NOODHULP VOOR 800 MILJOEN INDIËRS

Liefst twee derde van de Indische bevolking kan binnenkort aanspraak maken op gesubsidieerd voedsel. Een nieuw overheidsprogramma moet de wijdverspreide ondervoeding én de corruptie de kop indrukken.

Salim ul-Rahman (50) is vel over been. Hij zit ineengedoken op een groezelig kleed. Zijn vrouw Nazma (45) hurkt bij een schotel met wat meel. ‘Vanavond maak ik chapati’s. We hebben ook nog een beetje linzen.’ Maar de pannenkoekachtige broodjes en de dunne linzensaus zijn niet genoeg voor het gezin van zeven personen. In de kleine kamer in de oude binnenstad van Delhi zijn de bakstenen muren zwart van het vuil. Er is geen elektriciteit, geen stromend water, geen toilet en nauwelijks daglicht.

Een nieuwe voedselwet moet de nood van India’s armen verlichten. Het wordt het grootste socialezekerheidsprogramma ooit ter wereld. De wet bepaalt dat 75 procent van de Indiërs op het platteland en 50 procent in de steden (in totaal 800 miljoen mensen, twee derde van de bevolking) een beroep kunnen doen op gesubsidieerd voedsel. Het gaat om rijst en tarwe, per persoon maandelijks 5 kilogram in een verhouding die deelstaten zelf mogen vaststellen – in Delhi is dat 4 kilo tarwe en 1 kilo rijst. De vastgestelde prijs is in heel India dezelfde: 3 roepie (3,6 cent) per kilo rijst en 2 roepie (2,4 cent) per kilo tarwe. Op de vrije markt kost rijst 50 roepie per kilo en tarwe 25.

De wet moet nog worden goedgekeurd door het parlement, waar leden van oppositiepartijen met luidruchtig protest de behandeling verhinderen, maar kan op deelstaatniveau al uitgevoerd worden. Over negen maanden zijn er verkiezingen. De regerende Congrespartij wordt geplaagd door corruptieschandalen en een afkoelende economie, en probeert de kiezers met de voedselwet weer aan haar kant te krijgen.

Iedereen evenveel

India, met zijn 1,24 miljard inwoners, heeft twee gezichten. De economische groei is er nog altijd groter dan in het Westen, maar tegelijk vertoont een derde van de volwassen Indiërs tekenen van ondervoeding en is bijna de helft van de kinderen jonger dan vijf chronisch ondervoed. ‘Een nationale schande’, noemde premier Manmohan Singh dat. 269 miljoen mensen leven onder de armoedegrens van 1,25 dollar per dag. Ruim 800 miljoen Indiërs moeten rondkomen met minder dan 2 dollar per dag.

‘Zonder de nieuwe wet blijft de helft van India in armoede leven’, zegt ontwikkelingseconoom Jean Drèze, een tot Indiër genaturaliseerde Belg en adviseur van de overheid. ‘De nieuwe wet is beter dan het huidige voedselprogramma. Het recht op voedselsubsidie wordt verdubbeld van 400 naar 800 miljoen Indiërs. Iedereen krijgt hetzelfde rantsoen. In de oude regeling wisten mensen niet waar ze recht op hadden. Maar als je weet waar je recht op hebt, dan vecht je daarvoor.’

Tegenstanders vrezen dat de subsidiekosten zullen verdubbelen, net nu de economie stokt. ‘Dat klopt niet’, zegt Drèze. Het nieuwe programma zal ongeveer 14,4 miljard euro kosten, het oude kostte al bijna 11 miljard euro. ‘De oude regeling werd jaarlijks duurder door verspilling en diefstal. De nieuwe wet kost niet veel meer, maar helpt twee keer zoveel mensen. Dat is goed voor de economie.’

