Het voorstel van een energiepact dat Groen-parlementslid Kristof Calvo in Knack lanceerde, valt niet in dovemansoren. De energiesector reageert enthousiast.

Overheid, werkgevers en werknemers, consumentenorganisaties en milieubewegingen moeten samen een energiepad uitstippelen richting 2050. ‘Honderd procent hernieuwbare energie moet de ambitie zijn.’ Dat zei federaal parlementslid Kristof Calvo (Groen) onlangs in Knack. Het idee van een energiepact is niet nieuw. Elia trok eind vorig jaar al aan de alarmbel. De hoogspanningsnetbeheerder vreest dat het licht de komende jaren wel eens zou kunnen uitgaan, zeker na het wegvallen van een aantal gascentrales. Elia wil daarom een maatschappelijk gedragen energiepact met een langetermijnvisie op de energievoorziening in ons land.

De energiebedrijven roeren zich ook. Essent reikt de politiek enthousiast de hand. ‘Wij geloven sterk in een energiepact met alle relevante stakeholders, naar het Nederlandse voorbeeld’, aldus ceo Frank Brichau. ‘Het Belgische energiebeleid is nu veel te fragmentair: de subsidies zijn regionale materie, de bevoorradingszekerheid federaal, enzovoort. Dat wordt niet gecoördineerd zoals het hoort. Een energiepact moet duidelijk maken op welke manier we onze einddoelstelling willen bereiken, met welke energiebronnen. En dat einddoel, dat mag 100 procent hernieuwbare energie zijn.’

Ook Electrabel is het idee van een pact niet ongenegen. ‘Wij zijn niet tegen het principe dat Elia voorstelt’, aldus woordvoerder Geetha Keyaert. ‘Er is inderdaad dringend een algemene visie nodig waar alle belanghebbenden achter staan, en dat niet alleen nationaal, maar Europees en internationaal. Op dit moment is er echter nog geen duidelijkheid over de te behalen Europese doelstellingen inzake CO2-uitstoot en hernieuwbare energie. Wij willen dat eerst afwachten alvorens te spreken over een energiepact.’

Essent verwijst niet toevallig naar het Nederlandse voorbeeld. Het bedrijf was er betrokken bij de onderhandelingen over het energieakkoord dat vorige zomer gesloten werd. Meer dan veertig organisaties zaten aan de tafel: overheid, werkgevers, vakbonden, milieuorganisaties, financiële instellingen, de energiesector zelf, enzovoort. Nederland wil 16 procent hernieuwbare energie tegen 2023, met een tussentijdse doelstelling van 14 procent tegen 2020.

Weinig ambitieus op de lange termijn, zo betreuren critici. Een akkoord gesloten door zoveel partners kan niet anders dan een slap compromis zijn, stellen zij. Brichau lacht die kritiek weg. ‘Het akkoord kijkt tien jaar ver: dat is twee of zelfs drie legislaturen. Het heeft weinig zin om nóg verder te kijken. Finaal moet er een Europees energiebeleid uitgewerkt worden. Dat is er nu niet, en daarom moeten de lidstaten zelf een aantal slimme maatregelen nemen op kortere termijn. Maar wat voor zin heeft het dat een land als België nu bepaalt dat het zoveel minder CO2-uitstoot wil tegen 2050? Dat moet op Europees niveau bepaald worden. We moeten de groene targets ook niet blind achternahollen. Honderd procent hernieuwbare energie tegen 2050 is mooi, ja. Maar ik wil niet te veel focussen op dat cijfer. Dat kan voor mij ook 70 procent zijn. Minstens even belangrijk is het debat over hoe we dat doel willen bereiken. Dát moet nu gevoerd worden.’

Paul Cobbaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content