Even leek de ziel van het kind weer in gevaar. Maar uiteindelijk wou CVP-voorzitter Van Hecke alleen zijn partij profileren en onrust in de gelederen smoren. Over een schooloorlog die er geen was.

OVER CVP-voorzitter Johan van Hecke had onderwijsminister Luc Van den Bossche (SP) vorige week geen andere commentaar te leveren dan dat de wegen van een partijvoorzitter ?ondoorgrondelijk” zijn. Van Hecke had de minister voor de voeten geworpen dat hij zijn hervormingsplannen voor het secundair onderwijs op zijn buik mocht schrijven als hij niet meteen garanties gaf over de uitvoering van een reeks onderwijseisen van de CVP. Rond Van Heckes onverwachte uitval die hij lanceerde in een televisiedebat met VLD-voorzitter Herman De Croo viel een geurtje op te snuiven dat herinnerde aan de ouderwetse schooloorlogen, waarvan iedereen nochtans dacht dat ze nu wel voorgoed achter de rug waren.

Wat er dan precies loos mocht zijn, bleef echter in het ongewisse. Minister Van den Bossche kan veel worden aangewreven, maar niet dat hij niet stug zou doorwerken aan de uitvoering van de Vlaamse regeringsverklaring. Dat doet hij in tandem met de secretaris-generaal van het departement Onderwijs, CVP-vertrouweling Georges Monard, in samenspraak met het overkoepelende secretariaat van het katholiek onderwijs (de ?Guimardstraat”) en in politieke samenwerking met de CVP-ministers van de Vlaamse regering, waarvan er één, minister van Welzijn en Kultuur Luc Martens, er een heus ?schaduwkabinet” voor onderwijs op nahoudt. Onderwijs is hoe dan ook een delicaat beleidsterrein sociaal, ideologisch maar zeker ook budgettair, want het kost honderden miljarden per jaar zodat politieke eenmansnummertjes er ongewenst zijn en vooral nooit enige kans op slagen krijgen. Van den Bossche is een voldoende sluw politicus om zich daar niet te laten aan vangen.

De CVP-voorzitter zorgde nauwelijks voor verheldering van zijn stoere taal, want hij vertrok vierklauwens naar Namibië. Ondertussen deed Van den Bossche zijn best om het raadsel rond Van Heckes uitval in stand te houden, zoniet te vergroten. De minister slaagde erin brokken in de coalitie te vermijden, waarvoor hij ook de Vlaamse parlementsleden met een kluitje in het riet moest sturen. Toen ze hem vorige week over de kwestie ondervroegen, beperkte hij zich tot een reeks fel gesmaakte kwinkslagen, waarmee hij wel de lachers op zijn hand kreeg, maar er gelijk in slaagde, zoals Nelly Maes (VU) terecht opmerkte, om niets te zeggen.

APPLAUS.

Van Heckes uitval vormt, alles bij elkaar, veeleer een probleem voor de CVP dan voor de minister van Onderwijs. Het is geen toeval dat de voorzitter ermee uitpakte in een debat met zijn VLD-collega, die immers het liefst het grove geschut had bovengehaald om de federale regering uit het zwerk te schieten, wegens onbekwaam etcetera. Een onderwijsprobleem verzinnen, was voor Van Hecke dan een gepaste manier om het niet te moeten hebben over wat dan wél de brandende kwestie van de dag was. Ook voor de zwaargewichten in de CVP is dat immers in de eerste plaats het overleg binnen de federale regering over de begrotingscontrole en het werkgelegenheidsbeleid. Maar over dat onderwerp duldt premier Jean-Luc Dehaene (CVP) geen stoorzenders in de vorm van ondoordachte verklaringen in een debat op zondagochtend. Zelfs Johan Van Hecke moet daarover discreet zijn, de zaak is al lastig genoeg.

En omgekeerd is onderwijs voor de christen-democratie hoe dan ook een interessant onderwerp om er enig strovuur mee aan het vonken te brengen. Een jaar of tien geleden nog bestond er een feilloos middel om als spreker een luid applaus te krijgen op een CVP-congres. Het volstond om een pleidooi te houden voor het katholieke schooltje en tégen de legalisering van abortus. Daar hoefde niet eens een aanleiding voor te bestaan. Ex-premier Mark Eyskens die de lichtheid van het politieke bestaan altijd al ondraaglijk heeft gevonden schertste wel eens dat een christen-democratisch politicus electoraal niet beter kon scoren dan door in een verkiezingscampagne het spookbeeld van nakende christenenvervolgingen op te roepen.

