“Clockers”, Spike Lee’s grimmige kijk op survival in de vervallen binnenstad.
De beste Spike Lee-film in jaren is een bikkelhard drama over survival in een verpauperde zwarte wijk in Brooklyn, New York. “Clockers” is gebaseerd op een gedetailleerde, kaleidoskopische roman van Richard Price, die ook meeschreef aan het scenario. “Clockers” is de bijnaam van de jonge zwarte drugdealers die er door hun grote bazen op uitgestuurd worden om “around the clock” hun goedje te slijten.
Strike (nieuwkomer Mekhi Phifer) is een negentienjarige jongen die vanop een bank in het park opereert voor de lokale crack- en cocaïnekoning Rodney Little (Delroy Lindo), en die probeert hogerop te raken in de duistere dealer-hiërarchie. Rodney leidt zijn illegale zaakje vanuit een gezellig, gammel winkeltje waar de adolescenten uit de buurt rondhangen. Voor hen is de welwillende en tegelijk angstaanjagende moordenaar en drughandelaar een Fagin-achtige vaderfiguur.
Op zekere dag krijgt Strike de opdracht een dealer te vermoorden. Als Rodneys vijand er het bijltje bij neerlegt, is het echter Strike’s deugdzame broer Victor die de moord bekent. Rocco, de politieman belast met de zaak, voelt dat er iets mis is en vermoedt dat Strike de ware dader is. Het personage van de vermoeide, cynische politieman die zich aan de vooravond van zijn pensioen hardnekkig in een routinezaak vastbijt, lijkt een cliché. Maar zoals hij wordt getypeerd en door Harvey Keitel vertolkt, komt hij tot leven als een uniek, sterk uitgewerkt karakter.
Het wemelt in “Clockers” van tonelen ondervragingen, pesterijen, scheldpartijen, vuilbekkende tirades die we al tot in den treure hebben gezien, maar het wordt allemaal gespeeld en geënsceneerd met een poëtische vitaliteit die even autentiek als meeslepend is en meermaals aan Martin Scorsese doet denken (die wou aanvankelijk “Clockers” regisseren maar treedt nu alleen op als producer). Lee gebruikt Keitels onderzoek als ruggegraat van de intrige, terwijl het hem natuurlijk vooral te doen is om de milieustudie. Hij is minder bekommerd om de spirituele konditie van Strike dan om een woedende kroniek van hoe zwarte jongelui het hoofd boven water proberen te houden in de binnenstad, een moeras van verraad, psychose, verslaving en moord.
De toon wordt meteen gezet met de brutale openingsbeelden : een eindeloze reeks snapshots uit de politiearchieven van jonge zwarten die gewelddadig aan hun eind kwamen. Lee blijft ook in “Clockers” een agressief militante predikant voor de zwarte zaak, maar méér dan ooit weet hij het gevaar van een sermoen te transformeren tot een koortsachtig en intens cinematografisch drama.
Patrick Duynslaegher
Mekhi Phifer in “Clockers” : een milieustudie.