NOG NIET ALLE DOMINOSTENEN ZIJN OMGEVALLEN’

MINISTER VAN FINANCIËN EVANGELOS VENIZELOS EN (EX-) PREMIER GEORGE PAPANDREOU 'Politici zijn onderdeel van het probleem. Vijftig jaar lang hebben zij de overheid leeggezogen.' © JOHN KOLESIDIS/REUTERS

‘De plundering van de Griekse republiek door de euro, de politieke elite en de beleggers.’ Zo luidt de ondertitel van Greece’s ‘Odious’ Debt, een ophefmakend boek dat econoom en zakenman Jason Manolopoulos schreef over de schuldencrisis van zijn land. Een gesprek over ‘de gelukkige jaren’, roofzuchtige leningen en het gevecht om de toekomst.

Mijn moeder is arts. Anderhalf jaar geleden, op haar vijfenzestigste, ging ze met pensioen. Tot vandaag heeft ze geen cent gezien.’ Jason Manolopoulos maakt meteen duidelijk dat de crisis geen Grieks huishouden passeert. ‘Een op de vijf Grieken staat op de loonlijst van de overheid. Die vrezen allemaal voor hun baan, of anders voor die van hun oom, tante of buur.’

Niet dat hij meelij heeft. Mano-lopoulos is bovenal boos. Boosheid die ook de toon van zijn boek bepaalt. Greece’s ‘Odious’ Debt, The Looting of the Hellenic Republic by the Euro, the Political Elite and the Investment Community schetst een ontluisterend beeld van zijn geboorteland. Een land dat de politieke elite zich heeft toege-eigend voor eigen gewin. Een hydra, een veelhoofdig monster uit de Griekse mythologie, dat leeft op vriendjespolitiek, nepotisme, cliëntelisme en corruptie. Een land dat volledig leunt op drie sectoren – toerisme, scheepsvaart en landbouw – die inefficiënt worden gerund. Om maar niet te spreken van de financiële sector, die aan iedereen geld leende zonder vragen te stellen. Het boek leest als een Griekse tragedie. Een tragedie zonder helden, maar met veel, heel veel, schurken. ‘Er zijn Grieken die iedere schuld ontkennen, die zeggen dat ze altijd netjes belasting hebben betaald’, zegt Jason Mano-lopoulos. ‘Mijn punt is: ook zij lieten dat allemaal gebeuren.’

Er volgt een luisterrijk relaas vol persoonlijke Griekse ervaringen met de zogeheten fakelaki(kleine enveloppe) om (sneller) geholpen te worden en de miza (steekpenningen) om opdrachten binnen te halen. De arts die een goed gevulde enveloppe verwacht, de advocaat die geen factuur uitschrijft, het restaurant waar hij maar geen bonnetjes krijgt. Het verklaart de onwaarschijnlijke cijfers van de belastingdienst, waar vorig jaar slechts vijftienduizend Grieken opgaven dat ze meer dan honderdduizend euro hadden verdiend. ‘Met een corruptiescore van 3,8 op de schaal van 10 bevindt Griekenland zich in het gezelschap van de Balkanlanden. Niet dat het een criterium was voor toelating tot de euro’, schampert Manolopoulos. ‘Het sociale contract in Griekenland is eenvoudig. Je betaalt geen belasting en je verwacht geen enkele service van de overheid.’

Manolopoulos plaatst de Griekse belastingmoraal in de historische context van onderdrukking. ‘Grieken leefden honderden jaren onder Turkse overheersing. Het was patriottisch om de opgelegde belasting te ontduiken. Zo kreeg de overheerser geen inkomsten.’ Een vorm van verzet waar recenter ook de nazi’s en daarna de militaire junta mee te maken kregen. En toen de democratie eindelijk voet aan de grond kreeg, moesten tal van partijen letterlijk worden afgekocht om de vrede te bewaren of om politieke steun te vergaren. Een manier van politiek bedrijven die tot de dag van vandaag bestaat. ‘Op een van de ministeries werden vlak voor de verkiezingen 269 nieuwe mensen aangenomen. 18 bleken directe familieleden van de verantwoordelijke minister.’

Hoe heeft iedereen zich zo in Griekenland kunnen vergissen?

