‘Scheidingen en burn-outs zijn te wijten aan ons stenentijdperkbrein’

Jelle Henneman
Jelle Henneman Freelancejournalist

Onze hersenen zijn evolutionair niet aangepast aan onze manier van leven. Dat beweert evolutionair psycholoog Mark van Vugt in zijn boek Mismatch. ‘We moeten ons brein voortdurend om de tuin leiden.’

Als oermensen leefden we samen in groepen die gelijkheid nastreefden, overleefden we op zoet en vet eten, en pikten vrouwen er de meest masculiene mannen uit om kinderen te maken. Vandaag werken we ons krom van de stress voor een baas, sterven we aan ons dikmakende dieet en leven we in steden, ver van de natuur. Bovendien kiezen vrouwen nu voor eerder zorgzame mannen omdat hun lichaam denkt dat het zwanger is door het nemen van de pil. Stoppen ze daarmee, dan verandert ook hun relatievoorkeur – net op het moment dat ze met die man aan kinderen willen beginnen.

Dat zijn volgens de Nederlandse evolutionair psycholoog Mark van Vugt voorbeelden van mismatches tussen ons zogenaamde ‘stenentijdperkbrein’ en ons moderne gedrag. En hij twijfelt er niet aan dat heel wat eigentijdse problemen – scheidingen, burn-outs, rusteloosheid – aan zulke neurologische misverstanden te wijten zijn. ‘Ons brein is een informatieverwerkingssysteem dat gevormd is op de Afrikaanse savanne, toen we leefden als jagers-verzamelaars’, zegt de hoogleraar aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. ‘Maar die informatie veranderde toen we van de landbouw zijn gaan leven en onze samenleving fundamenteel wijzigde.’ Dat moment ligt dan wel al 12.000 jaar achter ons, maar vanuit evolutionair oogpunt is dat nog veel te weinig lang voor ons brein om zich aangepast te hebben. ‘Ons brein hobbelt nog steeds achter de feiten aan. Zo hebben we nog altijd een instinctieve angst voor spinnen en slangen terwijl auto’s en geweren veel gevaarlijker zijn.’

Maar hoe kan de wetenschap vandaag weten hoe we tienduizenden jaren geleden leefden? En vooral, kan daar wat aan gedaan worden? ‘Van manieren van leven zijn inderdaad geen fossielen te vinden’, lacht Van Vugt. ‘Maar we zien wel hoe overlevende groepen van jagers-verzamelaars vandaag leven. En archeologen leren ons dat leiders pas na de landbouwrevolutie met rijkdommen begraven werden, wat op hiërarchie wijst. Begrijp me niet verkeerd: onze manier van leven heeft vele voordelen. Alleen moeten we onze samenleving soms aanpassen aan de beperkingen van ons brein. We hebben bijvoorbeeld contact met de natuur nodig. Ons vertrouwen werkt door aanrakingen en in de ogen kijken – niet onbelangrijk in deze virtuele tijden. En kinderen hebben in de eerste jaren veel aandacht nodig, vooral als ze in grote gezinnen geboren worden. Ons brein is plastisch en kan zich wel aanpassen, maar niet oneindig.’

En evolutionair? Loopt ons brein ons ooit nog in? ‘Daar zijn we volop mee bezig, om te zien hoe evolutie nu nog speelt. Ons lichaam past zich wel degelijk aan. Zo zijn volwassenen ooit tolerant geworden voor lactose. En we weten dat ons brein 200.000 jaar geleden gegroeid is om complexere keuzes te kunnen maken. Dat evolutionaire systeem speelt vandaag nog. Maar voorlopig zullen we onze hersenen om de tuin moeten leiden, door hen te doen geloven dat we nog steeds op de savanne leven.’

Jelle Henneman

‘We zijn nog steeds bang voor spinnen en slangen terwijl auto’s en geweren veel gevaarlijker zijn.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content