Overal eerst

JULIA GILlARD In het slechtste geval wordt ze de eerste president in de eerste Australische republiek. © corbis
Hannes Cattebeke
Hannes Cattebeke Freelance journalist voor onder meer Knack

Julia Gillard is een vrouw van eerste plaatsen. Ze was de eerste Australische vicepremier in tachtig jaar die niet op het reusachtige eiland geboren werd. Ze was ook de eerste vrouw die het er tot vicepremier schopte. Het was een kwestie van tijd voor ze als eerste vrouwelijke Laborpartijleider eerste minister zou worden. Gillard wilde dat premierschap zodanig graag dat ze niet kon wachten tot de verkiezingen in 2011. Kevin Rudd, die haar drie jaar geleden als vicepremier had opgenomen in zijn regering, werd eind juni aan de kant geschoven. Gillard volgde hem op als partijleider en premier.

In haar maidenspeech bedankte ze Rudd voor de ‘historische rol die hij de voorbije jaren had gespeeld voor Australië’. Nadat hij erin geslaagd was om John Howard na elf jaar aan de kant te schuiven, verontschuldigde Rudd zich namens de natie ten opzichte van de Australische aborigi-nals voor de discriminatie in het verleden, leidde het land zonder veel schulden te maken door de wereldwijde financiële crisis en besteedde veel aandacht aan gezondheidszorg en de klimaatverandering. Maar Rudd lag op ramkoers met de machtige mijnbouwsector, communiceerde povertjes en regeerde zonder veel overleg met zijn partijgenoten. Dan had Gillard, een geslepen debater met aandacht voor consensus binnen de eigen gelederen, een streepje voor.

Rudd had het schitterend gedaan, maar nu voelde Gillard toch dat hij zijn partij bij de immer spannende Australische verkiezingen niet aan een nieuwe overwinning zou kunnen helpen. ‘Ik zal niet toestaan dat al onze verworvenheden tenietgedaan worden door degenen die nu in de oppositie zitten’, zei Gillard twee maanden geleden. Iedereen dacht toen dat ze zichzelf minstens een halfjaar zou geven om orde op zaken te stellen. Gillard toonde zich opnieuw de snelste. Ze schreef vervroegde verkiezingen uit, lanceerde het idee van een Australische republiek, beloofde daadwerkelijke actie tegen de klimaatverandering en heropende de onderhandelingen met de mijnbazen.

Over asiel en migratie – sinds mensenheugenis en vanwege de talloze bootvluchtelingen nochtans een erg heet hangijzer in Australië – had ze bij haar overname met geen woord gerept. De reden daarvoor was dat haar asielbeleid allesbehalve uitgetekend was. Een Australisch opvangcentrum voor vluchtelingen in Oost-Timor bleek slecht doorgepraat met de Timorese regering en kostte Gillard een hoop punten. Ondertussen hakte de oppositie keihard in op het ‘verdeelde Labor waar vroegere vrienden elkaar afmaakten’. De Liberal Party, die begin dit jaar nog kansloos in de touwen lag, kreeg nieuwe hoop. Uitdager Tony Abbott, een rechtse populist die terug wil naar het harde rechtse beleid van John Howard, had plots de wind in de zeilen.

De campagne was kort, maar bijzonder krachtig. De krachttermen gingen over en weer en de opiniepeilingen wezen op een nek-aan-nekrace. Aan de vooravond van de stembusslag, twee maanden nadat Rudd aan de kant was gezet, had Gillard haar hele bonus opgesoupeerd. Ze moest zich beroepen op de uitstekende financiële prestaties van Australië tijdens de crisis, een prestatie die ze enkele maanden geleden nog had toegeschreven aan enkele vakministers en Rudd.

De verkiezingen bleken inderdaad superspannend. Noch Abbott, noch Gillard slaagde erin om een meerderheid te behalen. Eén groen parlementslid en een handvol onafhankelijken zullen de komende dagen beslissen over Gillards lot. Ofwel hijsen ze Abbott op het schild, ofwel steunen ze Labor. In elk geval zal de druk op Gillard worden opgevoerd. In het slechtste geval kan ze nog altijd de allereerste president worden in de eerste Australische republiek.

Hannes Cattebeke

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content