Een centrumpartij heeft het altijd wat lastig om zich te profileren, dus moet ze, als ze dat toch wil doen, teruggrijpen naar enigszins atavistische, uit het verleden overgeërfde symbolen. De CVP doet dat het best door haar katholieke roots wat meer in de verf te zetten, hoewel het ironisch blijft dat het net Van Hecke zelf was die nog niet zo lang geleden de ?C” in de naam van de partij wilde laten vervluchtigen. Niet dat de waarden waar de partij voor staat nu reëel worden bedreigd, maar kennelijk acht de partijleiding het nuttig om ermee haar profiel bij haar (vertwijfelde ?) achterban scherp mee te stellen. Het verdedigen van orthodox-christelijke instellingen als de vrije school past daarin. Het dreigen met het spookbeeld van een schooloorlog geldt dan als een politiek wat primitief, maar toch efficiënt middel om de gelederen weer wat hechter aaneen te smeden.

ZEDENVERWILDERING.

Het kan ook geen toeval zijn dat de CVP zich onverwacht uitdrukkelijk keerde tegen de idee om de zogeheten samenlevingscontracten een min of meer officiële status te bezorgen. Het Koninklijk Besluit dat minister van Binnenlandse Zaken Johan Vande Lanotte (SP) daarover voorbereidde, had nochtans een vooral symbolische betekenis. Het bezat louter administratieve en zeker géén juridische consequenties en het hielp mensen uit de puree die hun alternatieve levenswijze op een of andere manier enige duurzaamheid en zekerheid wilden bezorgen. Ook dat KB bedreigde niemand of niets ; het verbood niets, maar creëerde enkele, zeer bescheiden, nieuwe mogelijkheden. Maar wie dat wou, kon erin een ver perspectief van, horreur !, homohuwelijken onderkennen, van zedenverwildering en gevaar voor het huwelijk. Daartegen een njet uitspreken, kon de CVP al evenzeer een scherper profiel helpen bezorgen. Dat Van Hecke daarmee de verruimers, die nochtans de kern van zijn ?CVP nouveau” uitmaken, in grote problemen bracht, nam de voorzitter dan toch maar voor lief.

Zo’n symbolenstrijd laat zich echter moeilijk rijmen met het concrete politieke werk. Vooral de CVP-leden in de commissie Onderwijs van het Vlaams parlement waren niet opgezet met het initiatief van hun voorzitter. Ze stelden, zo bracht Gazet van Antwerpen vorige week uit, een brief op waarin ze Van Hecke om een meer constructieve houding verzochten. Tenslotte moest die commissie vorige maandag beginnen aan de behandeling van datgene waar het dan wél om gaat, het zogenaamde minidecreet van minister Van den Bossche, dat een benoemings- en programmatiestop uitvaardigt. Daarmee wil Van den Bossche in de eerste plaats een bewarende maatregel nemen. Hij heeft een grootscheepse hervorming van het secundair onderwijs op het oog, zodat hij er alle belang bij heeft om te voorkomen dat er ondertussen nog allerlei nieuw personeel vast wordt benoemd of nieuwe studierichtingen worden opgericht.

Concreet wou Van Hecke dit minidecreet niet goedkeuren indien Van den Bossche hem geen garanties gaf over drie punten. Het gaat dan om de hervorming van de Algemene Raad van het Gemeenschapsonderwijs (Argo), waarvan de CVP al een tijdlang vindt dat de christen-democratie er al te weinig in aan haar trekken komt. Een onderzoek van het studiebureau Ernst & Young wees overigens ook op de noodzaak van een bijsturing van de Argo. Voorts zal de hervorming van het secundair onderwijs leiden tot (vrijwillige) samenwerkingsverbanden tussen scholen uit verschillende netten, bijvoorbeeld opdat ze niet overal dezelfde studierichtingen zouden aanbieden. Van Hecke eist dat daarbij ?de vrije keuze” zou gegarandeerd blijven. Tenslotte wil hij ook dat iets wordt gedaan aan het kostprijsverschil tussen het vrije en het gemeenschapsonderwijs ; per leerling wordt in dat laatste net behoorlijk wat meer uitgegeven dan in het katholiek onderwijs.

OPPOSITIE.

Over dat alles bestaat evenwel al een consensus tussen CVP en SP : het Vlaamse regeerakkoord. Bovendien, aldus bronnen binnen de CVP, valt vooralsnog niet te twijfelen aan de loyauteit van Van den Bossche om dit akkoord ook naar best vermogen uit te voeren. En toch schijnt dat alles voor de CVP-voorzitter niet te volstaan. In alle geval heeft het kabinet van Onderwijs al laten verstaan dat de minister zich onmogelijk voor een strikte timing kan engageren. Ook in het regeerakkoord is terzake trouwens geen tijdsschema afgesproken, vooral omdat de concrete uitvoering van een en ander nog het onderwerp van voortdurende discussie is.

