Vierduizend agenten bewaken het Brussels gewest met zijn miljoen inwoners en honderdduizenden passanten.

De stad Brussel heeft één groot korps, onderverdeeld in elf afdelingen. Die maken op hun beurt deel uit van het hoofdstedelijk distrikt, dat zeven dispatching-zones, met elk een aantal verschillende korpsen omvat. “Die verdeling van een distrikt van 186 vierkante kilometer werd voorgesteld in een studie uit 1985, ” vertelt adjudant Marc Van Droogenbroeck in het hoofdbureau van de Brusselse politie aan de Kolenmarkt. “De korpsen blijven autonoom. Maar ze werken voor eerstelijnsinterventies op eenzelfde frekwentie samen binnen de zones die de konferentie van korpschefs in 1992 voor de negentien gemeenten vastlegde. “

De zones zitten soms weinig logisch in elkaar, omdat gemeentegrenzen wel, maar natuurlijke grenzen niet rigoureus gerespekteerd werden. Zone 1 beslaat heel Ukkel. Zone 2 omvat Vorst, Sint-Gillis en Anderlecht. Zone 3 bestaat uit Sint-Jans-Molenbeek, Koekelberg, Jette, Sint-Agatha-Berchem en Ganshoren. Zone 4 bevat Brussel binnenstad en stukken van de kleine ring, zone 5 Sint-Joost-ten-Node, Schaarbeek en Evere. In zone 6 vinden we Etterbeek, Sint-Lambrechts- en Sint-Pieters-Woluwe. Elsene, Oudergem en Watermaal-Bosvoorde werken op de frekwentie van de zevende zone.

“Brussel heeft een grillige vorm, ” wijst Van Droogenbroeck bij de langwerpige sliert van noord naar zuid op het distriktplan. Dat grondgebied is voor de politie onderverdeeld in elf afdelingen met elk eigen agenten. Afgezien daarvan opereren in de hoofdstad twee mobiele brigades, een anti-overvalbrigade en de hondenbrigade. “De grillige vorm van het gebied is historisch gegroeid, door fusies avant-la-lettre. Zo behoort Laken tot het werkdomein van het Brusselse korps, of snijdt de zuidelijke staart van ons grondgebied een stukje van de gemeente Elsene af. Maar Brussel heeft ondertussen wel de verantwoordelijkheid over de belangrijkste instellingen van het land. Van de Wetstraat-instellingen en ministeries in de Brusselse vijfhoek, de ambassades, de universiteit, het Europees parlement tot de terreinen van de Navo, helemaal in Evere. “

De stad Brussel telt daartoe 1.700 agenten, een enorm korps voor 135.000 inwoners. “Met Antwerpen het grootste korps van het land, ” weet Van Droogenbroeck. “We komen zelfs nog tweehonderd manschappen tekort. Dat effektief kan overdreven lijken, maar het is broodnodig omdat Brussel elke dag een hele bevolking toeristen en pendelaars op de been brengt en vooral omdat de hoofdstad van België en Europa geregeld het doelwit is van allerlei manifestaties. “

De verschillende korpsen van het gewest Brussel tellen samen 4.000 agenten. Schaarbeek neemt er daar een vierhonderdtal van voor zijn rekening. “Sinds kort, ” zegt hoofdkommissaris Johan Demol. “Want anderhalf jaar geleden had Schaarbeek een sterk verouderd korps, dat onder de helft van de effektieven zat. Toen ik hier kwam, heb ik het roer helemaal omgegooid, onder meer door jongeren aan te trekken en door de struktuur te veranderen. Het korps heeft zijn motivatie teruggevonden, want iedereen heeft verantwoordelijkheid. Politiekorpsen zijn traditioneel verdeeld in afdelingen, die weinig kontakt met elkaar hebben. Wij centralizeren de effektieven, maar decentralizeren het bevel. Wij hebben verschillende direkties met een eigen opdracht, eigen manschappen en eigen middelen. Op die manier vermijden we dat de afdelingen in hun ivoren toren blijven zitten. Dat is modern politiewerk, gestoeld op mensen met een goede algemene vorming en een degelijke professionele training. “

De Schaarbeekse politie, onderdirektie opsporingen, bestaat uit drie grote cellen. Een vierde cel houdt zich bezig met interne zaken. “Twee ploegen werken in de eerste cel aan drugskriminaliteit, twee van de cel diefstallen houden zich met diefstallen van auto’s en inbraken allerhande bezig. De derde cel is een financiële, die naar witwas-operaties speurt. Die helpt ons vaak om de aktiviteiten van delinkwenten bloot te leggen. “