‘Mijn kop eraf als Erdogan niet wint’

De drie protagonisten van de Turkse presidentsverkiezingen: Tayyip Erdogan, Selahattin Demirtas en Ekmeleddin Ihsanoglu (vlnr.) © David Gray / Reuters

Op 10 augustus kiezen de Turken een nieuwe president. Er zijn drie gegadigden: huidig premier Tayyip Erdogan, Ekmeleddin Ihsanoglu, de gezamenlijke kandidaat van de twee grootste oppositiepartijen, en de Koerd Selahattin Demirtas. Sloft Erdogan naar een nieuwe verkiezingsoverwinning, zoals de peilingen aangeven, of kunnen de tegenkandidaten verrassen?

Het is de eerste keer dat de bevolking van Turkije voor een president kan stemmen. Voorheen werd dat door het parlement gedaan. Ook nieuw is dat Turken in het buitenland stemrecht krijgen. In België zou het om 130.000 stemmen gaan, in heel Europa om 2,7 miljoen. Een president in Turkije had tot nu toe een louter ceremoniële functie. Maar nu Erdogan na drie termijnen als premier van zijn partij AKP geen vierde gooi naar die functie mag doen, wil hij het, naar het voorbeeld van Poetin, als president proberen. Wint hij, en dat lijkt zo goed als zeker, dan zal hij ongetwijfeld een aantal grondwetswijzigingen doorvoeren die hem meer macht geven, waardoor hij zijn positie als sterke man van Turkije kan behouden. Volgens de meeste peilingen zal Erdogan een klinkende zege behalen. Ondanks zijn hardhandige optreden tijdens de protesten op het Taksimplein, het corruptieschandaal van vorig jaar en zijn onbehouwen optreden tijdens de mijnramp in Soma afgelopen mei, blijft een groot deel van de bevolking in hem geloven. Erdogan heeft namelijk ook een reeks successen geboekt: hij bouwde een sterke economie uit en werkt aan een vredesproces met de Koerden.

Intussen is de bevolking in Turkije sterk gepolariseerd. Er bestaat nagenoeg geen middenveld meer: je bent ofwel voor ofwel tegen Erdogan. Tegenstander Ekmeleddin Ihsanoglu, de compromiskandidaat van de seculiere Republikeinse Volkspartij CHP en de nationalistische MHP, kan volgens de peilingen rekenen op zo’n 40 procent van de stemmen, terwijl de Koerd Selahattin Demirtas tussen de 6,5 en 8 procent stemmen zou binnenrijven. Als Erdogan zondag geen meerderheid van 51 procent behaalt, volgt op 24 augustus een tweede stemronde.

Özlem Gürses: veel conservatiever

Özlem Gürses, campagneleidster van oppositiekandidaat Ihsanoglu, was jarenlang actief als nieuwsanker en presentatrice van actualiteitenprogramma’s bij verschillende grote tv-zenders. Ze zag hoe de persvrijheid onder Erdogans bestuur stilaan afbrokkelde, en gaf uiteindelijk haar baan op.

ÖZLEM GÜRSES: ‘Ik werd steeds meer gecensureerd en mijn studiogasten ook. Tijdens live-uitzendingen kreeg ik te horen dat ik bepaalde vragen niet mocht stellen, of dat ik soms botweg de gast moest onderbreken om het gesprek te beëindigen. Op een avond kwam mijn baas vertellen dat er een spreker in een programma zat waar ze dringend van af moesten. Als oplossing stelde hij voor dat ik een nieuwsflits zou brengen om het programma te onderbreken. “Verzin maar gewoon wat breaking news”, opperde hij. Dat was de spreekwoordelijke druppel. Breaking news verzinnen om een ongewenste spreker te kunnen dumpen? Nooit van mijn leven. Ik ben diezelfde avond opgestapt. En het is er sindsdien niet beter op geworden. Een groot deel van de mainstreammedia – 85 procent – is in handen van Erdogan of pro Erdogan. Als je die media volgt, krijg je geen helder beeld van de realiteit voorgeschoteld. Dat was duidelijk merkbaar tijdens de protesten in het Gezi-park vorig jaar. Er waren slechts drie kleine tv-zenders die berichtten over wat er werkelijk gaande was. De mainstreammedia hadden het over “een groep anarchisten en terroristen” die problemen maakte en over de politie die het op de juiste manier aanpakte. Ze legden de schuld van de demonstraties bij de Gülenisten (van de religieuze Gülenbeweging, nvdr.), het Westen en de VS: die vormden een complot tegen het grote machtige Turkije. Het is door toedoen van de media dat de aanhangers van Erdogan in al die complottheorieën geloven.’

