De Kroonraad van Knack bestaat uit Mark Eyskens, Paul Muys, Jacques Rogge en Etienne Vermeersch. Hij wordt geraadpleegd over uitzonderlijke omstandigheden.
Mijnheer Rogge, laten we de terugblik op de week beginnen in de sport, met het ontslag van bondscoach Paul Van Himst. Symptomatisch voor de malaise in ons voetbal.
JACQUES ROGGE : Dat ontslag is een zoenoffer, maar Van Himst is niet verantwoordelijk voor de slechte gang van zaken in ons voetbal, en evenmin voor het slecht presteren van de nationale ploeg. Wij hebben een hoogconjunctuur gekend, zowel met de Rode Duivels als met onze clubelftallen. Maar in die periode leefden we boven onze stand. Het succes in ploegsporten is doorgaans recht evenredig met de grootte van de bevolking. Wij zijn met een kleine tien miljoen, dat is nog niet de helft van Mexico-stad. Als we realistisch zijn, moeten we vaststellen dat we de successen van de jaren tachtig nooit nog zullen evenaren. Finale op het EK in Rome en halve finale op de wereldbeker in Mexico, daarmee hebben we meer bereikt dan iemand ooit had kunnen dromen. We zakken langzaam weer naar ons reëel niveau. Maar noch de pers, noch het publiek, noch de sponsors willen dat aanvaarden. Met als gevolg dat er niets dan geklaag opklinkt als we verliezen tegen sterkere landen. Waardoor de druk op spelers en trainers te groot wordt.
Nu, het niveau van ons voetbal ís niet goed en er zijn verschillende elementen die kunnen verbeteren : discipline, beroepsijver en fysieke conditie. Ik denk dat onze voetballers gewoon niet genoeg trainen. Dat was ook de diagnose van de specialisten uit andere sporten die door Michel D’Hooghe geraadpleegd werden. Kleine zwemmers of roeiers van dertien, veertien jaar trainen drie keer per dag. Jonge voetballertjes van die leeftijd komen hoogstens aan drie, vier keer per week. Daardoor hebben wij de evolutie gemist die andere landen kennen. Na België-Frankrijk moesten onze spelers zelf toegeven dat ze bij elke balbetwisting het duel verloren. Bij elke demarrage nam om het even welke Fransman vier meter voorsprong op de Belg. Dat was schrijnend. Zoiets is geen kwestie van talent, alleen van training.
Loopt het niet vooral verkeerd met de organisatie ? De onhandigheid waarmee de voetbalbond achter alle feiten aanloopt, de onwil van de clubs om het arrest-Bosman juist in te schatten…
ROGGE : Het is juist dat veel clubs boven hun stand leven. Het is evident dat het inschrijven van spelers als activa niet meer realistisch was. Ze hebben waarschijnlijk niet genoeg geanticipeerd op het Bosman-arrest, dat onafwendbaar was. Maar de oorzaak van de sportieve achteruitgang ligt daar niet. Het zit hem in de slechte voorbereiding. En daar komt nog een kleine bovenlaag van vedettengedrag bij. Arrogantie van sommige spelers die hun eigen waarde overschatten en hun wetten willen stellen aan de coach.
Het was wel een goed weekend voor de Belgische wielersport met de overwinning van Johan Museeuw in Parijs-Roubaix. Een vreemde overwinning ?
ROGGE : Ik was ontgoocheld. Ik denk dat de beste van de dag gewonnen heeft, maar de manier waarop de drie Mapei-renners uiteindelijk hun demonstratie hebben afgerond, is niet goed te keuren. Ik weet wel dat een ploeg belangrijk is en iedereen aanvaardt het tactisch spel van die ploegen, maar om de overwinning in een wielerklassieker moet gestreden worden. Dat twee ploegmaats in een Tourrit samen de meet overschrijden, zoals Lemond en Hinault indertijd op Alpe d’Huez, dat kan een uitzonderlijke keer nog wel door de beugel. Maar in een klassieker als Parijs-Roubaix is het onaanvaardbaar. Dat de sponsor van de Mapei-ploeg vanuit Italië Patrick Lefèvre in zijn auto opbelt om te zeggen dat Museeuw moet winnen, is een aanfluiting van de sportethiek. Dat is iets wat ik niet kan slikken.
Het is toch niet hun schuld dat ze zo sterk zijn. Het noodlot wil dat ze met zijn drie samen vooraan zitten. Moeten ze dan tegen mekaar gaan rijden ?
ROGGE : Ik vind van wel. Mocht ik in de plaats van Lefèvre geweest zijn, ik had gezegd : jullie blijven samen en wachten bij defect mekaar op tot op tien kilometer voor de finish. Als de voorsprong dan nog altijd groot genoeg is, is het elk voor zich. Dan wordt Museeuw niet meer opgewacht bij zijn laatste lekke band. Maar misschien reed hij dan ook al een halve minuut voor de anderen uit. Je kan zeggen : vorig jaar heeft Museeuw zijn kansen opgeofferd, maar toen is er toch gekoerst. Ballerini heeft moeten vechten voor zijn overwinning. Die strijd heb ik nu gemist.
