De Europese Unie onderzoekt of Pakistan moet worden gestraft omwille van zijn kinderarbeid : een precedent in de maak.

KINDERARBEID en zeker schuldslavernij van kinderen zal iedereen in ons land wel erg vinden, al zij het pas sinds enkele decennia. Intussen zijn er nog zo’n 200 miljoen kinderen in de wereld die, jonger dan veertien, al zo hard moeten werken dat ze hun gezondheid en hun opvoeding in gevaar brengen.

Sinds Iqbal Masih op 16 april 1995 in Muridke, een dorpje in de Pakistaanse provincie Punjab, werd neergeschoten, wordt vooral Pakistan omwille van zijn miljoenen kinderarbeiders met de vinger gewezen. Iqbal Masih, van wie het nochtans niet zo zeker meer is dat hij door de zogeheten tapijten-mafia uit de weg werd geruimd, was nu eenmaal uitgegroeid tot de internationaal bekende en bekroonde woordvoerder van de kinderslaven. Ondanks zijn jeugdige leeftijd sprak hij uit ervaring. Zijn dood heeft de problematiek weer onder de aandacht gebracht.

Zo heeft het Europees Vakverbond, op verzoek van de Internationale Konfederatie van Vrije Vakbonden en vooral van het militante Europees Syndikaal Komitee voor Textiel, Kleding en Leder (ETUC-TCL), de Europese kommissie op 12 juni verzocht Pakistan en Myanmar (Birma) tijdelijk de voordelen van het Algemeen Preferentie Stelsel (APS) 1995-2004 te ontzeggen. De vertegenwoordigers van de vijftien lidstaten van de Europese Unie zullen zich daar dezer dagen over beraden.

Patrick Itschert is sekretaris-generaal van het Europees Syndikaal Komitee voor Textiel, Kleding en Leder. Waarom zijn organizatie op de eerste plaats Pakistan wil laten bestraffen ?

– PATRICK ITSCHERT : Wij zijn niet blind voor de kinderslavenarbeid in India, Bangladesh, Nepal, Myanmar en andere landen. Maar in Pakistan is het erger dan elders. Volgens het jaarverslag van de Internationale Arbeidsorganizatie (IAO) van 1993 is de omvang van de dwangarbeid in Pakistan een van de meest onrustwekkende ter wereld. De IAO heeft daar vorig jaar opnieuw op gewezen, hoewel de Pakistaanse regering op 11 maart 1992 elke vorm van dwangarbeid strafbaar stelde en alle verplichtingen van de slaven tegenover hun meesters ophief.

Human Rights Watch, de Amerikaanse niet-goevernementele organizatie, heeft in zijn jaarverslag van 1995 echter schrijnende getuigenissen opgenomen van kinderen van elf en twaalf die al jaren als schuldslaven in tapijtweverijen of steenbakkerijen aan het werk zijn : dus om een lening (peshgi) af te betalen die een familielid ooit aanging en die soms generaties lang moet afgelost worden.

Wij mogen ook niet vergeten dat Pakistan al in 1957 en 1960 achtereenvolgens de IAO-konventies 29 en 105 ratificeerde, die dwangarbeid verbieden. Die konventies worden dus evenmin nageleefd als de wet van 1992. Het opperste gerechtshof heeft in 1988 schuldslavernij zelfs uitdrukkelijk verboden. Ook dat mocht niet baten.

– Uw klachtenbundel van juni 1995, gericht aan de vice-voorzitter van de Europese kommissie Manuel Marin, verwijst naar het Bonded Labour Liberation Front (BLLF), het bevrijdingsfront van schuldslaven, van Esanullah Khan, wiens geloofwaardigheid naar aanleiding van de moord op Iqbal Masih onlangs in twijfel is getrokken. Is dat geen zwak punt in de klacht ?

– ITSCHERT : Neen. Pakistan probeerde al vlug te bewijzen dat Iqbal Masih geen tien, maar achttien jaar was en doodgeschoten werd omdat hij samen met zijn neven een boereknecht verrast had die hét met een ezelin deed. De man in kwestie nam zijn geweer, vuurde op de drie jongens en doodde Iqbal Masih.

