JA
Toch lijkt het een slag in het gezicht voor correcte belastingbetalers.
Nee, want wie eerlijk belastingen betaalt, betaalt minder. En wie niet heeft betaald en daarmee in het reine wil komen, moet boven op de achterstallige belastingen ook boetes en interesten betalen.
We pleiten voor een tweesporenbeleid. Als er aanwijzingen van fraude zijn, moet het bankgeheim voorwaardelijk kunnen worden opgeheven. Maar als we de beschikbare middelen efficiënter willen gebruiken, moeten we kleine dossiers van grote onderscheiden. Die kleine moeten we administratief kunnen afhandelen – met een minnelijke schikking, zoals bij verkeersboetes – zodat er capaciteit vrijkomt om de grootschalige fraude en georganiseerde criminaliteit aan te pakken.
Wanneer is een dossier ‘groot’? Waar ligt de grens?
Een groot dossier is er één dat om een gevangenisstraf vraagt, waarbij een boete niet volstaat. Een btw-carrousel, bijvoorbeeld. Maar een richtbedrag kan ik daar niet op kleven.
In 2004 konden fraudeurs tegen gunstige voorwaarden een eenmalige bevrijdende aangifte doen. Sinds 2006 bestaat er een permanent systeem van wettelijk geregelde fiscale regularisatie. Volstaat dat niet?
In de huidige regeling is het zo dat men, onder meer als het gerechtelijk onderzoek al loopt op het moment van de aangifte of als er derden bij betrokken zijn, na die aangifte nog strafrechtelijk kan worden vervolgd. Ons voorstel verandert dat en geeft dus meer rechtszekerheid.
Wat stoort u precies in het liberale wetsvoorstel?
In de laatste versie die ik van hun wetsvoorstel over de opheffing van het bankgeheim heb gezien, is sprake van ‘een bevrijdende aangifte’ , een nieuw rondje fiscale amnestie dus. Ik heb het gevoel dat men dat aan het bijsturen is. Maar opnieuw zo’n rondje, daar ben ik categorisch tegen. In 2004 is er klaar en duidelijk gezegd dat de toenmalige voorwaarden zich maar één keer zouden voordoen. Sinds 2006 bestaat er bovendien een permanente mogelijkheid tot regulariseren. Uit een studie van Deloitte van vorig jaar blijkt dat die Belgische regeling, in vergelijking met onze buurlanden, uitermate gunstig is voor fraudeurs.
Biedt ze genoeg rechtszekerheid volgens u?
Ik weet dat er zich strafrechtelijke problemen kunnen voordoen, maar die vloeien dan voort uit het feit dat fraudeurs hun zaak maar voor een stukje laten regulariseren en niet helemaal. Iemand die 30 jaar gefraudeerd heeft, vraagt bijvoorbeeld een regularisatie aan voor inkomsten uit kapitaal van de afgelopen zeven jaar. En hoopt dat hij wegkomt met de rest. Voor mij kan de strafrechtelijke verantwoordelijkheid alleen maar wegvallen als we zeker zijn dat elke ontdoken euro plus een boete betaald is voor de hele periode waarop de fraude betrekking heeft.
Hoe denkt u die zekerheid te krijgen?
Door van belastingzondaars te eisen dat ze hun boeken volledig opendoen. De liberalen willen fiscale fraude bestrijden door ze te legaliseren. Ik wil dat doen met de opheffing van het bankgeheim, een goed werkend ministerie van Financiën, en transparante informatie-uitwisseling met het buitenland. Die neemt dermate toe dat ik begrijp dat fraudeurs die geen gebruik hebben gemaakt van de regelingen tot nog toe, het voelen branden aan hun gat.
NEE
Toch lijkt het een slag in het gezicht voor correcte belastingbetalers.
Nee, want wie eerlijk belastingen betaalt, betaalt minder. En wie niet heeft betaald en daarmee in het reine wil komen, moet boven op de achterstallige belastingen ook boetes en interesten betalen.
We pleiten voor een tweesporenbeleid. Als er aanwijzingen van fraude zijn, moet het bankgeheim voorwaardelijk kunnen worden opgeheven. Maar als we de beschikbare middelen efficiënter willen gebruiken, moeten we kleine dossiers van grote onderscheiden. Die kleine moeten we administratief kunnen afhandelen – met een minnelijke schikking, zoals bij verkeersboetes – zodat er capaciteit vrijkomt om de grootschalige fraude en georganiseerde criminaliteit aan te pakken.
Wanneer is een dossier ‘groot’? Waar ligt de grens?
Een groot dossier is er één dat om een gevangenisstraf vraagt, waarbij een boete niet volstaat. Een btw-carrousel, bijvoorbeeld. Maar een richtbedrag kan ik daar niet op kleven.
In 2004 konden fraudeurs tegen gunstige voorwaarden een eenmalige bevrijdende aangifte doen. Sinds 2006 bestaat er een permanent systeem van wettelijk geregelde fiscale regularisatie. Volstaat dat niet?
In de huidige regeling is het zo dat men, onder meer als het gerechtelijk onderzoek al loopt op het moment van de aangifte of als er derden bij betrokken zijn, na die aangifte nog strafrechtelijk kan worden vervolgd. Ons voorstel verandert dat en geeft dus meer rechtszekerheid.
Wat stoort u precies in het liberale wetsvoorstel?
In de laatste versie die ik van hun wetsvoorstel over de opheffing van het bankgeheim heb gezien, is sprake van ‘een bevrijdende aangifte’ , een nieuw rondje fiscale amnestie dus. Ik heb het gevoel dat men dat aan het bijsturen is. Maar opnieuw zo’n rondje, daar ben ik categorisch tegen. In 2004 is er klaar en duidelijk gezegd dat de toenmalige voorwaarden zich maar één keer zouden voordoen. Sinds 2006 bestaat er bovendien een permanente mogelijkheid tot regulariseren. Uit een studie van Deloitte van vorig jaar blijkt dat die Belgische regeling, in vergelijking met onze buurlanden, uitermate gunstig is voor fraudeurs.
Biedt ze genoeg rechtszekerheid volgens u?
Ik weet dat er zich strafrechtelijke problemen kunnen voordoen, maar die vloeien dan voort uit het feit dat fraudeurs hun zaak maar voor een stukje laten regulariseren en niet helemaal. Iemand die 30 jaar gefraudeerd heeft, vraagt bijvoorbeeld een regularisatie aan voor inkomsten uit kapitaal van de afgelopen zeven jaar. En hoopt dat hij wegkomt met de rest. Voor mij kan de strafrechtelijke verantwoordelijkheid alleen maar wegvallen als we zeker zijn dat elke ontdoken euro plus een boete betaald is voor de hele periode waarop de fraude betrekking heeft.
Hoe denkt u die zekerheid te krijgen?
Door van belastingzondaars te eisen dat ze hun boeken volledig opendoen. De liberalen willen fiscale fraude bestrijden door ze te legaliseren. Ik wil dat doen met de opheffing van het bankgeheim, een goed werkend ministerie van Financiën, en transparante informatie-uitwisseling met het buitenland. Die neemt dermate toe dat ik begrijp dat fraudeurs die geen gebruik hebben gemaakt van de regelingen tot nog toe, het voelen branden aan hun gat.
Opgetekend door Jan Jagers
‘We moeten de beschikbare middelen efficiënter gebruiken.’
‘Fraudeurs voelen het branden aan hun gat.’