Marnix Verplancke

Om het ijzer warm te houden, schreef Mark Z. Danielewski alvast een novelle. Het grote werk levert hij volgend jaar af.

info : Mark Z. Danielewski, Het Vijftig Jaars Zwaard, De Bezige Bij, Amsterdam, 64 blz., A 24,90.

‘Ik schrijf geen patatten mee sossiessen‘, lacht Mark Z. Danielewski. ‘Die kun je overal eten en dat interesseert me niet. Ik wil ongewone combinaties brengen en nieuwe smaken ontdekken. We eten omdat we voedsel nodig hebben. Zonder proteïnen en koolhydraten kunnen we immers niet leven. Maar soms eten we ook omdat we iets nieuws willen proeven of omdat we willen ontdekken hoe fijn voedsel wel kan zijn. Het is voor die momenten dat ik mijn boeken schrijf.’

Vijf jaar geleden verscheen Danielewski’s Het kaartenhuis, een in meer dan één betekenis imposant boek. Niet alleen was het onmogelijk omvangrijk, het haalde ook zowat iedere literaire conventie omver. Het was een horrorverhaal over een huis dat vanbinnen groter was dan vanbuiten en een paar duistere gangen verborg die rechtstreeks naar het onderbewuste van zijn bewoners leken te leiden. Er stonden pagina’s lange al dan niet volstrekt fictieve voetnoten in. Soms liep de tekst achterwaarts, soms diende je er je spiegel bij te halen om hem te kunnen lezen en af en toe verdwenen de woorden gewoon in een punt. Het was een te gekke prestatie die niemand hem ooit had voorgedaan en die menigeen in zijn vuistje deed lachen: maar een tweede boek kon alleen maar teleurstellen. Herhaalde hij zich immers niet, dan zou hij tot de conventionaliteit afzakken.

Het tweede grote boek, waar hij al zes jaar aan werkt en dat praktisch is afgerond, komt volgend jaar en heeft de werktitel Dat, wat Danielewski een heleboel flauwe grappen oplevert in de zin van ‘Je kunt toch beter dan dat’, en ‘Dat hebben we al eens gelezen’. ‘Geloof me,’ vertelt hij hierbij aansluitend, ‘ik zal blij zijn als het uit is en ik kan zeggen: “Dat was dat”.’ Tussen al dat werk door schreef Danielewski de novelle Het Vijftig Jaars Zwaard. Je hoeft dit boek maar open te slaan om te merken dat het opnieuw iets speciaals is. Zo is de tekst bijvoorbeeld geschreven in de vorm van een zwaard. Op pagina één staan de woorden in de vorm van een heft, waarna de tekst op de rest van de pagina’s in een lange verticale reep over het papier loopt om ten slotte in een mooi puntje te eindigen. En er is meer. Het verhaal wordt door vijf mensen verteld. Iedere verteller heeft zijn eigen kleur aanhalingstekens, maar na een paar bladzijden ben je finaal het spoor bijster, wat misschien zelfs niet eens zo erg is. Dat verhaal zelf gaat over Chintana, die op de avond van Halloween met vijf kinderen naar het huis van de 112 jaar oude Mose Deteldons trekt om er te luisteren hoe de Verhalen Verteller zijn zoektocht naar het ultieme wapen beschrijft. Na veel avonturen komt hij bij de Man Zonder Armen terecht die hem het Vijftig Jaars Zwaard overhandigt, een vlijmscherp wapen dat pas na vijftig jaar in actie zal komen. Ook aanwezig tijdens de vertelsessie is Belinda Snaai, de blonde stoot die er met Chintana’s man Pravat vandoor is gegaan. Het is net haar verjaardag en het Zwaard wil een bloederig feestje bouwen.

Ook al lijkt het een bizar, soms onbegrijpelijk mysterieus fantasietje, toch zit er meer achter, verzekert Danielewski ons. Het is wel degelijk een boek dat over een persoonlijke bezorgdheid van de auteur gaat, over uitgesteld geweld. ‘We kunnen klimaatveranderingen negeren of naar olie boren in Alaska omdat we de gevolgen daarvan niet meteen voelen’, legt hij uit. ‘Maar over vijftig jaar zullen we er niet meer naast kunnen kijken. De reden dat ik er een kinderverhaal van gemaakt heb, is omdat kinderen dat inzicht niet hebben. Zij snappen niet dat iets wat je nu doet pas veel later gevolgen kan hebben.’