Toch rijst de vraag of India zulke gigantische ondersteuningsprogramma’s nog lang kan betalen. Als de nieuwe voedselwet wordt aangenomen, verdringt die India’s NREGA-programma als omvangrijkste socialezekerheidsprogramma ter wereld. Dat geeft 42 miljoen plattelandsfamilies jaarlijks gegarandeerd 100 dagen werk tegen een minimumloon van 1,9 dollar per dag. Ook dat was een initiatief van de Congrespartij. Het project kost 4,8 miljard euro per jaar. Het kwijtschelden van leningen van ruim 37 miljoen arme boeren kostte nog eens 6,3 miljard euro. Samen met de voedselwet en enkele kleinere programma’s besteedt India tussen de 2 en de 3 procent van zijn huidige bruto binnenlands product (dat 1378 miljard euro bedraagt) aan armoedebestrijding.

Maar de financiële huishouding van de derde economie ter wereld staat onder druk. Het begrotingstekort bedraagt 4,9 procent, het tekort op de betalingsbalans is 4,8 procent – India importeert dus te veel en exporteert te weinig. Dat is extra problematisch nu de roepie in vrije val is: sinds mei verloor de Indiase munt 20 procent van zijn waarde. Buitenlandse investeerders halen hun geld weg uit opkomende markten als India en Brazilië. Die dienden als vluchtbestemming tijdens de crisis, maar nu zijn er weer gunstige ontwikkelingen in het Westen, met name in de VS. Dit jaar zou al ruim 11 miljard dollar uit India zijn weggesluisd.

Bovendien is de economische groei in enkele jaren tijd bijna gehalveerd tot 5 procent. De hardnekkige bureaucratie, de trage rechtspraak, investeringsbeperkingen en corruptie schrikken investeerders af.

Digitale controle

Het nieuwe voedselprogramma gebruikt het distributiesysteem van het huidige, maar dat wordt geplaagd door grootschalige corruptie. Volgens een overheidsrapport uit 2005 bereikt 37 tot 55 procent van het voedsel de armen niet. In deelstaat Uttar Pradesh stal minister Raja Bhaiya volgens onderzoeksjournalisten on- gestraft voor zo’n 15 miljoen euro van de armen. Jean Drèze noemt het distributiesysteem ‘een uitdaging’. ‘Maar het is de laatste jaren sterk verbeterd dankzij de informatisering en de gps-tracking van voorraden.’

Uiteindelijk zullen de fraudegevoelige rantsoenkaarten verdwijnen – in Delhi zijn er daarvan meer in omloop dan er inwoners zijn. Veel armen kregen er geen. Jarenlang probeerde de familie ul-Rahman er tevergeefs een te bemachtigen. Om op de vrije markt genoeg eten te kunnen kopen, heeft het gezin dagelijks 200 roepie nodig – meer dan het onzekere inkomen van de zieke Salim.

Het gezin werd gered door informatietechnologie. Het kon een ‘aadhaar’ bemachtigen, het persoonlijke identificatienummer dat sinds 2011 wordt verspreid en corruptiegevoelige documenten overbodig maakt. Elk individu krijgt een 12-cijferig nummer en een digitale vingerafdruk. Voedsel konden de ul-Rahmans met hun aadhaar nog niet krijgen, wel 600 overheidsroepies per maand. Voor hun elfjarige dochter Nilofar kwam de hulp helaas te laat. ‘Ze werd ziek’, vertelt Nazma. ‘Er was geen geld voor een goed ziekenhuis en medicijnen. Alles ging op aan eten.’ Het meisje overleed aan een bacteriële infectie.

Eind volgend jaar moet de helft van de bevolking een nummer hebben. Delhi is het eerste gebied waar het voedselprogramma eraan wordt gekoppeld. In een Fair Price Shop, zoals de rantsoenwinkels officieel heten, zit Najib Khan (39) aan een tafeltje tussen de zakken graan en rijst in. Hij toont een stapeltje formulieren met pasfoto’s. ‘We zijn klaar voor de nieuwe wet. Dit zijn de mensen die bij mij mogen kopen.’ Maar waar is het apparaatje voor de digitale vingerafdruk? ‘Dat komt pas in september. Maar zonder gaat het ook wel.’

DOOR JOERI BOOM IN NEW DELHI

De helft van de Indische -5-jarigen is chronisch ondervoed.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content