Marnix Verplancke

In zijn nieuwe roman ‘Bestemming’ trekt Tim Parks de lezer binnen in het hoofd van zijn protagonist.

Wanneer Chris Burton op de Londense luchthaven een telefoontje krijgt dat zijn zoon Marco dood is – zelfmoord met een schroevendraaier -, beseft hij dat zijn huwelijk voorbij is. Meer dan twintig jaar lang was hij met de Italiaanse Mara getrouwd. Maar eigenlijk waren ze alleen nog samen om elk weekend 1200 kilometer te rijden naar de psychiatrische instelling waar hun zoon verbleef.

In Tim Parks’ roman Bestemming volgen we Chris op zijn reis naar en door Italië. Hij is steeds op zoek naar zijn vrouw, die hem iedere keer weer probeert af te schudden. Vanuit wachtkamers, ziekenhuizen, een treincoupé en een lijkenhuisje krijgen we het verhaal van de verbitterde echtgenoot en vader te horen, in de vorm van een verwarde dialogue intérieur. Chris heet niet toevallig Burton: die naam is een verwijzing naar Robert Burton, de auteur van The Anatomy of Melancholy. Als we dan ook nog weten dat een van Parks’ favoriete auteurs Thomas Bernhard is, mogen we het ergste verwachten. En dat krijgen we ook: een bijzonder zwartgallig, kankerend en van sarcasme overstromend relaas dat misschien moeilijk om lezen is, maar ook een ongekend rijke ervaring oplevert. De vrij chaotische stijl verhindert Parks echter niet er een bijzonder strakke structuur op na te houden. Achter iedere schijnbaar gratuite gedachte zit iets verborgen. Het is bijvoorbeeld niet toevallig dat Mara’s naam pas op bladzijde 200 opduikt, daar waar zij voor het eerst ook echt met haar man praat.

Tussen de honderden romans die elk jaar in het Nederlands gepubliceerd worden, zitten er maar een paar die qua stijl boven de middelmaat uitsteken. Bestemming is daar ongetwijfeld een van. Net zoals James Joyce en Virginia Woolf wil Parks de gedachtestroom van iemand weergeven, alleen doet hij dat stukken beter dan die twee grootheden. De klassiekers uit de stream of consciousness-literatuur doen vandaag heel geforceerd aan. Zij willen duidelijk iets bewijzen, terwijl je Parks’ taalgebruik – eens je het gewend bent – als volkomen natuurlijk ervaart. Een van de belangrijke principes achter zijn monoloog is de associatie, waardoor op het eerste gezicht volstrekt arbitraire zaken gecombineerd worden en er zo nieuwe inzichten ontstaan. Burton denkt ook bijna onophoudelijk aan een paar zaken tegelijk, zodat er een vervreemdend effect ontstaat. Een mooi voorbeeld daarvan is de figuur van Giulio Andreotti die overal opduikt, als boegbeeld van Italië en van de Italiaanse mentaliteit.

SEREEN ITALIË

Burton is immers een voormalig journalist die zijn pen aan de wilgen gehangen heeft omdat hij niet meer in het belang van zijn job geloofde. De ene dag schreef hij over een vermoord politicus en de dag erna over een ander slachtoffer. Hij wou niet meer weten wie het gedaan had. Wat hij wel wou uitvissen, was hoe de Italiaanse ziel, die dat alles verdroeg en veroorzaakte, met zichzelf in het reine kon zijn. En daarom werpt hij zich op het schrijven van een studie over het verschil tussen de Engelsen en de Italianen en hoe iedereen volstrekt bepaald is door de plaats waar hij geboren wordt en leeft.

Voor zijn boek wil Burton de man interviewen die Italië gemaakt heeft tot wat het is, de man die zeven keer premier was en er uiteindelijk van verdacht werd een maffialid te zijn: Andreotti. En die is overal. Wanneer Burtons collega Gregory hem bijvoorbeeld vertelt dat hij iets met zijn vrouw heeft, gebeurt dat in een hotel in Palermo op nog geen honderd passen van de plaats waar een vooraanstaand politicus vermoord is. Misschien had Andreotti daar wel iets mee te maken.

Uiteindelijk zal Burton de begrafenis van zijn zoon missen, maar Andreotti krijgt hij wel te pakken. Hij denkt de man te kunnen vangen met de cynische vraag waar hij begraven zou willen worden en wat hij op zijn grafsteen wil zien staan. De politicus steekt echter een verhaal af over zijn prestaties, over het verbrokkelde land dat hij samengebracht heeft, en Burton beseft dat hij nooit tegen de Italiaan op zal kunnen. De man is volstrekt sereen, zo beseft hij. Niet alleen meent hij wat hij zegt, hij gelooft er ook echt in. Italië is meer dan het land van de schijnheilige, met een hese stem gezongen liefdesliedjes en de treinen die nooit op tijd zijn. Bovenal is Italië het land van de krankzinnige sereniteit.

Waar nu precies zijn bestemming ligt, zal ook hij ontdekken – als lezer kon je dat natuurlijk al vermoeden. ‘Italië is belachelijk,’ beseft hij, ‘maar ik zou het niet willen ruilen voor iets wat ik te bieden heb. Voor het lege en pragmatische eclectisme van een Engelsman.’

Tim Parks, ‘Bestemming’, Arbeiderspers, 233 blz., 726 fr. (18 ?)

Marnix Verplancke

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content