Gürses ging niet bij de pakken neerzitten. Ze klopte aan bij verschillende politieke oppositiegroeperingen waar ze als vrijwilliger aan de slag kon.

GÜRSES: ‘Toen ik gevraagd werd om de campagne van Ekmeleddin Ihsanoglu in goede banen te leiden, hoefde ik niet lang na te denken. Ik geloof 100 procent in de man. Ihsanoglu is een diplomaat en een hoogleraar. Een erudiet mens dus. Hij is tevens secretaris van de Organisatie van de Islamitische Conferentie, dus religieus. Maar hij is gematigd en erg ruimdenkend. Ik ervaar het zelf, nu ik elke dag met hem werk. Dat is belangrijk voor me, want ik ben zelf agnost en feminist. In tegenstelling tot Erdogan is Ihsanoglu niet de man van de gespierde taal. Volgens tegenstanders is dat een nadeel: Ihsanoglu zou kleurloos zijn en geen enkele politieke ervaring hebben. Bovendien heeft hij lang in Egypte gewoond waardoor hij als een buitenstaander wordt gezien. Maar in Turkije is het niet de gewoonte dat een president betrokken is bij de dagelijkse politiek. Hij heeft dus geen politieke ervaring nodig. Ik zie dat gebrek aan ervaring eerder als een voordeel. Het is een vrijheid, want hij zal minder bevooroordeeld tegen bepaalde zaken aankijken. En wat zijn kleurloze persoonlijkheid betreft, hij is innemend en gaat graag de dialoog aan. Hij luistert naar de mensen en vraagt wat zij willen.’

‘Als tegenstander van Erdogan heeft Ihsanoglu het niet gemakkelijk. Maar uit verschillende recente peilingen blijkt dat het ook bij Erdogan niet van een leien dakje gaat. Erdogan zit net onder de 50 procent en zal dus hoogstwaarschijnlijk niet winnen in de eerste ronde. Wij schommelen tussen de 42 en 48 procent. Als er een tweede ronde komt, zijn we ervan overtuigd dat we zullen winnen. Onder Ihsanoglu’s aanhangers zien we veel vrouwen en jongeren. Vrouwen stemmen voor hem omdat ze bang zijn dat ze een aantal vrijheden en rechten zullen kwijtraken als Erdogan aan de leiding blijft. De eerste signalen zijn er trouwens al: Turkije is vandaag veel conservatiever dan het tien jaar geleden was. Jongeren – vooral tussen de achttien en twintig jaar – hebben dan weer niets met het Turkije van vóór Erdogan, waarover hij het zo vaak heeft. Ze waren nog veel te klein om er zich iets van te herinneren. Bovendien kan het ze niets schelen wat er toen gebeurde. Ze zijn bezig met het hier en nu. En ze hebben allemaal internet, de enige bron in het huidige Turkije waar je nog de waarheid vindt.’

‘Mochten we het halen, dan ga ik opnieuw aan de slag in de journalistiek. Wint Erdogan, dan blijf ik oppositie voeren. Ik geloof nog altijd in dit land, ik hoop dat het zal veranderen. Daarom zijn deze verkiezingen zo belangrijk. Ik zie het als een laatste kans om weer tot elkaar te komen, om een einde te maken aan de polarisatie. Het presidentschap is niet de ideale manier om veranderingen door te voeren, maar we moeten ergens beginnen.’

Cem Küçük: economie fors gegroeid

Cem Küçük is journalist en columnist bij Yeni Safak, een krant die bekendstaat als conservatief, islamitisch, rechts en pro Erdogan. Küçük verwierf naar eigen zeggen vooral bekendheid in Turkije na het grootscheepse corruptieschandaal in december vorig jaar waarbij Erdogan en tientallen ministers betrokken waren. Küçük waarschuwde twee jaar eerder al dat zoiets er zat aan te komen en dat het om een poging tot een coup ging, georganiseerd door tegenstanders van Erdogan, onder andere Gülenisten.

