmonie samenleven. Dat zal tijdens de Spelen niet anders zijn. “

“Bullshit. ” Aldus Marty King. Hij was een logische stop bij een eerste bezoek aan Atlanta. Marty was toen nog gemeenteraadslid. Hij heet officieel Martin Luther King III en is de (politiek niet zo briljante en daarom inmiddels weggestemde) zoon van de in 1968 vermoorde dominee. “Zwart heeft hier de politieke macht voor de vierde keer werd een zwarte burgemeester verkozen , maar de werkelijke macht is in handen van de ekonomische en financiële sektoren en daar houden de blanken de touwtjes stevig vast. ” Waarop hij naar het torengebouw van Coca-Cola wees. Dat staat uit het stadscentrum tussen downtown en midtown, aan de andere kant van Georgia Tech. De Coke-building heeft uitzicht op het olympisch dorp en alle olympische lokaties. “Onopvallend gebouw ? Vergis je niet. Zij bepalen alles. “

Atlanta en The Coca-Cola Company hebben een joint venture afgesloten en het Internationaal Olympisch Komitee is gezwicht. Zo luidden de uiterst kritische kommentaren na de uitverkiezing van de Amerikaanse stad in september ’90 in een hotel in Tokyo. Dat Coke van Atlanta houdt en zich betrokken voelt bij wat er in de stad gebeurt, is waar. Toen Martin Luther King in 1968 werd vermoord, braken in de hele VS rassenrellen uit. In Kings thuisbasis Atlanta bleef alles kalm. The Company’s grote baas, Robert Woodruff, had verordonneerd dat alles in het werk moest worden gesteld om de bevolking te kalmeren. De dag van de moord stuurde hij zijn privé-jet om Kings weduwe op te halen. Dat paste in een nieuwe marketingstrategie van de soft-drinkgigant. Onderzoek had namelijk uitgewezen dat de elf procent zwarten in de VS maar liefst zeventien procent van de omzet van soft drinks voor hun rekening namen. Woodruff was daarom aanwezig op het galadiner dat King eerde, toen hij in 1964 de Nobelprijs voor de Vrede had gewonnen. Van een stijlbreuk gesproken. Tien jaar eerder was bijna elke bottelaar in het zuiden van de VS lid van de Ku Klux Klan. Uit die tijd dateert een quote van Robert Woodruff. Die had op zijn landgoed in Georgia een legertje zwarten in dienst en stelde ooit : “stemrecht voor de zwarten is zoiets als stemrecht voor chimpansees. “

GESTOLEN AUTO.

Van de veelbesproken stadsvernieuwing als secundair effekt van de Olympische Spelen is maar weinig merkbaar. Hier en daar vindt men geld voor een projekt. Zo trok Mercedes zich terug als olympisch sponsor, maar gaf het vervallen geboortehuis van Margaret Mitchell een grondige opknapbeurt. Tijdens de Spelen zal het dienen als VIP-ruimte, nadien wordt het aan de stad geschonken. Niet alleen het huis van de auteur krijgt een beurt. Tara, het landgoed van de O’Hara’s uit het boek, mag dan nooit hebben bestaan, het wordt in de komende maanden in de buurt van Atlanta als een pretpark nagebouwd.

Om Sweet Auburn grondig op te knappen, staat men niet zo te springen. Rond Auburn Avenue organizeerde zich in het begin van de twintigste eeuw een gemeenschap van zwarte advokaten, professoren, bedrijfsleiders en intellektuelen. Daar werd Martin Luther King geboren en kan zijn geboortehuis nog worden bezocht. Daar staat de Ebenezer Baptist Church waar zijn vader en hij predikten, zijn moeder werd vermoord en de Civil Rights Movement werd geboren. De wijk is een nationaal monument, maar de meeste historische houten huizen zijn klaar voor de sloop.

Alle inspanningen van ACOG ten spijt, wist in april nog maar één op drie Amerikanen dat de volgende zomerspelen in Atlanta doorgingen. “Wat in de pers verschijnt, is negatief, ” klaagt perschef Bob Brennan. “Toen in het nieuwe stadion een deel van een tribune in aanbouw instortte, schreef men dat het te wijten was aan de haast waarmee het ding werd gebouwd. Onzin, maar de hele wereld nam dat bericht over. ” Brennan staat op en loopt naar zijn raam : “Wat bezielt jullie ? Kijk toch zelf man : het loopt hier als een trein. “

Logies en veiligheid bezorgen ACOG momenteel de meeste kopbrekens. De inwoners van Atlanta hebben zich, spijts hun zuiderse gastvrijheid, ontpopt tot opportunistische fans van de vrije markt. Slachtoffers zijn de (dagelijks 150.000) bezoekers van de Olympische hoogmis, die op zoek zijn naar een kamer. Hoewel ACOG kontrakten afsloot met hoteleigenaars en de prijzen zodoende probeerde te bevriezen, vragen die tot vijf keer de aangekondigde prijs. Kamers in privé-woningen kosten makkelijk tussen 150 en 300 dollar per nacht.

Ook de veiligheidsvoorzieningen zijn aanmerkelijk strenger geworden. Laatst was ook Bill Clinton twee dagen in de metropool. Het bezoek was onder meer een test voor de veiligheid. Ik heb gezien dat jullie prachtig werk leveren, gaf de president als opsteker mee voor hij vertrok. Diezelfde dag blies de lokale CIA-afdeling in Atlanta alarm. Eén van hun meest gesofistikeerde gepantserde auto’s was gestolen. Het dient gezegd : in het ACOG-hoofdkwartier was het de grap van de dag.

Dat de Spelen als een trein lopen, om het met de woorden van de perschef te zeggen, merkt men aan de trivialiteiten waarmee de organizatie zich stilaan kan gaan bezighouden. Na lange reflektie raakte bekend dat de atleet die het Olympisch vuur zal aansteken, wellicht de bokser Evander Holyfield wordt. Hij is geboren in één van de armste wijken van Atlanta, woont nog altijd in de stad en is ex-medaillewinnaar van de Spelen van Los Angeles. Toen werd hij door scheidsrechterlijke onkunde uit de finale gehouden. Holyfield heeft dat onrecht altijd ridderlijk opgenomen en zou daar nu voor beloond worden.

Voor alle grote namen van Atlanta zal op het Grote Sportfeest straks een plaats zijn. Dominee Martin Luther King is zoals bekend niet meer van de partij, maar zijn (in de zwarte gemeenschap erg omstreden) vrouw Coretta zal van vredesduif Juan Antonio Samaranch (de IOK-baas) tijdens de openingsceremonie ongetwijfeld een passend eerbetoon krijgen. Dat geldt ook voor Andrew Young, de ex-VN-ambassadeur en ex-burgemeester van Atlanta, die voor alle zwarten uit die stad als Andy aanspreekbaar is. Hij is de man die zijn volk warm maakte voor de Spelen.

Of er voor de bekendste autochtoon een prominente rol is weggelegd, valt nog te bezien. Jimmy Carter geniet bij blank en zwart in Atlanta hoog aanzien, maar het IOK ziet dat even anders : hij was de Amerikaanse president die de boycot tegen de Spelen van Moskou 80 afkondigde.

Hans Vandeweghe

De skyline van Atlanta : de stad heeft alles.

William Payne, baas van het organizatiekomitee : “Er zal harmonie zijn. “

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content