Op een bepaald ogenblik werd zelfs verteld dat Esanullah Khan opdracht gaf voor de moord, of ze zelf pleegde, om nadien de tapijten-mafia des te makkelijker te kunnen beschuldigen, zoals hij trouwens deed. Pakistan probeerde ook India een komplot in de schoenen te schuiven, dat al dan niet door het buitenland zou betaald zijn, om zijn export te schaden. Vandaar dat Esanullah Khan, de bezieler van BLLF, nu beschuldigd wordt van hoogverraad en in Europa voortvluchtig is. Het doet er echter weinig toe hoe oud de jongen was, wie hem vermoordde en wat voor iemand Esanullah Khan is. Er zijn voldoende onafhankelijke rapporten die de omvang van de dwangarbeid van kinderen in Pakistan aanklagen. Al variëren de cijfers van twee tot zes en acht miljoen kinderslaven.

– U probeert Pakistan tijdelijk uit het Preferentie Stelsel 1995-2004 te bannen omdat er arbeiders, kinderen, onder dwang werken. Is het precedent dat u probeert te scheppen het alternatief voor de invoering van de sociale clausule die, spijts het aandringen van de Internationale Konfederatie van Vrije Vakbonden niet aanvaard geraakt in de wereldhandel ?

– ITSCHERT : De mundializering van de ekonomie heeft de arbeiders in de wereld niet verrijkt, maar geleid tot de mundializering van de uitbuiting. Bovendien heeft de implosie van het kommunisme de neoliberalen dermate de vrije hand gegeven dat de vraag naar een nieuwe regelgeving in de wereldhandel almaar prangender wordt. Er is ongetwijfeld noodzaak het leefmilieu in al zijn aspekten te beschermen. Waarom zou echter een kindslaaf of een arbeider minder zorg behoeven dan een dolfijn of een walvis ?

Wie het over sociale clausules heeft om een formele band vast te leggen tussen internationale handel en minimale sociale normen in de nieuwe industrielanden, verwijst impliciet naar de zes internationale IAO-konventies. Die handelen immers over niet-discriminatie, de vrijheid van de werknemers om zich te verenigen en te onderhandelen én het verbod op dwang- en kinderarbeid. De Verenigde Staten probeerden op een bepaald ogenblik ook het recht op gezondheid en een degelijk loon internationaal te laten erkennen. Zo’n voorstellen werden echter afgeschoten bij het afsluiten van de Uruguay-ronde in april 1994, die de liberalizering van de handelsstromen en tariefverlagingen nog in de hand werkte. De Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (Gatt) mag dan nog de toegang van goederen verbieden die onder dwang zijn gemaakt, het desbetreffend artikel 20 wordt niet toegepast.

Sinds april vorig jaar kwam wel een dynamiek op gang die duidelijk maakte dat ons streven naar een sociale clausule geen nieuwe vorm van protektionisme is om de vrijhandel en de kansen van de Derde-Wereldlanden te beperken. Precies in die geest besliste de Europese raad van ministers op 19 december 1994 om in het kader van het Preferentie Stelsel 1995-2004 in een tweeledige sociale clausule te voorzien. Enerzijds zullen van 1 januari 1998 af gunstiger handelsvoorwaarden kunnen toegekend worden aan Derde-Wereldlanden die het verbod op kinderarbeid en de vrijheid van vakvereniging en onderhandelen eerbiedigen. Anderzijds kan sinds 1 januari 1995 het APS geheel of gedeeltelijk ontzegd worden aan landen waar arbeiders, a fortiori kinderen, onder dwang moeten werken. Het is krachtens deze wettelijke mogelijkheid dat wij vragen om het APS tijdelijk aan Pakistan en Myanmar te ontzeggen.

– Zo neemt u uw toevlucht tot het Algemeen Preferentie Stelsel omdat de Internationale Arbeidsorganizatie blijkbaar niet bij machte is zijn zes konventies te doen respekteren.

