REISVERHALEN OVER Amerika : het wordt stilaan een eigen genre in de Nederlandstalige literatuur. Enkele maanden geleden was daar Roel Richelieu van Londersele, die in ?De overtocht” de emigratie van zijn grootvader naar Boston omstreeks de eeuwwisseling navertelde. En nu Kamiel Vanhole. Anders dan volbloed dichter Van Londersele, die met zijn dokumentair, strak geritmeerd proza een interessante Vlaamse case-study bracht, is Vanhole van nature uit een reisschrijver. De verwachtingen van wie aan ?Overstekend wild” begint, zijn dan ook hoog gespannen. Maar naarmate Vanholes verslag over zijn uitstap naar het Amerika van zijn betovergrootoom vordert, neemt de teleurstelling toe. Het ontbrak Vanhole blijkbaar aan een strategie om zijn verhaal te brengen. Hij verslikt zich dan ook in het dagboek van die oom, in uitlatingen van Hegel tot Thoreau en in beuzelarijen over zijn diarree of over hoe hij zijn vrouw leerde kennen.

Vanhole reist zijn oom die in 1857 naar Amerika uitweek en daar gedurende enkele jaren rondtrok dus achterna. Hij heeft diens dagboek bij en citeert daar geregeld uit. Ondertussen beschrijft Vanhole zijn eigen Amerikaanse impressies én doet hij zijn relaas in brieven aan zijn vrouw, wat hem in een nostalgische bui verleidt tot sentimentele exkursies en plaatsbepalingen van zijn eigen schrijverschap.

ALCHEMIST.

Vanhole heeft alles bij elkaar maar een maand in de States rondgetrokken, en hij beseft blijkbaar dat dit te weinig is om treffende observaties te doen over de Amerikaanse way of life. Daarom wijkt hij meer dan eens uit in zakelijke passages over de Amerikaanse geschiedenis in het algemeen. Die informatie is eigenlijk nog het meest relevant. Vanhole is zich maar al te bewust van zijn weinig adekwate aanpak, want hij biecht aan de lezer op dat zijn notities te oppervlakkig zijn en te weinig om het lijf hebben. Daarna vermant hij zich telkens weer door de magie van zijn schrijverschap te bezweren die al dit desolate in hoogkaraatse taal zal transformeren. Vanhole is echter geen alchemist en alhoewel hier en daar leuke formuleringen lukken, blijft het toch maar een schrale bedoening.

Bij gebrek aan beter moet de lezer het telkens weer meemaken dat Vanhole zijn beklag doet over zijn ingedutte waarneming van de Amerikaanse drukte. ?Mijn hoofd is een schommelstoel”, heet het dan. ?Als een half ingedommeld kind in een buggy” reist hij verder tot hij op de laatste bladzijden opnieuw ?in de leunstoel van mijn hoofd” belandt. Vanhole was dus blijkbaar beter thuis gebleven, in plaats van zich te oefenen in schommelstoelproza waar uiteindelijk niemand een boodschap aan heeft.

Frank Hellemans

Kamiel Vanhole, ?Overstekend wild”, Meulenhoff/Kritak, Amsterdam/Leuven, 224 blz., 698 fr.

Kamiel Vanhole : schommelstoel- proza.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content