Jason Manolopoulos: Velen zijn op het verkeerde been gezet door wat ik omschrijf als de ‘gelukkige jaren’, de periode na de Griekse toetreding tot de euro in 2000. Na de aanslagen van 11 september keerden toeristen het Midden-Oosten de rug toe en lagen de Griekse stranden opeens overvol. Tegelijkertijd begon China de wereld te veroveren, waardoor Griekse rederijen goed geld verdienden aan het verschepen van goederen van en naar China. En de wereld had een nauwelijks te stillen honger. ( schimpend) Grieken verkochten tomaten om Louis Vuittontassen te kunnen kopen. En de komst van de euro bracht ook nog eens een lage rente mee. Geld lenen werd voor Grieken plots veel goedkoper. Ze gingen massaal op huizenjacht. Prijzen verdubbelden in een paar jaar tijd. Ik verdiende in die dagen echt niet slecht. Maar kon ik me een huis in Athene veroorloven? Nee dus. Het sloeg nergens op. ( ongeloof) In 2010 stond er voor 8 miljard euro aan autoleningen uit. Er reden in Griekenland per inwoner meer Porsche Cayennes rond dan in enig ander Europees land. Ik zat in die jaren in Moskou om personeel verlegen. Griekse collega’s bood ik soms een drievoudig salaris. Ze lachten me in mijn gezicht uit. ‘Ben je gek! Hier schijnt de zon. Letterlijk!’

Waar ging het mis?

Manolopoulos: De ‘gelukkige jaren’ kwamen ten einde en Griekenland zat opeens vast aan een dure euro. Het toerisme, de scheepsvaart en de landbouw waren op de wereldmarkten altijd concurrentieel gebleven door de drachme geregeld te devalueren. Dat kon opeens niet meer. Griekenland leefde boven zijn stand. Maar in plaats van de buikriem aan te halen, ging het land lenen om het sprookje gaande te houden. Honderden miljarden euro’s.

Niemand die daar vraagtekens bij plaatste?

Manolopoulos: De wereld staarde zich blind op inadequate economische statistieken. De prestaties van Griekenland werden volledig afgemeten aan de groei van het nationaal inkomen. En dat inkomen groeide elk jaar met miljarden euro’s. Helaas waren dat geleende miljarden. Er werd niets extra’s mee geproduceerd. De geleende euro’s werden gespendeerd aan nieuwe BMW’s of verdwenen in de speculatieve huizenmarkt. Kort door de bocht: Griekenland wist een succesvol groeiverhaal bij elkaar te lenen op de internationale kapitaalmarkten.

Een analyse die een beetje bankier ook had kunnen maken?

Manolopoulos: Kijk, als taxichauffeurs en gepensioneerde tantes beginnen over de renteverschillen tussen Griekenland en de Verenigde Staten, dan weet je dat de economie in de problemen zit. Je kon tegen één procent rente lenen bij de Amerikaanse centrale bank om dat geld vervolgens tegen drie procent uit te lenen aan Griekenland. Al dat goedkoop beschikbare geld ging naar de raarste plekken: Griekenland, Amerikaanse woekerhypotheken, banken in Kazachstan die nu bijna allemaal failliet zijn, en naar IJsland natuurlijk.

Ik weet nog dat een bank mij verzocht tien miljoen euro te investeren in obligaties van een Russisch bedrijf. Toen ik mijn twijfels uitsprak over de risico’s, kreeg ik een nieuw aanbod. ‘Geef ons drie miljoen en dan lenen wij jou de andere zeven miljoen.’ Zo kon ik toch voor het hele bedrag meedoen. Steeds vaker werd geld uitgeleend met geleend geld. Het was gewoonweg belachelijk. Ik denk dan ook dat alle domino-stenen nog niet zijn omgevallen.

Toch zeggen veel mensen die er rechtstreeks bij betrokken zijn dat de problemen met Griekenland en de euro niet te voorzien waren.

Manolopoulos: Flauwekul. De architecten van de euro negeerden de theorie én recente ervaringen. Iedere econoom kent de vereisten voor een succesvolle monetaire unie: voorwaarden als een flexibele arbeidsmarkt, economische integratie, een sterke overheid en overeenkomstige inflatie. Griekenland paste totaal niet in dat plaatje. Niet voor niets hadden economen in Duitsland een rechtszaak aangespannen om Duitse toetreding tot de eurozone te voorkomen. En Europa was al een illusie armer met de voorloper van de euro, het Europees wisselkoersmechanisme (ERM). Was iedereen vergeten dat het Britse pond in 1992 moest uittreden? Of dat de grenzen waartussen de deelnemende valuta fluctueerden steeds verder waren opgerekt? Tussen 1980 en 2000 verloor de drachme bijna vijfentachtig procent van zijn waarde ten opzichte van de Duitse mark. Na toetreding tot dezelfde munt zouden die verschillen opeens verdwenen zijn? ( lacherig) De euro werd geïntroduceerd als een vermomde Duitse mark, nu blijkt hij meer een vermomde drachme te zijn.