CEM KÜÇÜK: ‘Je mag onze krant pro Erdogan noemen, ik beschrijf ons liever als pro democratisch. Erdogan is tenslotte verkozen door een democratische meerderheid. Onder andere omdat hij de arme Anatolische bevolking uit een diep zwart gat heeft geholpen. De economie is er fors op vooruitgegaan sinds hij de leiding heeft. Ons bruto binnenlands product bedroeg vorig jaar meer dan 1300 miljard dollar. Voor Erdogan aan de macht kwam, telde Turkije 67 miljoen inwoners, van wie meer dan 18 miljoen in zware armoede leefde. In 2012 waren er 77 miljoen inwoners, maar het aantal mensen onder de armoedegrens bedroeg toen nog maar 7 miljoen. Vóór 2002 (toen Edogan premier werd, nvdr.) was een vliegreis pure luxe in dit land. Niemand kon zich dat veroorloven. Tegenwoordig neemt iedereen het vliegtuig, het is bijna goedkoper dan met de auto reizen. Mijn vader is mijnwerker en vindt het nog altijd geweldig dat hij het vliegtuig kan nemen. Ook de gezondheidszorg is erop vooruitgegaan onder Erdogan. In elke stad in Anatolië vind je tegenwoordig een aantal ziekenhuizen waar je kosteloos behandeld wordt. Vroeger waren er nauwelijks ziekenhuizen in Anatolië en moest je alles zelf betalen. Hetzelfde geldt voor het onderwijs. Ook dat is gratis.’

‘De tweede belangrijke reden voor Erdogans populariteit heeft te maken met het feit dat zijn aanhang, de doorsnee soennitische moslim, voorheen altijd werd gemarginaliseerd. Een hoofddoek was verboden in publieke ruimtes. Als je bijvoorbeeld met een hoofddoek naar het ziekenhuis ging, liep je de kans gearresteerd te worden. De moslimgemeenschap is in Turkije jarenlang buitengesloten: ze had niets te zeggen op politiek en sociaal vlak. De zogeheten Witte Turken hadden alle macht in handen. Sinds 2002 hebben de moslims eindelijk het gevoel dat ze ook iets in de pap te brokken hebben. De Kemalisten (aanhangers van Mustafa Kemal Atatürk, de grondlegger van Turkije als seculiere republiek, nvdr.) weigeren te begrijpen hoe belangrijk dat was en is. Ook al is niet iedereen van de Turkse moslimgemeenschap het eens met Erdogan, hij is en blijft representatief voor hún regering en daarmee voor hun bestaansrecht. Daarom zullen ze voor hem blijven stemmen.’

De internationaal felle kritiek op Erdogans keiharde aanpak van de Gezi-protesten is volgens Küçük onterecht. Hij beweert dat het politiemannen van de Gülenbeweging waren die de betogers hardhandig uiteensloegen. Ze volgen de orders op van de imams, niet die van de overheid. Een uitleg die Erdogans aanhangers delen.

KÜÇÜK: ‘De politie trad agressief op, dat is een feit, maar de Gezi-protesten draaiden al snel op iets anders uit. Het ging niet meer om de bescherming van het park; de demonstranten wilden het gebouw van Erdogan bestormen met de bedoeling hem af te zetten. Hooguit tien procent van de bevolking stond achter de Gezi-protesten. De kans op nieuwe rellen acht ik voorlopig zeer klein. Er is bij de demonstranten een zekere moeheid ingeslopen, ze zijn het beu om telkens opnieuw de straat op te gaan. Erdogans tegenstanders haten hem diep. Maar ze vormen een minderheid, een seculiere minoriteit.’

‘Erdogan zal zijn autoriteit als president vergroten. Hij wil een president van en voor het volk worden. De middenklasse van Turkije heeft vertrouwen in hem. Economische stabiliteit is heel belangrijk voor dit land. Dat is de verdienste van Erdogan. Bovendien is er geen sterke tegenstander. Ihsanoglu is voor veel Turken een onbekende. Een buitenstaander zelfs, door zijn Egyptische achtergrond. We zullen zien wat de eerste ronde oplevert. Erdogan zal ook een behoorlijk aantal Koerdische stemmen krijgen, om het vredesproces verder in de goede richting te duwen. Het is een uitgemaakte zaak: Erdogan wordt de nieuwe president van Turkije. Mijn kop eraf als ik het mis heb.’

