Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Knack, jg 1, nr 3 : 4 maart 1971.

PVV OPERATIE REDDING

In de allereerste nummers van Knack werd er voor gezorgd dat alle politieke formaties om beurt de cover sierden. Na Spaak en Van Mechelen is het de beurt aan Willy De Clercq. Maar niet alle stukjes zijn even lovend voor de liberalen.

De PVV heeft verleden week veel van zich doen spreken. Zoals het een oppositiepartij past, heeft zij scherpe kritiek geleverd op het beleid van de huidige regering. Daarenboven kondigde voorzitter Descamps aan dat hij nog vóór de grote vakantie een congres zal bijeenroepen. De bedoeling is de partij nieuw leven in te blazen en met een zo aantrekkelijk mogelijk gelaat de verkiezingsstrijd aan te binden.

Als geheel slaat de PVV momenteel een belabberd figuur. Zij is hopeloos verdeeld en brokkelt geleidelijk af in scheur- en splinterpartijtjes. De verantwoordelijken hebben nu een operatie redding ingezet, een operatie die op de eerste plaats naar een nieuwe structuur en een vernieuwde doctrine moet leiden.

Vice-voorzitter Willy De Clercq opteert resoluut voor centrum-links, progressief dus. Hij betwist de mogelijkheid dat de CVP erin zal slagen die plaatsruimte te veroveren. Volgens hem is de Christelijke Volkspartij al te zeer gebonden aan haar syndicalisten en loopt ze al te gemakkelijk in het spoor van de BSP en van de collectiviserende politiek die door Leburton wordt gevoerd.

MANDATARIS-JOURNALIST

Als het scherp mòet zijn, màg het ook scherp zijn. Die filosofie, die Knack ook vandaag nog kenmerkt, heerste van in het begin op de redactie. Wij lezen een kort commentaartje in de rubriek ?België”.

Het wekelijkse Trefpunt van de Vlaamse televisie stond deze week op een hoog peil. PVV-ondervoorzitter De Clercq die ondervraagd werd over de doctrine en de structuur van zijn partij was klaar en duidelijk, bijna briljant in zijn uiteenzettingen. Twee van de drie journalisten-paneelleden waren even uitstekend. Manu Ruys van De Standaard ging met zijn vragen recht naar de zaak. Piet Van Brabant van Het Laatste Nieuws hield het hoofdzakelijk bij de partijstructuur en schrok er, als actief Vlaams liberaal, niet voor terug stekelige onderwerpen aan te snijden.

Het derde paneellid, Jos Van Elewijck, zat er slechts bij om voor het contrast te zorgen. In plaats van vragen te stellen, gaf hij alleen maar zijn mening als partijpoliticus. Dat was duidelijk zijn rol niet en overigens kon niemand interesse opbrengen voor die mening.

Daarenboven gedroeg Van Elewijck zich als een Beotiër door voortdurend en zonder geldige redenen zijn gesprekspartners te onderbreken met stompzinnige opmerkingen. Hij deed al het mogelijke om het hoogstaande gesprek tot een straatruzie te doen ontaarden. Dat hij daarin niet slaagde, is alleen te danken aan de hoffelijheid van de andere partners.

Men kan zich afvragen waarom de BRT een BSP-mandataris Van Elewijck is socialistisch schepen te Antwerpen uitnodigt voor dergelijke informatieve gesprekken. Als het dan absoluut nodig is dat de drie traditionele strekkingen in het journalisten-paneel vertegenwoordigd zijn, kan de BSP’er Jan Ceuleers dan niet opschuiven van zijn moderatorszetel naar het paneel ? Of beschouwt de BRT-directie de leden van haar redactie niet als journalisten ?

DAVID BEN GOERION

Diana Finkelstein had, onder meer voor Knack, in Tel Aviv een lang onderhoud met David Ben Goerion. Merkwaardig is dat dit exclusieve gesprek met toch één van de belangrijkste politici van deze eeuw, nog geen drie volle kolommen tekst beslaat.

David Ben Goerion is eerder klein van gestalte. Een hagelwitte haardos omkranst zijn kale schedel. Uit het hele gelaat maar vooral uit de onvergetelijke blik straalt een ontembare wils- en geesteskracht. De man die voor ons zit is werkelijk ?de oude leeuw van Juda”, zoals hij wel eens wordt genoemd door zijn landgenoten. Hij is uiterst eenvoudig en direct in de omgang. Geen plichtplegingen. Het gesprek vlot onmiddellijk. Zijn secretaris wil hem een zetel voorschuiven, maar de vinnige tachtiger verkiest een gewone stoel. Het is Ben Goerion aan te zien dat hij zichzelf nog niet als een oude man beschouwt.