De toetreding van Griekenland tot de euro is doorgedrukt zonder oog voor de economische realiteit. Europese subsidies en de lage eurorente zouden economische hervormingen in Griekenland in gang zetten. De Griekse politiek dacht daar heel anders over. Die besloot met de binnenstromende euro’s de zakken van de Grieken te spekken. Je had echt geen glazen bol nodig om te zien dat het slecht zou aflopen.

Hoe moeten we de titel van uw boek, Greece’sOdious’ Debt, interpreteren?

Manolopoulos: De term staat voor een schuld die een overheid opbouwt voor doeleinden die het land niet ten goede komen. Het is een persoonlijke schuld van de machthebbers, een schuld waar de bevolking niet verantwoordelijk voor is. Maar het staat niet voor niets tussen aanhalingstekens. Het mag geen excuus voor de Grieken zijn om de opgebouwde schulden niet te betalen.

Wel wil ik debat uitlokken. Toen zakenbank Goldman Sachs met boekhoudkundige trucs de schulden van Griekenland verborg, wist iedereen binnen de eurozone echt wel wat daar gebeurde. En zou de situatie echt zo uit de hand gelopen zijn als Europa meteen had ingegrepen toen Frankrijk en Duitsland als eerste de Europese regels voor de hoogte van de staatsschuld overtraden? En waarom wil Sarkozy dat Griekenland in ruil voor steun vier marineschepen in Frankrijk bestelt? Ik noem dat roofzuchtig lenen. Griekenland geeft 4,6 procent van zijn nationaal inkomen uit aan defensie. Een van de hoogste percentages in de wereld. Je wilt niet weten hoeveel geld er door de jaren is geleend om militair materiaal aan te schaffen bij het Franse Dassault of het Duitse Krauss-Maffei Wegmann. Mijn punt is: als iemand te veel leent, zijn daar twee partijen bij betrokken.

Kan de crisis, als katalysator voor hoognodige structurele veranderingen, uiteindelijk ook een zegen voor Griekenland zijn?

Manolopoulos: Dat hangt af van wie het huidige gevecht om de toekomst wint. Zeventig procent van de Grieken wil dat er iets verandert. De andere dertig procent zal dan veel privileges verliezen. Jongeren zie je op straat dat gevecht aangaan. Veel ouderen kijken vooral machteloos toe. Ik ben vrij pessimistisch. Griekenland heeft twee harde klappen in het gezicht nodig. Die klappen heeft het nog steeds niet gehad.

Europa verwacht een leidende rol van Griekse politici. Hebben Grieken vertrouwen in die politici?

Manolopoulos: Nee. Het zijn diezelfde politici die de crisis hebben veroorzaakt. Zij zijn onderdeel van het probleem. Vijftig jaar lang hebben zij de overheid laten uitdijen en financieel leeggezogen. De belangen van hun partijen zijn altijd boven die van het land gesteld. Ooit zal iedereen er genoeg van hebben en worden die dinosaurussen aan de kant gezet.

Waar zal deze crisis eindigen?

Manolopoulos: Er zal nog veel geld verloren gaan en veel kapitaal vernietigd worden. Europa moet een nieuwe manier van zakendoen uitvinden. Dat zal vijf tot zes zware jaren vergen. Er is doodgewoon te veel schuld opgebouwd. Ieder land dat momenteel tegen zes procent geld leent terwijl de economie maar één procent groeit, zal zijn schulden zien oplopen en gaat op termijn failliet. Europa heeft zijn concurrentiekracht verloren en moet zich aanpassen aan de wereld die verschuift.

Wat betekent dat voor Griekenland?

Manolopoulos: Of het wordt het nieuwe Bulgarije, een land waar je binnen de Europese Unie goedkoop dingen laat maken. Of het vindt de weg omhoog en wordt bijvoorbeeld het toeristische paradijs van Europa, met alle inkomsten van dien.

DOOR JEROEN SCHUITEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content