– ITSCHERT : Er kwam inderdaad een sociale clausule omdat het IAO geen dwangmiddelen heeft of wil hebben om staten te verplichten hun konventies na te leven. We vroegen of het IAO, waarin werkgevers, werknemers en regeringen samen zitten, wou nagaan of sociale clausules in het kader van het APS worden nageleefd. Maar het IAO bedankte daarvoor. Het is blijkbaar bang iemand voor het hoofd te stoten.

– Is het International Program for the Elimination of Child labour (IPEC) van het IAO een schaamlapje ?

– ITSCHERT : Dat zou ik niet zeggen. Het heeft geen zin de kinderarbeid van vandaag op morgen te verbieden als die kinderen daardoor op straat of in de prostitutie belanden. Ze moeten opgevangen worden en misschien zelfs tijdelijk blijven werken, als ze intussen ook school kunnen lopen en medische begeleiding krijgen. Zo begrepen, heeft een programma zoals IPEC zeker zijn belang. Een van de grootste invoerders van oosterse tapijten, het Limburgse Benelux Orient, dat in Nepal met een eigen projekt tegen kinderarbeid begonnen is, heeft duidelijk belangstelling om dat eventueel voort uit te bouwen in het kader van IPEC.

– Is uw aanpak via het APS of IPEC beter dan het uitwerken en naleven van een gedragskode die bedrijven zichzelf opleggen ?

– ITSCHERT : Niet noodzakelijk. De code of conduct van Levi Strauss & Co. is begin 1992 zelfs baanbrekend geweest. Deze multinational dekreteerde meteen een aantal minimumnormen die ongeveer zeshonderd kontraktanten in een dertigtal landen moesten leren naleven. Het ging om het milieu in het algemeen en het leven op de werkvloer, waar kinder- en dwangarbeid verboden zijn, maar waar bovendien respekt gevraagd wordt voor mensenrechten, arbeidsduur (maximum 60 uren per week en 1 dag rust), sociaal verantwoorde bezoldiging, veiligheid, hygiëne en dies meer. Sindsdien hebben een tiental Amerikaanse multinationals Levi’s voorbeeld gevolgd. Tot nu heeft echter geen enkele Europese multinational zo’n gedragskode ondertekend. Volgende maand zal nog eens duidelijk worden of zij dat wel willen. Dan zal aan de Europese bedrijven die zaken wensen te doen met China gevraagd worden of zij eerst een code of conduct willen ondertekenen. Ter inspiratie dienen de déclaration de principe tripartite sur les entreprises multinationales et la politique sociale van de IAO (1977), de IAO-konventie 138 over het verbod op kinderarbeid, de tekst van Levi Strauss & Co. en de vormen van kontrole die destijds werden ingevoerd om het handelsembargo tegen Zuid-Afrika te doen naleven.

Intussen hebben enkele grote groepen zoals C&A, Ikea en andere wel oog gekregen voor het menselijk en sociaal onrecht dat aan veel tapijten, kledingstukken en schoenen kleeft. De Franse Union des Industries Textiles heeft nu zelfs een gedragskode voor haar leden ontworpen, waarin zij evenals de leden van de Europese Federatie voor de Schoenindustrie beloven geen goederen meer af te nemen bij onderaannemers die kinderen tewerk stellen. De problematiek raakt steeds meer bedrijfsleiders. Als nu ook nog de politici minstens Pakistan laten voelen dat het binnen het Algemeen Preferentie Stelsel menens is, zal weer een stuk menselijk leed gelenigd zijn.

Frank De Moor

Westerse pedagogen noemen de twintigste eeuw die van het kind, maar die inschatting geldt niet voor landen als Pakistan.

Patrick Itschert (inzet) : “Als de politici laten voelen dat het menens is, zal alweer een stuk menselijk leed gelenigd zijn. “

De moord op Iqbal Masih bracht de slavernij van miljoenen kinderen opnieuw onder de aandacht.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content