
‘Schaf belastingen voor lage inkomens af’
De sociale zekerheid kan in haar huidige vorm niet blijven bestaan, zegt Bea Cantillon (UA). Door de robotisering van arbeid zullen lage inkomens niet langer kunnen bijdragen; hogere inkomens zullen het gat
Door de globalisering en de eerste automatiseringsgolf verdwenen al massaal jobs voor laaggeschoolde arbeiders, en nu dreigt de nakende robotisering van arbeid dat proces nog te versterken. Dat schrijft het linkse wetenschappelijke tijdschrift Samenleving & Politiek. Routinearbeid stond al onder druk, en met de opkomst van zelfrijdende wagens, bijvoorbeeld, zullen ook de laaggeschoolde, niet-routineuze banen van truckers en buschauffeurs verdwijnen. Laagproductieve mensen zullen hun loon nog verder zien dalen. Volgens Bea Cantillon, directrice van het Centrum voor Sociaal Beleid aan de Universiteit Antwerpen, kunnen de lage inkomens in zo’n situatie niet langer bijdragen tot de sociale zekerheid.
‘De werkgeversbijdragen voor de lage inkomens waren de afgelopen jaren al heel laag, maar nu moeten ook de bijdragen van de werknemers verdwijnen’, zegt Cantillon. ‘Bruto wordt voor een laag loon dus netto, waarbij de verschuldigde belastingen worden gesubsidieerd door de overheid. We kennen zo’n systemen nu al, bijvoorbeeld met de dienstencheques. Maar in de Angelsaksische wereld hanteren ze zulke belastingkredieten al lang en veel algemener voor zogenaamde laagproductieve jobs. Daar zie je mensen inkopen inpakken aan de kassa, wat bij ons veel te duur zou zijn.’
Moet onze sociale zekerheid een voorbeeld nemen aan landen als Groot-Brittannië en de VS?
BEA CANTILLON: Daar werd vroeger vaak meewarig over gedaan, ook door mezelf trouwens. Zo werd smalend gezegd dat ze daar voedselbonnen nodig hadden. Maar ik moet vaststellen dat we stilaan in de richting van die landen evolueren, ondanks onze sociale zekerheid. Kijk naar de opkomst van de voedselbanken bij ons. Ook wij hebben de groeiende ongelijkheid niet kunnen stoppen. Om die af te remmen, moeten we de lage lonen ondersteunen, vooral voor gezinnen met kinderen.
Als de lage inkomens niet langer bijdragen, zal de last van de sociale zekerheid nog meer bij de vermogenden komen te liggen.
CANTILLON: Absoluut, maar het is de enige manier om de solidariteit en de cohesie in de samenleving te bewaren. De overheid zal ook beter moeten kiezen naar wie de uitgaven gaan. Vandaag krijgen de rijken vaak evenveel als de armen, denk bijvoorbeeld aan de kinderbijslag. Dat zal niet meer kunnen.
Wie veel verdient, zal dus nog meer moeten bijdragen, en krijgt er minder voor terug. Hoe gaat de overheid hun daarvan overtuigen?
CANTILLON: Door heel creatief te zijn. Met de dienstencheques is ze daarin geslaagd; dat heeft duidelijk een meerwaarde voor beide partijen. Ook de maximumfactuur in de gezondheidszorg is een goed voorbeeld. Maar de legitimiteit van het systeem bewaren zal een moeilijke opdracht zijn.
Zeker als de overheid de loonlasten voor iedereen wil verlagen.
CANTILLON: Dat is een laatste opflakkering van een systeem dat niet meer werkbaar is. Integendeel, 20 jaar geleden gold een belastingtarief van 65% voor de hoogste inkomens, er is geen reden waarom dat niet zou terugkomen. We zullen meer moeten afdragen, niet minder.
Wat is het alternatief? Dat de welvaartsstaat ophoudt te bestaan en iedereen zichzelf verzekert?
CANTILLON: Daar wil ik niet aan denken. Die piste helpt ons niet vooruit. Maar de welvaartsstaat is inderdaad een keuze, die we als volledige samenleving moeten maken. Het wordt een erg belangrijke 1 mei.
Jelle Henneman
‘Een belasting–tarief van 65% voor de hoogste inkomens is niet ondenkbaar.’