DOOR FRANS VERLEYEN

HET HEEFT IETS VAN DE ROMEINEN, of zo u wil iets rijkskanselarij-achtigs : die plechtige bijeenkomsten, gehouden onder de kristallen lusters van Lambermont of Hertoginnedal, ter bevordering van de arbeid. Tegenwoordig heet dat ?banenoverleg”. De dames en heren die daar aan vierkante, ronde of ovalen tafels plaatsnemen, behoren tot de intieme structuren van het Belgische staatsbestel. Luc Van den Brande en soortgenoten zijn hier dan ook even weinig welkom als een voetballer bij de raad van bestuur van de bond. Dit is het federale niveau, meneer. Dit is pas ernst.

Toch maar goed, zal de bevolking denken, dat er gepraat wordt in een geest van samenwerking, ideeën ruilen, de handen in elkaar. Onze beroemde ?overlegeconomie” heeft het land nu al een halve eeuw goede diensten bewezen. Massale uitbarstingen van ontevredenheid waren zeldzaam, het beeld van zowel de hardvochtige werkgever als de machteloze proleet raakte uit de mode, de volkswelvaart nam gestaag toe. Tot voor enige jaren liet de regering de ?sociale partners” vrij met elkaar onderhandelen over de grote economische afspraken. Aan die vrijheid maakte ze, eind jaren tachtig, een einde. Ze trok het laken naar zich toe.

Toch hielp dat niet om de werkloosheid te verminderen. Ondanks honderd flonkerende verklaringen, bijzondere plannen of andere politieke stimulansen is de arbeidsmarkt er vandaag slechter aan toe dan ooit. Ongeveer een miljoen volwassenen zoeken of vinden er geen of een te krappe plaats, zodat de gemeenschap ze financieel moet bijspringen. Met de pensioentrekkers erbij, moeten tien burgers met werk nu voorzien in het levensonderhoud van twaalf niet-actieven. In die gevreesde verhouding van 1 tegen 1,2 ligt, onder andere, de behoefte aan duizend vierhonderd miljard frank per jaar voor onze sociale zekerheid.

Dat bedrag wordt grotendeels gehaald uit de heffing van bijdragen op arbeid. Een kind kan weten wat daarvan het gevolg is. De economische kat moet onophoudelijk haar eigen staart achterna hollen : hoge sociale premies maken hoge lonen, hoge lonen veroorzaken werkloosheid die op haar beurt tot hogere premies noopt. En dat blijft zo maar duren. Elk goed banenoverleg zou moeten leiden tot het doorbreken van die ijzeren logica. Daarom wordt af en toe gesproken over een ander soort financiering van de sociale zekerheid (zoals meer energiebelasting en dergelijke) maar wie daar in de Europese concurrentieslag als eerste of enige mee begint, kan het ook wel schudden.

Dus zal de reeks geheime vergaderingen op Hertoginnedal niet zoveel opleveren. Het politieke tijdsklimaat in België en de aard van de regerende coalitie zijn nog niet rijp voor de passende conclusie. Het binnenlandse tekort aan werk heeft twee hoofdoorzaken. Er zijn te veel laaggeschoolden die niet meer passen in het moderne productieproces van goederen of diensten. En goedkope arbeid is buiten onze grenzen zo makkelijk te vinden dat wat we nog hebben eigenlijk al een wonder mag heten.

Dit kwalijke beeld wordt nog versomberd door een toestand die door de regerende meerderheid (waartoe ook de niet democratisch verkozen vakbondswereld gerekend mag worden) nooit openhartig wordt aangekaart. In alle schema’s wil zij, weliswaar zo stilzwijgend mogelijk, één vastgeschroefd uitgangspunt behouden zien : de helft van wat in de nationale economie verdiend wordt, moet aan de overheid of een ervan afgeleid apparaat worden afgestaan. Over al de rest valt te praten, maar zoals die Duitse schone haar aanbidder ooit toefluisterde : Alles kann ich dir geben, nur das Eine nicht.

Weliswaar zijn er nog (enkele) andere welvarende landen waar de politieke en sociale netwerken evenveel beslag leggen op het nationaal inkomen als bij ons het geval is. Maar dat valt daar dan ook te merken. Het straatbeeld en landschap, de beoefening der schone kunsten, de gesprekstoon in de media, de intellektuele kwaliteit van de bewindslieden, zelfs het waarneembare volkskarakter geven er sterker dan in België de indruk dat er een groepsproject aan de gang is, een maatschappelijke onderneming waaraan uiteraard met het nodige gemopper een soort collectief plezier te beleven valt. De economische en sociale structuur schijnen er zich aan elkaar op te trekken.

In eigen land ontbreekt die sfeer, iedereen is wantrouwig. De immense overdracht van gezinsinkomens naar de publieke sector leidt hier zelden tot een zichtbaar betere samenleving. In onze binnensteden gaat het er niet bepaald fris en vrolijk aan toe. De verzorgingsstaat krijgt de politieke bedremmeldheid van veel kleine lieden nauwelijks weg. Aan het zogenaamde uitsluitingsproces van honderdduizenden medeburgers wordt net genoeg geld besteed om ze braaf te houden, arm maar proper.

De rest van de collectieve budgetten wordt zoals het Rekenhof wanhopig blijft herhalen slecht beheerd, niet zelden gestolen door anonieme medespelers op de partijpolitieke grasmat of verkwanseld aan bestuurlijk verdachte operaties. De waarheid klinkt hard : het Belgische weefsel is doortrokken van veelvormige corruptie, zoals groene kaas van schimmel.

Het Nederlandse Tweede-Kamerlid Ruud Vreeman (PvdA) schrijft dat een gezonde economie angst nodig heeft het risico van de ondernemer net zoals dat van de door haar ambities gemotiveerde actieve beroepsbevolking maar ook geborgenheid. Wie een risico neemt (een industriële investering, de aanvraag van een patent, het schrijven van een boek, de stichting van een nieuwe school) moet erop kunnen rekenen dat hij in zijn onzekerheid niet alleen is en dat een gebeurlijke mislukking niet te zwaar afgestraft zal worden. Ook : dat succes niet wordt kortgemaaid.

VOOR DIE GEBORGENHEID zouden de Belgische bewindslieden opnieuw moeten kunnen zorgen. Het stichten en verspreiden van geloof in de waarde van groepsgewijze aanpak, van coöperatief welslagen, heeft echter goede en vooral betrouwbare woordvoerders nodig. Liegen of zelfs maar het verhullen van de werkelijkheid zou de zwaarst bestrafte politieke zonde moeten zijn. Omdat het futloze kabinet-Dehaene en zijn entourages aan die voorwaarde niet voldoen, blijft het land op de sukkel en de ene tegenslag na de andere verwerken. Op Hertoginnedal, met de daar heersende opvattingen, nieuwe banen in leven roepen is even onmogelijk als sneeuwballen bakken.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content