In de werkkamer prijkt een mooi portret van Koningin Elisabeth, met opdracht. ?Ik had in België een grote vriendin : dat was ze,” zegt Ben Goerion. Onmiddellijk wekt het portret herinneringen op : ?Toen de koningin Israël bezocht, kwam de Belgische ambassadeur haar vragen naar België terug te keren. Er liepen geruchten over een algemene mobilisatie. Ter gelegenheid van een bezoek dat zij mij bracht stelde ik de koningin gerust. Ik zei haar dat alles op een vergissing berustte. Toen de ambassadeur voor de tweede maal kwam aandringen om Israël te verlaten, antwoordde de koningin : ik blijf. De vorstin was iemand die wist wat ze wilde.”

Wanneer men D. Ben Goerion ondervraagt over het probleem van de Sovjet-joden antwoordt hij met zijn diepe stem : ?Er zijn ongeveer drie miljoen joden in de Sovjet-Unie… Ik weet niet hoe de Sovjets hun andere volkeren behandelen… Ik ben er echter zeker van dat zij met niemand handelen als met de joden. Ik bezit hier een Russische encyclopedie uitgegeven in 1953. Ziehier hoe daarin de waarheid misvormd wordt. In het artikel dat gewijd is aan de joden is niets waar. Het begint als volgt : Het was een volk van slaven…”

?Het was een volk van slaven,” herhaalt Ben Goerion met een vreselijke toon in zijn stem. En hij citeert hetzelfde artikel verder : ?… zij hebben zich verspreid over de wereld, ze zijn Amerikaan, Engelsman, Rus geworden. Ze zijn geassimileerd…”

?In 1923 was ik in Rusland,” gaat Ben Goerion verder. ?Op dat ogenblik was Lenin er leider. Dat was een groot verschil. Zeker, Lenin was ook antizionist. Hij geloofde oprecht in de mogelijkheid van assimilatie. Maar in zijn tijd was het de joden officieel toegelaten Rusland te verlaten… Overigens, onder Lenin was het cultureel leven van de joden van overheidswege toegelaten, het werd zelfs aangemoedigd… Lenin was een rechtgeaard man. Hij was geen antisemiet. Het is allemaal verkeerd gelopen met Stalin.”

Ben Goerion beschrijft Stalin als een intrigant, verbitterd omdat hij in de schaduw werd gesteld door Lenin en Trotsky. ?Na de dood van Lenin is Stalin trapsgewijze tewerk gegaan. Hij vestigde langzamerhand zijn macht. Wanneer hij zich sterk genoeg voelde en zeker was van zijn stuk, schakelde hij Trotsky uit. Het eindigde met de moord in Mexico, zoals u weet. De knevelarijen die de joden vanaf dat ogenblik in de Sovjet-Unie hebben ondergaan zijn ontelbaar. Stalin ligt aan de oorsprong van het antisemitisme in de Sovjet-Unie.”

DROOM EN DAAD VOOR EUROPA

Roger Blanpain en Mark Eyskens hadden elk een wekelijkse column in Knack. Blanpain behandelde hoe kan het ook anders problemen uit het arbeidsrecht. Eyskens pleitte net als vijfentwintig jaar later in ?De Kroonraad” vaak voor de noodzakelijke Europese eenwording.

De Europese eenwording is een oude droom. Historici leggen uit dat reeds de Griekse beschaving uit de oudheid, althans in haar meest helderziende leiders, door de verwezenlijking van een gelijkaardige droom bezeten was. Ongetwijfeld is het de expansiedrang van de Sovjet-Unie tussen 1945 en 1948, welke er de West-Europese naties toe gebracht heeft de oude veten vlug te vergeten en zich solidair te verenigen tegen mogelijke bedreigingen van buitenaf. Ook het historische voorbeeld van de Verenigde Staten van Amerika heeft vanzelfsprekend zeer sterk inspirerend gewerkt.

Maar men ontkomt niet aan de indruk dat sedert het begin van de jaren zestig een kentering is ingetreden. Buitenstaanders gaan zich afvragen of de mooie Europese droom niet in handen is gevallen van mercantiele handelaars die keihard onderhandelen over procenten en centiemen. Het realiseren van een gedachte is altijd minder esthetisch en minder aangenaam dan het lanceren ervan.

Het integreren van de economieën van de zes EEG-landen is een aangelegenheid van de hoogste economische en financiële techniciteit. Het ontstaan van een establishment van ?eurocraten” is haast onvermijdelijk. De Europese eenmaking kan niet worden overgeleverd aan het knutselwerk van amateurs. Dat wil echter niet zeggen dat men hun het laatste woord moet laten. De finale beslissing moet van politieke aard blijven. De situatie zou duidelijker zijn, indien de EEG zou worden geleid door een Europese regering welke verantwoording zou verschuldigd zijn tegenover een werkelijk Europees parlement. De verzoening van technocratie, welke onvermijdelijk is, en van democratie, welke noodzakelijk is, wordt een essentiële kwestie in elke industriestaat, a fortiori in de schoot van de EEG.

