Dertig jaar geleden ontwierp Sicco Mansholt het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Het is ondertussen ernstig bijgestuurd.

Op 23 maart 1971 betoogden honderdduizend boeren in Brussel. Zij pikten het plan-Mansholt niet, waarmee de Europese commissaris voor Landbouw de kleine boer volgens hen wilde nekken. De woede van de betogers was enorm en het liep in Brussel totaal uit de hand. Een Waalse landbouwer overleed in de strubbelingen en van het Noordstation tot het Zuidstation was alles op de grote wegen kort en klein geslagen.

De Nederlandse minister Sicco Mansholt trok in 1958 naar de toen kersverse Europese Commissie. Hij had in zijn land de voedselvoorziening georganiseerd tijdens de hongerwinter 1944-1945. Daardoor was voedselvoorziening voor hem een obsessie. Hij bedacht een Europees landbouwbeleid dat met goede en stabiele prijzen een hoge productie zou waarborgen. Hij slaagde in het titanenwerk om de landbouwpolitiek van de verschillende lidstaten in één geheel te integreren. Als gevolg daarvan is landbouw nog steeds het belangrijkste en meest dure beleidsterrein.

De schaalvergroting had evenwel een maatschappelijk negatieve bijsmaak. Volgens Mansholt waren er te veel kleine en onproductieve boeren die een kwijnend bestaan leiden. Binnen de tien jaar, voorspelde hij, moest de helft van de boeren naar een andere baan overstappen en vijf miljoen hectare landbouwgrond een andere bestemming krijgen. Ondanks het harde boerenprotest kwam het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid er toch. En Mansholt werd na veertien jaar landbouw nog een jaartje voorzitter van de Europese Commissie, tot hij eind 1973 op pensioen ging. Bij wijze van eerbetoon als het ware.

Het sociale bloedbad is er niet gekomen. Integendeel, de Europese boeren genoten van het nieuwe landbouwbeleid dat de Europese prijzen met ingewikkelde regelingen van exportsubsidies en importheffingen boven die van de wereldmarkt tilde. Ook toen de overschotten echt uit de hand liepen. De consumenten en de belastingbetalers financierden de boerenwelvaart.

Op latere leeftijd kwam ‘de vader van het Europees landbouwbeleid’ tot inkeer, onder invloed van de Club van Rome met haar ‘Grenzen aan de groei’ en van zijn toenmalige vriendin Petra Kelly die het boegbeeld van de Duitse groenen zou worden. Hij zette zich van de grootschalige landbouw af en werd voorvechter van de krimpeconomie met grote zorg voor het milieu. In juni 1995 overleed Sicco Mansholt.

Ondertussen heeft Europa het landbouwbeleid fel bijgestuurd. In 1992 al kwam er de hervorming van Ray MacSharry, Agenda 2000 volgde en de Berlijnse top van 1999 tekende een nieuwe marsrichting uit. Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid paste niet meer in de vrije wereldhandel en vooral, het moest zich aanpassen aan de vrije markt, aan de vereisten van duurzaamheid en aan de zorg voor het milieu.

Guido Despiegelaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content