Afgelopen week was het honderd jaar geleden dat in Athene de eerste Olympische Spelen van de moderne tijd plaats hadden.
ROGGE : We hebben het honderd jaar overleefd en gaan er nog minstens honderd bij doen. Ik denk dat de Spelen, en bijvoorbeeld ook Parijs-Roubaix dat toevallig ook honderd jaar bestaat, hun groot prestige danken aan het feit dat ze uitzonderlijk zijn. Ze mogen dus niet gebanaliseerd worden. De macht van de sponsors mag niet te ver gaan. De Spelen moeten een droom blijven, de ultieme ambitie van elke sportman ter wereld. Die droom willen wij gaaf houden. Daarom willen wij niet tornen aan bepaalde essentiële elementen. De Spelen blijven vierjaarlijks, al zou het veel meer geld opleveren mochten we om de twee jaar organiseren. We willen geen reclame in de Olympische arena’s. Ik denk dat we samen met Wimbledon de enige zijn met die houding. We willen enkel de besten, dus een zeer strenge selectie wat soms tot pijnlijke keuzes verplicht. En alles moet binnen de zestien dagen plaatsvinden. Wij willen de elementen van het Grieks theater bewaren : eenheid van tijd, plaats en handeling.
En niet op een betaalkanaal.
ROGGE : Nee, want daarmee tasten we onze eigen uitstraling aan. We zouden veel meer geld kunnen krijgen voor de televisierechten. Rupert Murdoch heeft ons vierhonderd miljoen dollar geboden voor de Europese rechten, maar wij hebben voor de EBU gekozen. Wij willen dat de Spelen vrij en gratis door iedereen ter wereld kunnen bekeken worden. Wij hebben alles samengeteld 35 miljard kijkers. De Spelen moeten uniek blijven, een magische aantrekking behouden, en zuiver blijven. Vandaar onze nooit aflatende strijd tegen doping, al zullen we die nooit definitief winnen.
In de jaren tachtig werden de Spelen bedreigd door boycotacties uit de politiek. Die dreiging lijkt afgeweerd.
ROGGE : Voorlopig wel. Jimmy Carter is er in ’80 mee begonnen. Het hele Westen zou wegblijven uit Moskou, maar uiteindelijk gaven alleen de VS en Duitsland forfait. Het succes van de Spelen van Moskou en Los Angeles, heeft de politici doen inzien dat een boycot zinloos is. Voor ons vormen terroristische aanslagen een veel groter gevaar.
Pepsi Cola lanceert een reclame-campagne van een half miljard dollar. Een tegenoffensief tegen Coca Cola dat als grote sponsor van de Spelen de media-aandacht naar zich toe trekt.
ROGGE : Deze Spelen worden met Coca Cola geassocieerd, omdat ze plaats hebben in Atlanta. Maar Coca Cola is niet de grote sponsor van de Olympische Spelen. Het is één van de vijftien sponsors en betaalt geen frank meer dan de veertien andere. Dat die vijftien elk voor zich met een barnum-campagne uitpakken, zal ik niet ontkennen. Daarmee moeten we maar leven.
In de internationale politiek was er de donorconferentie voor Bosnië. De Bosnische Serviërs bleven afwezig. Is dat een aanwijzing dat het Dayton-akkoord niet in praktijk zal worden omgezet ?
ROGGE : Ik maak me geen zorgen over de Bosnische Serviërs. Ze worden niet meer gesteund door de andere Serviërs en zullen wel verplicht zijn om zich te schikken. Een veel groter gevaar is de onenigheid binnen de federatie van Kroaten en Moslims, die geen lang leven beschoren is. Ik geloof niet in die multi-etnische fusie en ik denk dat Bosnië over een paar jaren verdeeld zal zijn in een Servisch en een Kroatisch gebied. De Moslims zullen nog wel opgenomen zijn in het Kroatische gedeelte, maar zullen hun identiteit niet kunnen bewaren.
Op de donorconferentie is op het eerste gezicht veel geld bijeengebracht, maar we mogen niet naïef zijn : net als bij de ontwikkelingssamenwerking zal dat geld grotendeels naar de donorlanden terugvloeien, via contracten voor hun eigen bedrijven. Het zullen uiteraard de Bosniërs zelf niet zijn die de grote bouwwerken gaan uitvoeren. Dat neemt niet weg dat ik de heropbouw met internationaal geld toejuich. Wij kunnen in het centrum van Europa geen desolaat en kapotgeschoten gebied laten liggen.
De beide Korea’s staan opnieuw tegenover mekaar. Spelen ze aan beide kanten blufpoker, of is er een echte oorlogsdreiging ?
