Hannes Cattebeke
Hannes Cattebeke Freelance journalist voor onder meer Knack

Op een zonnige dinsdagvoormiddag in maart 2008 schreed een rijzige, kale man tussen de ietwat verloederde gebouwen van het Egmontpaleis. Toen we elkaar kruisten, lachte hij minzaam en zei vriendelijk goedemorgen. Op de een of andere manier paste deze zeventiger met de présence van een minister van staat uitstekend in het statige decor van het Egmontpaleis. Wat later, tijdens een bijzondere commissiebijeenkomst over de toestand van de Belgische ontwikkelingssamenwerking, bleek de kwalificatie minister van staat te kloppen. Alleen was Daniel Ducarme op dat moment amper 54 jaar. Pas toen hij het woord nam op de vergadering, verraadde zijn stem dat het om de oud-MR-voorzitter en de voormalige Brusselse minister-president ging.

De rust waarmee Ducarme die ochtend een aantal vragen stelde over de prioriteiten van de Belgische ontwikkelingssamenwerking deden vermoeden dat hij weliswaar geen grote specialist van de materie was, maar wel oprecht geïnteresseerd was om mee te zoeken naar oplossingen voor een aantal mankementen. De man die de MR boven de doopvont had gehouden, bleek dus nog altijd in het parlement te zitten. Alleen had prostaatkanker hem van het voorplan verdreven. De laatste herinnering aan Ducarme in de schijnwerpers was ergens op een bovenverdieping van een gebouw van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, in februari 2004, waar een aangeslagen minister-president de verzamelde pers inlichtte over zijn vroegtijdig ontslag.

Na eerdere geruchten over zijn problemen met de fiscus, had de krant Vers l’avenir een nieuw artikel klaar met meer details. Ducarme wilde niet nog eens het gevecht aangaan, hij verklaarde dat het niet om fraude ging maar wel om een nalatigheid en vertrok met tranen in de ogen richting lift. Achteraf zou blijken dat hij jarenlang geen belasting-aangifte had ingediend en daardoor een boete riskeerde van 265.000 euro. Uiteindelijk eindigde de procedure in een overeenkomst waarbij Ducarme 100.000 euro moest betalen. Het zou een smet blijven op zijn hele carrière, waarvoor hij na zijn overlijden vorig weekend door vriend en vijand uitgebreid geloofd werd. Politieke tegenstanders als Joëlle Milquet (CDH) en Elio Di Rupo (PS) hadden het over een ‘grote meneer’ met een sterke overtuiging, maar met wie altijd een gesprek mogelijk was. Een man ook die trouw bleef aan zijn gegeven woord.

Binnen de eigen partij zal Ducarme vooral herinnerd worden als de rassembleur, de bruggenbouwer die als copartijvoorzitter aan het einde van de vorige eeuw niet alleen de PRL verenigde met het FDF en de MCC, maar die er onder de naam Mouvement Réformateur ook een partij uit wist te smeden die zich als een betrouwbare regeringspartner opwierp in de paarse coalities. In Vlaanderen was Ducarme een onbekende in de schaduw van eerst Louis Michel en later Didier Reynders. Maar de voorzitters Olivier Maingain (FDF) en Didier Reynders (MR) laten vandaag uitschijnen dat Ducarme een erg belangrijke rol heeft gespeeld bij het samengaan van die uiteenlopende politieke strekkingen. Maingain deed in een eerste reactie op het overlijden weinig pogingen om te verhullen dat een gezonde Ducarme vandaag een zegen zou zijn geweest voor de hopeloos verdeelde MR. ‘Hij had die zeldzame gave om de broederlijkheid te bewaren tijdens een discussie. Hij was ook de man die zelfs onlangs nog Didier Reynders uit de wind zette toen die op een onrechtvaardige manier werd aangevallen binnen de partij.’

Ducarme scheen zich twintig jaar lang moeiteloos te handhaven aan de top van de Franstalige liberalen. Een slepende ziekte heeft verhinderd dat hij na zijn affaire met de fiscus nog kon terugkeren door de grote poort. Zoon Denis zit ondertussen wel al sinds 2003 in de Kamer. Een einde van het politieke geslacht Ducarme is het overlijden van vader Daniel dus niet.

Hannes Cattebeke

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content