Herman Jacobs
Herman Jacobs Medewerker Knack

Doen wat je doen moet: de eenvoudige slagerszoon Marcus Messner wil niets liever. Maar het Amerika van de jaren vijftig, waarin Philip Roths nieuwe roman Verontwaardiging is gesitueerd, gunt hem dat niet.

De twee vorige boeken van Philip Roth, Alleman (2006) en Exit geest (2007), waren ouderdomsromans, zoals ook niet zo vreemd is bij een auteur die ondertussen naar de 76 loopt. In zijn nieuwe, Verontwaardiging, maken we nu eens kennis met een nog piepjonge man, helemaal aan het begin van zijn volwassen leven. Toch speelt ook hier de dood een prominente rol in.

Het is namelijk 1950: de Koude Oorlog woedt in een erg hete vorm aan het Koreaanse front. Hoofdpersonage Marcus ‘Markie’ Messner (nee, niet Mackie Messer) is de degelijke, serieuze, oprechte zoon, enig kind ook, van een Joodse slager in Newark bij New York (waar ook Roth geboren werd). Voor hij naar de universiteit gaat – als eerste van de familie – leert hij eerst nog alles van het slagersvak wat zijn vader hem leren kan. En meer dan dat: ‘Dat leerde ik van mijn vader en vond ik heerlijk om van hem te leren: dat je doet wat je doen moet.’

Maar niet zodra is Marcus student geworden, of zijn vader verandert in een overbezorgde, je zou haast zeggen: typisch Joodse mamme, als dat zou kunnen voor een man. Panisch is hij dat zijn zoon iets overkomt. Marcus wordt er gek van, en kiest na zijn eerste jaar aan een universiteit dicht bij huis een studieplek uit die 750 kilometer bij Newark vandaan ligt: Winesburg, Ohio. Winesburg, Ohio is niet toevallig ook de titel van een klassieke roman uit 1919 van Sherwood Anderson. Net zoals Anderson voor hem, gebruikt Roth het stadje als decor voor het oproepen van het leven in de Amerikaanse provincie, gefnuikt door emotionele onbeholpenheid, geestelijke armoede en een puriteinse moraal (met name ook op seksueel gebied).

Na twee maanden op Winesburg College wordt Marcus bij de decaan geroepen. Die vraagt zich af of de jongen wel aangepast genoeg is, nu hij in die korte tijd al twee keer wegens onmin met kamergenoten een nieuwe kamer heeft gezocht. Marcus laat zich niet intimideren, waagt het zelfs rond uit te komen voor zijn afkeer van iedere vorm van religie (men moet als student op Winesburg voor zijn afstuderen veertigmaal een kerkdienst hebben bijgewoond). Een memorabele passage overigens, deze dertig pagina’s durende confrontatie tussen het paternalisme van deze ouwe gluipkop en de daarover eerlijk verontwaardigde slagerszoon, die niemand tot last is en alleen maar zo hard mogelijk wil studeren en verder met rust gelaten wil worden.

Hard studeren hierom: na de studie komt onherroepelijk een oproepbevel voor Korea. Maar als hij heel goede cijfers haalt, redeneert hij, kan hij als onderofficier gaan, en niet als gewoon infanterist – lees kanonnenvoer, want de verliezen van de Amerikanen en hun bondgenoten zijn aanzienlijk.

Toch wordt de dood in Korea zijn lot. Maar niet daarover gaat deze roman. Of eigenlijk toch: de hoge morele waarden die de VS daar tegen ‘het communisme’ zeggen te verdedigen, pakken thuis namelijk uit als een ondraaglijke conventionaliteit die ieder spontaan leven smoort – bijvoorbeeld ook dat van de labiele Olivia, een medestudente met wie Marcus even iets heeft, maar die tegen het einde met een zenuwinzinking wordt afgevoerd. Dood: vanwege ‘de muffe geest van de mores op Winesburg College’ en ‘de benauwende deugdzaamheid die (…) Olivia tot waanzin had gedreven’ moet Marcus immers zonder diploma en dus als gewoon soldaat naar de oorlog. Want hij verdomde het – en dan is het de auteur zelf, die zijn verontwaardiging de vrije loop geeft: ‘Was hij maar zelf naar de kerk gegaan! Was hij er die veertig keer heen gegaan (…), dan had hij nog geleefd en was hij nu een net gepensioneerde advocaat. Maar hij kon het niet! Kon niet als een kind in de een of andere stomme god geloven! Kon die zeikgezangen van ze niet aanhoren! Kon niet in die heilige kerk van ze zitten! En de gebeden, die zedig gemummelde gebeden – beschimmeld barbaars bijgeloof! Onze Flater, die in de Hemel zijt! De onwaardigheid van religie, het onvolwassene, achterlijke, beschamende van dat alles! Maniakale verering van niets!’

Soms zijn dingen namelijk wél eenvoudig. Dit is alweer een boven de doorsnee uitstekend boek van Philip Roth.

PHILIP ROTH, VERONTWAARDIGING, UIT HET ENGELS VERTAALD DOOR BABET MOSSEL, DE BEZIGE BIJ, AMSTERDAM, 254 BLZ., 18,90 EURO.

Herman Jacobs

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content