ROMANTISCHE VECHTER

Het omslagverhaal is een uitgebreid interview met Willy De Clercq. Voorzien van een uitgebreide inleiding.

Een zoon die extrovert is. Nog een zoon, maar introvert. Een dochter flapuit. Zelf de zoon van een kleine industrieel. Als jurist-politicus dus mislopen. Een wederhelft : eveneens advocaat. In de hal een door Pol Mara gepenseelde vrouw met ontblote boezem. Geen sensatie evenwel, want Willy De Clercq is een eerzaam man : PVV-volksvertegenwoordiger en gewezen vice-premier.

Hij is gewiekst en veelzijdig. Vlotte prater. Knap pleiter. Culturele belangstelling, bovendien geïntegreerd in zijn dagelijkse omgeving. Naast Pol Mara in de hal een sculptuur van Octaaf Landuyt, ?De Hebreeuwer”. In de living een anoniem Aztekenhoofd en een diepblauw Afrikaans masker uit de veertiende eeuw. Verder Vasarely, Raveel, Luc Peire, Jan Burssens, Elias, Lismonde.

Al die cultuur ervaart Willy De Clercq als een essentiële manier om het eigen mens zijn te beleven. Tenslotte is een fraai verantwoord decorum een stimulans voor zijn werkkracht. Willy De Clercq houdt van werken. Het past bij zijn levensstijl. Zichzelf noemt hij een romantische vechter, want : ?Ik ben nooit bang geweest om mij in te zetten voor iets, om te vechten voor mijn ideeën. Het is wellicht een contradictio in terminis.”

En verder : ?Ik ben geen overdreven optimist. Dat is wellicht een zwakheid, want het liberalisme is de leer van het optimisme. In dezelfde lijn ligt mijn zwakste punt : een zeker gebrek aan zelfvertrouwen. Tijdens een discussie ga ik al te vlug geloven dat mijn tegenspeler gelijk kan hebben. Een ver gevorderde zin voor relativiteit zou je het kunnen noemen.”

KNACK : Ondanks hun harde arbeid, vereenzelvigt de publieke opinie de politici nog altijd met het profitariaat.

DE CLERCQ : De publieke opinie is verkeerd voorgelicht. Sommigen denken zelfs dat ministers geen belasting moeten betalen. Dat zij hun benzine gratis krijgen. De waarheid is dat een minister geen recht op pensioen heeft. En dat hij, eenmaal uit zijn functie, geen dag langer wordt uitbetaald. Aan het ministerschap is dus niet de minste sociale zekerheid verbonden. Een minister is nochtans het hoofd van het grootste bedrijf van het land. Hij heeft de grootste verantwoordelijkheid.

KNACK : Een advocatenpraktijk en een actief politicusbestaan. Gaan beide nog samen ?

DE CLERCQ : De combinatie van beroep en politiek mandaat wordt met de dag moeilijker. Wij glijden onherroepelijk af naar de tijd der beroepspolitici. Ik beschouw mij zelf als een der laatste politieke ?amateurs”. Is het immers nog amateurisme als je tot tachtig procent van al je tijd in de politiek steekt ?

KNACK : Uw eerste jeugd is al achter de rug. U tuimelt aan een razend tempo van de ene minuut in de andere. U bent een van die mensen die oud worden zonder het te weten. Tot er op een ogenblik een kortsluiting komt. Vreest u dat ogenblik niet ?

DE CLERCQ : Af en toe overkomt het mij nu reeds dat ik bij mezelf de bedenking maak : waarom het allemaal niet wat kalmer aangepakt ? Nu is het ook zo dat de huidige politieke generatie heel wat vlugger afgeschreven wordt dan de vorige generaties. Men geraakt nu vlugger bekend door de communicatiemedia. Daarnaast loopt men permanent het gevaar door de alsmaar wisselende evoluties voorbijgestreefd te worden.

Ondertussen is dat moment voor mij nog niet aangebroken. Ik leef nog in de roes van het felle ritme. Zowel mentaal als fysiek voel ik mij zelfs heel fit momenteel. Maar bij een eventuele confrontatie met het ogenblik waarop men zich de mentale en fysieke aftakeling bewust wordt, zijn er twee mogelijke houdingen. Ofwel tegen de stroom trachten op te roeien, wat vaak ontaardt in een pijnlijk vertoon. Ofwel resoluut een streep zetten onder het actief leven. Met mijn temperament wordt het hopelijk een optie voor de tweede oplossing. Een afscheid in schoonheid.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content