ROGGE : In het geval van China en Taiwan vorige maand was ik er gerust in, met de Korea’s ben ik dat minder. Er bestaat een kleine, maar toch reële kans op een gewapend conflict. Noord-Korea is, meer nog dan Cuba, geïsoleerd als overblijfsel van de Koude Oorlog. Het is een geheim land dat nog altijd Stalinistisch geregeerd wordt. De economie is een puinhoop, er is sociale onrust, er heerst hongersnood. China heeft Noord-Korea blijkbaar laten vallen, de Russen hebben dat al veel eerder gedaan. Noord-Korea kan alleen nog functioneren dankzij een autoritair regime en een totale censuur, want de buren in het zuiden kennen veel meer succes op gebied van economie en ook op gebied van democratie. De parlementsverkiezingen van vorige week zijn, voor zover ik weet, eerlijk verlopen.
De Noord-Koreaanse leiders begrijpen dat ze in een uitzichtloze positie verkeren. Hun agressie lijkt mij vooral een boodschap aan de Verenigde Staten, onder meer naar aanleiding van het bezoek van Bill Clinton aan Zuid-Korea. De Amerikanen hebben altijd duidelijk gesteld dat ze Zuid-Korea steunen, maar uiteindelijk staat Clinton voor een dilemma. Ofwel knoopt hij voorzichtig betrekkingen aan met Pyongyang en stoot hij Seoul voor het hoofd. Ofwel doet hij dat niet en riskeert hij dat de Noord-Koreanen uit wanhoop een oorlog beginnen. Waarin ze misschien weinig kans hebben, maar wel veel leed en schade kunnen veroorzaken.
De oorlog tussen Israël en Hezbollah is weer opgelaaid. Shimon Peres kan zich, met de verkiezingen in het vooruitzicht, geen slappe houding veroorloven.
ROGGE : Hij heeft vervroegde verkiezingen uitgeschreven na de moord op Rabin, om gebruik te maken van de opgelaaide emoties. Toen Hamas met zelfmoordcommando’s uitpakte, is de populariteit van Peres ineens fel gedaald. Israël is een land dat smeekt om veiligheid en zekerheid, dat het vredesproces dus wantrouwt, en een forse aanpak eist. Likoed propageert die ook. In die optiek zou ik bijna zeggen dat de raketten van Hezbollah voor Peres een geschenk uit de hemel waren. Een alibi om eens uit te pakken met een overdreven reactie, waar hij electoraal zijn voordeel mee doet.
Een interessant gegeven is dat Syrië tot nu toe geen woord gezegd heeft. Iedereen weet dat Syrië in Libanon de touwtjes in handen heeft, terwijl Hezbollah onder invloed staat van Iran. Wat mij dus treft, is dat de Arabische landen niet of nauwelijks protesteren tegen de Israëlische aanvallen in Libanon. Enkele jaren geleden zou er al lang een verontwaardigde bijeenkomst van de Arabische Liga zijn geweest. Nu zwijgt iedereen. Ik denk dat dat een gunstig teken is voor het vredesproces in het Midden-Oosten. We zagen ook al op de anti-terrorismetop in Sharm el-Sheikh dat Iran, met zijn steun aan Hamas en Hezbollah, geïsoleerd staat.
Afgelopen week is in Wenen een conferentie gehouden naar aanleiding van de tiende verjaardag van de kernramp in Tsjernobyl. Bent u ooit in Tsjernobyl geweest ?
ROGGE : In de buurt. Wit-Rusland en Oekraïne hebben het IOC gevraagd om iets te doen voor hun jeugd, die grote gezondheidsproblemen kent. Wij hebben zesduizend kinderen overgebracht naar sportkampen elders in de wereld. Ik ben een trainingskamp gaan bekijken op 25 kilometer van Tsjernobyl en ik geef eerlijk toe dat ik me niet op mijn gemak voelde. Ik had ik zou bijna zeggen : gelukkig geen geigerteller bij me. De meeste westerlingen in die streek hebben dat wel. De mensen die daar wonen, beseffen maar al te goed de gevolgen van de kernramp. Met de doden die op korte termijn zijn gevallen, hebben zij al het leed nog niet gehad. Een groot deel van de levenden zal tussen dit en 25 jaar geconfronteerd worden met de ontwikkeling van tumoren. De juiste omvang kennen we nog niet maar ik vrees het ergste. En van het type-Tsjernobyl zijn er nog meerdere centrales, onder andere in de Baltische staten. Er zijn in de ex-Sovjetunie verschillende militaire basissen, waar nucleaire onderzeeërs en kernafval gedumpt worden. Er is blijkbaar een groot gebrek aan organisatie en geld om dat allemaal op een verantwoorde manier aan te pakken. Een levensgroot probleem. Het Westen heeft er alle belang bij om daar alert voor te zijn.
Koen Meulenaere