De hervorming van het Argo-decreet vraagt, bijvoorbeeld, in bepaalde onderdelen een tweederdenmeerderheid in het parlement. De Argo steunt trouwens op een ruim politiek akkoord dat in 1988 werd gesloten door CVP, SP, PVV en VU. Een wijziging daarvan vereist delicate onderhandelingen met meer bepaald de liberale en Vlaams-nationalistische oppositie. Daar worden nu al om de veertien dagen zeer discrete, maar naar verluidt constructieve gesprekken over gevoerd. Het kabinet-Van den Bossche heeft zich ondertussen al fiks geërgerd aan de CVP-uitlating dat het de zaak van de minister is om ervoor te zorgen dat die tweederdenmeerderheid ook tot stand komt. Vandenbossche is van oordeel dat het hier gaat om een taak die de meerderheid in haar geheel ter harte moet nemen.

In het ?gelijk leggen van de lat” tussen het gemeenschapsnet en de gemeentelijke, provinciale en vrije scholen (die in het jargon tegenwoordig respectievelijk ?gefinancierd” en ?gesubsidieerd” onderwijs worden genoemd) stelt zich een probleem dat doet denken aan de Vlaams-Waalse geschillen inzake sociale zekerheid. Er zijn namelijk ?objectieve” verschillen, die verantwoorden waarom het gemeenschapsonderwijs relatief duurder uitvalt, wat bijvoorbeeld ook door de Raad van State wordt erkend. Afgezien daarvan bestaan er echter ook niet-objectieve, ?historisch gegroeide” verschillen. Daarover is het dat de discussie moet gaan. Het ligt voor de hand dat dit alles nauw verbonden is met de kwestie van de vrije schoolkeuze. De globale hervorming van het secundair onderwijs zal het Vlaamse parlement net de gelegenheid bieden om daarover het debat aan te gaan.

Maar dat laatste kan, zo was afgesproken binnen de CVP-SP-meerderheid, niet gebeuren zonder dat eerst dat minidecreet wordt goedgekeurd. Het is een initiatief waarmee niemand zich echt populair zal maken. Bewijs : de benoemingsstop die erin vervat ligt, heeft al tot stakingen en betogingen van de Vlaamse leerkrachten geleid. Vandaar ook dat de commissie Onderwijs van het Vlaamse parlement daarover een zo sereen mogelijk klimaat in stand wil houden. Met zijn uitval in het televisiedebat heeft Johan Van Hecke het zijn partijgenoten in die commissie dan ook behoorlijk lastig gemaakt ze hebben het zelfs over ?tegenwerking”. Daarom wilden ze daar per brief tegen protesteren. Het was alleen door een ingreep van CVP-fractievoorzitter Johan De Roo dat de brief uiteindelijk niet werd verstuurd en het conflict verdoezeld bleef.

BOYCOT.

De brief had een concrete aanleiding : in het jongste nummer van het CVP-ledenblad Keerpunt staat een bijdrage afgedrukt van vakbondsleider Jean-Pierre Vanden Berghe. Het stuk is meer dan zomaar een vrije tribune, aangezien de man tevens lid is van het CVP-bureau. Van den Berghe riep zijn partij onomwonden op om de benoemingsstop niét door te voeren. De gram van de CVP-commissieleden slaat ogenschijnlijk op het feit dat deze oproep in het partijblad zelf staat afgedrukt, waardoor zij zich in deze onsympathieke materie in de rug geschoten voelden.

Hun ongenoegen kan echter vooral betrekking hebben op de slotparagraaf van deze tekst : ?Ik blijf dan ook hopen, samen met de duizenden collega’s die met mij trouw blijven aan de CVP, dat de CVP een halt zal toeroepen aan minister Van de Bossche en dat mijn partij de herziening van het Argo-decreet als een breekijzer zal gebruiken om deze catastrofale benoemingsstop te boycotten en ongedaan te maken !” En dat was net de indruk die Van Hecke had gewekt : de benoemingsstop boycotten zonder dat met zoveel woorden te zeggen, maar door daarvoor een voorwendsel te zoeken in de Argo-hervorming, waarvan duidelijk is dat ze morgen niet rond is.

Minister Van den Bossche leek zich niet bijzonder druk te maken over al die heisa, wellicht ook omdat ondertussen over de hele zaak gesprekken tussen CVP en SP aan de gang waren. Die zijn vorige maandag op een consensus uitgelopen, die nauwelijks meer is dan een bevestiging van wat al in het Vlaamse regeerakkoord te lezen staat. Daarbij werden enkele verdere details concreet ingevuld, maar die weerspiegelen alleen de vordering van de globale discussie. Van enige timing in de realisering van Van Heckes eisen is daarin, bijvoorbeeld, geen sprake. Wat de CVP- en SP-onderhandelaars eigenlijk hebben gedaan, is voorkomen dat Johan van Hecke al te veel gezichtsverlies zou lijden.

Marc Reynebeau

Op pagina 54 en verder leest u meer over de hervormingen in het onderwijs.

De CVP kan zich goed profileren rond een schoolkwestie.

Van Hecke : drukte om niets.

Van den Bossche : geen nieuws.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content