De behandeling van een coronabesmetting beïnvloedt de microben in onze longen.
Niet alleen in onze darmen zit een ‘flora’, in de betekenis van een conglomeraat van bacteriën dat we nodig hebben om goed te functioneren. Ook in onze longen floreren bacteriën. Bio-informaticus Jeroen Raes (KU Leuven) en zijn collega’s beschrijven in Nature Communications de effecten van een besmetting met het coronavirus en de behandeling ervan op microben in de bovenste en de onderste luchtwegen.
De impact van de besmetting blijkt kleiner te zijn dan die van de behandeling, zeker in de bovenste luchtwegen. De tijd doorgebracht op een afdeling intensieve zorg van een ziekenhuis, en het feit of er al dan niet kunstmatige beademing nodig was, hadden een significante invloed op de samenstelling van de longbacterieflora. Ook het gebruik van antibiotica speelde een zichtbare rol.
In de onderste luchtwegen was er een belangrijk effect van de afweercellen die het lichaam mobiliseert om de ziekte te bestrijden. Ook zij hadden invloed op de samenstelling en activiteit van de plaatselijke microflora.
Eerder hadden Raes en zijn collega’s in Nature de effecten op de darmflora geanalyseerd van geneesmiddelen om ‘beschavingsziekten’ als obesitas en problemen met hart en bloedvaten te behandelen. Tijdens de ontwikkeling van hun ziekte krijgen patiënten steeds meer medicatie, die een groter effect op de samenstelling van de darmflora blijkt te hebben dan de ziekteverschijnselen zelf.
De effecten werden zichtbaar bij gebruik van zowel antibiotica als cholesterolverlagers. Het vergde ingewikkeld rekenwerk op gegevens van duizenden patiënten om ze zichtbaar te kunnen maken.