Hannes Cattebeke
Hannes Cattebeke Freelance journalist voor onder meer Knack

Oud-minister van Welzijn Inge Vervotte wil de zorgverleners de vrijheid geven om zelf te bepalen hoe de behandeling van zieken moet gebeuren.

Jo Vandeurzen (CD&V) is de huidige Vlaamse minister van Welzijn en Volksgezondheid. Eerder dit jaar zat zijn partijgenote Veerle Heeren kortstondig op die stoel. Zij volgde toen een andere CD&V’er op, Steven Vanackere. Maar het is CD&V-Kamerlid Inge Vervotte, zelf de voorganger van Vanackere in de Vlaamse regering, die naar buiten komt met een ambitieus plan voor een zorgverlening op maat van de patiënt. Nu haar studieprogramma in Cambridge erop zit, tracht Vervotte op haar website kizo. be het debat te openen over een ‘Kwaliteitsvolle Integrale Zorgorganisatie’.

In het vakblad De Huisarts gaf ze onder meer kritiek op de huidige zorgpaden en-trajecten. ‘Mijn opzet is om naast de pragmatische oplossingen ook na te denken over de zorgverlening op lange termijn’, verduidelijkt ze. ‘De zorgpaden op zich zijn niet voldoende. Het probleem met veel chronische ziektes is dat het ziektebeeld verandert. Het volstaat dus niet om enkel het vooraf uitgestippelde pad te volgen. De zorgverleners moeten hun beleid op elkaar kunnen afstemmen zodat de patiënt naadloos aansluitende zorg krijgt.’

Een ander nadeel van de zorgpaden is volgens Vervotte dat er enkel gefocust wordt op wat belicht wordt. ‘De rest krijgt veel minder aandacht. Daardoor gaat misschien zelfs de totale kwaliteit naar beneden. Bovendien merk ik dat de aandachtspunten vooral in het begin goed opgevolgd worden, maar dat er na verloop van tijd een soort routine en nonchalance opduiken.’

Vervotte wil dat zorgverleners meer hun eigen gang kunnen gaan om beter in te spelen op de ware noden. ‘Een minister moet niet gaan bepalen hoe een behandeling het best verloopt. Wie er allemaal betrokken moet zijn bij een bepaald ziektebeeld, hangt af van de concrete zorgvraag. In bepaalde gevallen kan de huisarts het best de coördinatie op zich nemen, maar in andere gevallen kan dat de ergotherapeut of de psychiater zijn. Uiteraard moeten de zorgverleners wel blijven motiveren waarom ze bepaalde keuzes maken. Een vast protocol kan goed werken als een leidraad, zolang je er ook kunt van afwijken. Maar het is een slechte zaak als het enkel moet dienen om er een erkenning of een financiering aan te koppelen.’

Opvallend is dat Vervotte blijkbaar niet gelooft in het systeem van preventiebonussen voor huisartsen, nochtans een project dat door haar partijgenoot Vanackere werd gelanceerd. ‘Het idee komt uit een nota die ik nog gemaakt heb. Maar ik ben er niet uit geraakt over hoe dat kon worden georganiseerd. Op zich heb ik niets tegen het experiment. Het is een goede zaak als een dokter meer vrouwen in de risicoleeftijd ertoe kan aanzetten om zich preventief te laten screenen op borstkanker. Maar de preventiebonus is zeer fragmentarisch. Misschien zal die arts meer vrouwen naar de screening helpen omdat hij daarvoor een bonus opstrijkt, maar zal hij daardoor bij zijn patiënten niet meer focussen op de andere preventie, zoals de vragen of ze roken of ze veel alcohol drinken en of ze voldoende lichaamsbeweging hebben. Als hij dat allemaal verwaarloost, zijn we er niet echt op vooruitgegaan.’

Hannes Cattebeke

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content