U kunt aan fiscaal pensioensparen doen via een fonds, maar dan is de opbrengst afhankelijk van de beursprestaties. Daarom boette deze optie tijdens de afgelopen crisistijd aan populariteit in. 2009 bracht echter beterschap.

Wie wil pensioen-sparen, kan kiezen tussen een pensioen-spaarverzekering of een pensioenspaarfonds. Jaarlijks kunt u een deel van wat u aan het pensioensparen besteedt, fiscaal inbrengen. Voor dit jaar bedraagt het maximum 870 euro. Daarvan krijgt u van de fiscus 30 à 40 procent (plus uitgespaarde gemeente-belasting) terug. Kiest u voor een pensioenspaarfonds, dan weet u niet op voorhand hoeveel het ingelegde bedrag precies zal opbrengen, aangezien er altijd een deel van de premie wordt belegd in aandelen. In tijden van economische crisis kreeg ook deze sector dus fikse klappen. In 2008 tekenden de pensioenspaarfondsen een gemiddeld verlies van 25 procent op. Geen reden tot paniek echter, want het gaat om een langetermijnbelegging. En wie de pensioenleeftijd bereikt heeft, hoeft zijn kapitaal nog niet meteen op te vragen. U kunt ook beslissen om te wachten op betere beurstijden. Ons zusterblad Moneytalk ging na hoeveel de pensioenspaarfondsen in 2009 hebben opgeleverd. De rendementen blijken dit jaar (van 1 januari tot en met 30 november 2009) veel beter te zijn dan vorig jaar.

Op dit ogenblik hebt u de keuze tussen 16 pensioen-spaarfondsen. Tien daarvan zijn ‘dynamisch’. Dit betekent dat de premies van de pensioenspaarders voor het grootste deel (maximaal 75 procent) in aandelen worden belegd. De dynamische pensioenspaarfondsen hebben in 2009 goed gepresteerd met winsten tussen 11,98 procent en 21,30 procent. Ze hebben dus mee kunnen profiteren van het herstel van de beurs in 2009. Daarbij moet wel opgemerkt worden dat de Brusselse Bel20 tussen 1 januari en 30 november 2009 met 30 procent is gestegen, veel meer dus dan de pensioenspaarfondsen. Daarnaast zijn er ook ‘defensieve’ fondsen, die voornamelijk voor veilige obligaties kiezen. De opbrengsten van de defensieve pensioenspaarfondsen zijn lager dan die van dynamische. Door hun grotere positie in obligaties profiteren deze fondsen niet in dezelfde mate van een beursstijging. Rendementen rond de 10 procent zijn echter zeker niet slecht. Dan zijn er ten slotte nog de ‘neutrale’ fondsen. Die beleggen ongeveer 50 procent in aandelen en 50 procent in obligaties. Opmerkelijk is dat de neutrale pensioenspaarfondsen het in 2009 zeer goed hebben gedaan, met opbrengsten van meer dan 16 procent.

Een belangrijk aspect in het totale rendement van een pensioenspaarfonds is trouwens het fiscale voordeel dat u jaarlijks krijgt op de premies. Dit voordeel levert immers een belangrijk extra rendement van ongeveer 3 procent per jaar.

Correctie: in ‘Sneller van bank veranderen’ ( Knack nr. 49) sloop een onzorgvuldigheid. Er stond te lezen dat je rekeningnummer behouden bij een bankverhuizing, kan in Nederland. Het systeem is er inderdaad ingevoerd, maar intussen ook weer afgevoerd (wegens te duur). Onze excuses.

in samenwerking met MONEYTALK

Thomas Verbeke

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content