Waarom is alles in citaatvorm geschreven? Niemand kan die vijf stemmen toch uit elkaar houden?

MARK Z. DANIELEWSKI: Er kunnen duizenden valabele redenen voor zijn, veel meer dan ik bedacht heb, en ze zijn allemaal juist. Die vraag moet de lezer zelf maar beantwoorden. Ik wil wel een tipje van de sluier oplichten. Het centrale thema van het boek is scheiden – het zwaard snijdt – en weer aan elkaar zetten, wat zijn personificatie vindt in Chintana, die naaister is. Op de eerste pagina kun je lezen dat het boek een verhaal in vijf stemmen is en dat hun verhalen aan elkaar gezet zijn om een geheel te vormen. We kennen hun namen niet, en dat is frustrerend, want we willen altijd de naam van een verteller weten. Alles is al een keer gezegd, ooit, door iemand, maar we weten niet door wie. Onze taal bestaat uit oneindig veel aan elkaar gezette citaten. Op een bepaald moment weet je in mijn boek niet meer precies wie er aan het woord is, en het kan je ook geen fluit meer schelen. De woorden verdwijnen achter het verhaal, maar in je achterhoofd blijf je er rekening mee houden dat er vijf vertellers zijn: vijf, als de vingers van een hand dat kan snijden en naaien.

Wat heb je nodig om te maken dat onze geest achter de woorden het verhaal ontdekt?

DANIELEWSKI: Niet meer dan een goed verhaal, eentje dat aanspreekt, enthousiasmeert en je meesleept. De rode draad in mijn werk moet de optimistische moraal zijn die erin verborgen zit. Het enige wat ik wil doen, is mensen nieuwsgierig maken, over het huis in mijn vorige roman of over het zwaard in dit boek. Je wilt weten wat het is en wie de vertellers zijn. Als ik erin slaag de nieuwsgierigheid van mijn lezers op te wekken, ben ik een tevreden man omdat nieuwsgierigheid volgens mij de belangrijkste menselijke eigenschap is. Nieuwsgierigheid beschermt ons tegen de leugens van de anderen, zodat we bijvoorbeeld niet tevreden zijn met Bush die verkondigt dat er in Irak massavernietigingswapens opgeslagen liggen, maar ook willen weten of die er echt zijn. Nieuwsgierigheid is wat het leven de moeite waard maakt, anders gaan we ten onder aan lethargie.

En een echt antwoord krijgen we niet.

DANIELEWSKI: Ik vind het heel interessant te zien hoe de wetenschap de literatuur heeft beïnvloed. Neem nu de tijd van de stoommachine. Opeens kwam dat beeld overal terug. Zelfs Freud beschreef het onderbewuste ooit als een stoommachine. Later zagen we dat heel wat literatuur door de ideeën over de wetten van de thermodynamica en de relativiteitstheorie werd beïnvloed en nog later door de kwantummechanica. We weten allemaal dat we op het vlak van de deeltjesfysica kunnen spreken over twee mogelijke toestanden die pas één moeten worden wanneer ze concreet dienen te zijn. Je zou het einde van mijn boek als een Schrödingersituatie kunnen zien: je weet niet of de kat leeft of dood is. Of Belinda Snaai het zal kunnen navertellen, weet je als lezer pas wanneer je het verhaal zelf hebt afgemaakt. In dit boek is er maar één verteller, en dat ben je zelf, jij naait de verschillende stemmen aaneen. In feite zou Het Vijftig Jaars Zwaard opgevoerd moeten worden in een theater, waarbij de vijf stemmen het verhaal samen creëren. Maar misschien zou ook dat nog te veel verleidelijke harmonie geven. Wellicht nog beter is de tekst samen te stellen uit een heel andere tekst, uit een bandopname van dit interview bijvoorbeeld, waarbij de woorden uit hun context geknipt worden en vervolgens aaneengelijmd tot een nieuw verhaal. Dat zou pas ten volle aantonen hoe we onszelf steeds opnieuw formuleren en uitvinden.

Marnix Verplancke

‘Op een bepaald moment weet je niet meer precies wie er aan het woord is, en het kan je ook geen fluit meer schelen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content