Danny Reweghs
Danny Reweghs Directeur strategie Inside Beleggen

De beurzen hebben een fantastisch jaar achter de rug. Maar daarmee is de negatieve trend nog niet definitief gekeerd.

Geen enkel van de voorbije 20 jaren was internationaal bekeken zo succesvol voor de beurzen als het afgelopen jaar. Tenminste als we beginnen te tellen vanaf maart 2003, het dieptepunt voor de meeste aandelenmarkten sinds de algemene beurstop in het jaar 2000. Enige nuance is met andere woorden op zijn plaats: de spectaculaire klim komt er na enkele jaren van doffe ellende op de diverse beurzen.

Wissen we die ‘zwarte’ periode echter even uit ons collectief geheugen, dan krijgen we prachtige stijgingspercentages voorgesteld, zoals mag blijken uit de tabel op deze pagina’s. Een klim met 50 procent is absoluut niet buitengewoon. Absolute koploper is de Duitse DAX-index met bijna een verdubbeling in amper twaalf maanden tijd. Uit de tabel blijkt ook heel duidelijk dat wij Belgen over het voorbije jaar absoluut niet mogen mopperen. De BEL20-index haalt verdienstelijk zilver met een klim van 71,6 procent.

Op het eerste gezicht is het opmerkelijk dat Wall Street, inclusief de technologiebeurs Nasdaq , het moet afleggen tegen de Europese markten. Daar staat tegenover dat de Europese beurzen in het eerste kwartaal van 2003 veel zwaardere klappen te incasseren kregen dan de Amerikaanse. En de Amerikaanse beurzen blijven hoe dan ook boven hun dieptepunten van oktober 2002.

Paniekstemming

De vraag ligt voor de hand: waarom zijn de beurzen op relatief korte tijd zo fors hersteld?

Een eerste voor de hand liggende reden is dat het voordien zo slecht ging. De stemming op de internationale beurzen was zo slecht geworden dat ze enkel maar kon verbeteren. En dat pessimistische sentiment op de beursvloer kon niet los worden gezien van de oplopende internationale spanning in het Midden-Oosten. De steeds grotere spanningen tussen de Verenigde Staten en Irak – en ook tussen de westerse landen onderling – maakten de beleggers zenuwachtig en zelfs paniekerig. Het is daarom niet toevallig dat de beurzen zijn beginnen te herstellen op het ogenblik dat de VS Irak zijn binnengevallen. De dreiging met aanslagen is natuurlijk nooit ver weg, maar ze beïnvloedt de beursevolutie niet meer.

Een tweede element dat een cruciale rol speelt, is dat de geopolitieke spanning ook op het ondernemers- en consumentenvertrouwen drukte. Dat stond op het ogenblik van de piek van de crisis rond Saddam Hoessein op een absoluut dieptepunt, waardoor investeringen uitbleven en de consumptie-uitgaven op een laag pitje stonden. Maar veel sneller en veel sterker dan verwacht heeft zich een economisch herstel afgetekend. Vooral dan in Amerika, dat zijn traditionele rol van groeimotor op zich nam, gesteund door een zeer soepele monetaire politiek en fiscale stimuli van de regering.

Heel belangrijk is ook dat er een jaar geleden echt wel een paniekstemming op de Europese aandelenmarkten heerste. Aandelen in het algemeen en financiële waarden in het bijzonder werden tegen elke prijs gedumpt, zo bang waren de beleggers dat een of andere financiële instelling in de problemen zou komen. De angst voor aandelen bereikte een hoogtepunt, elk risico werd geschuwd. Beleggers verkochten aandelen en ruilden die in voor kasbons of staatsobligaties. Ze verkozen enkele procenten gegarandeerd rendement boven de grote onzekerheid van de beurs. Pas naarmate de beurzen herstelden, overwonnen de beleggers hun schroom en durfden ze opnieuw aandelen te kopen.

Ongezonde principes

Of het feest zal blijven duren? Waarschijnlijk niet. Wij zouden daarom de aandelenposities opnieuw afbouwen en de cashpositie weer verhogen. Binnen het aandelensegment zouden we ook opnieuw kiezen voor de meer defensieve aandelen. Want er zijn tekenen dat de herstelbeweging stilaan ten einde komt.

Vooreerst is het optimisme onder beleggers weer even groot, zo niet groter dan in 2000. Maar ook de risico-appetijt is daarmee terug. Bovendien stoelt het economisch herstel in ‘motorland’ Verenigde Staten op ‘ongezonde’ principes: een omvangrijk begrotingstekort, een enorm handelstekort, met schulden overladen gezinnen en een veel te lage spaarneiging. De groei steunt enkel op de stijging van de beurs en de vastgoedmarkt.

En dan is er nog het dollargevaar. De Amerikaanse regeerders zien in een lage dollar een middel om uit het economische dal te geraken. Die strategie bedreigt echter de exportpositie van onder meer de Europese bedrijven.

Ten slotte leert het verleden dat zelfs een herstelbeweging van 100 procent niet noodzakelijk het definitieve einde betekent van een zwakke beursperiode. Berenmarkten kunnen zes tot acht ‘betekenisvolle’ herstelbewegingen kennen zonder dat van een echte trendommekeer sprake is.

Danny Reweghs

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content