Samil Altan: partij voor de armen

Samil Altan, covoorzitter van de Koerdische HDP in Istanbul, richtte de partij officieel een jaar geleden op. De Koerdische HDP is ontstaan als tak van de BDP. De BDP richt zich op het oosten van Turkije, de HDP op het westen.

SAMIL ALTAN: ‘Selahattin Demirtas is voorzitter van de BDP en de HDP. We zochten een man met een brede achtergrond, iemand die het tegen de twee kapitalistische kandidaten kan opnemen én representatief is voor verschillende minderheidsgroepen in Turkije. Maar laten we duidelijk zijn: de Koerden zullen nooit winnen. Het aantal stemmen kan oplopen tot negen procent, hoewel ik hoop dat we dit keer boven de tien procent zullen uitstijgen. We nemen deel aan de verkiezingen om te laten zien dat we er zijn, om de rechten van de ruim dertien miljoen Koerden in dit land te beschermen. Elke kleine stap voorwaarts heeft invloed op de politieke stemming in dit land, op het democratiseringsproces. De Koerden in Turkije zijn geen terroristen of separatisten, zoals ze zo vaak worden bestempeld. Dertig jaar geleden hadden de Koerden het over onafhankelijkheid, vandaag kiezen ze voor een centrale democratie in Turkije waarin ze autonomie hebben.’

‘We hopen dit keer ook op stemmen van niet-Koerden. Een aantal mensen dat tot nu toe voor de republikeinse CHP stemde, onder andere alawieten en links georiënteerden, kan zich niet vinden in Ihsanoglu. Die heeft volgens hen te veel overeenkomsten met de ideologie van de AKP van Erdogan. Ook Ihsanoglu is een conservatieve moslim. Bovendien vertegenwoordigt hij ook de nationalistische MHP, de rechterzijde van de maatschappij. Tegelijk zijn er veel Koerden, vooral in het westen van het land, die niet voor ons stemmen, maar voor Erdogan. Toch staan we dit keer sterker dan ooit. We hebben genoeg aanhang om massaal de straat op te gaan en te protesteren. De macht van Erdogan moet worden gestopt.’

Demirtas krijgt geen inkomsten van de PKK (de Koerdische separatisten, nvdr.), beklemtoont Altan. Dat Demirtas geld zou halen uit de drugs-, wapen- en vrouwenhandel, doet Altan af als baarlijke nonsens.

ALTAN: ‘Demirtas krijgt het salaris van een parlementslid. Hij komt uit een arbeidersgezin, was vertegenwoordiger van een mensenrechtenvereniging en werkt al zeven jaar in het parlement. Hij heeft twee auto’s, een daarvan was een geschenk van de partij. Verder staat er 200.000 Turkse lira (ca. 70.000 euro, nvdr.) op zijn bankrekening. Dat is algemeen bekend. In tegenstelling tot de schimmige inkomsten van Erdogan. Omdat we niet boven de tien procent uitstijgen, krijgen we geen geld van de staat. Ikzelf vertegenwoordig de partij in Istanbul, een stad van meer dan vijftien miljoen mensen, maar we hebben welgeteld maar één kantoor in de hoofdstad. We zijn een bescheiden partij, we hebben 650.000 Turkse lira op de bank staan, gekregen van aanhangers. We zijn een partij voor de armen. Tegenover de reus Erdogan stellen we weinig voor qua cijfers. Maar met Demirtas als nieuwe leider is er veel hoop onder de Koerden én onder anderen die niet voor Ihsanoglu als oppositiekandidaat kiezen. In de steden krijgen we veel steun van jongeren en van mensen uit centrumlinkse en centrumrechtse kringen. We gaan voor tien procent, dat zou een doorbraak betekenen.’

DOOR JOANIE DE RIJKE, FOTO’S BRADLEY SECKER

‘Ik werd steeds meer gecensureerd en mijn studiogasten ook.’

‘Erdogans tegenstanders vormen een seculiere minderheid.

‘Koerden willen geen onafhankelijkheid meer, maar autonomie.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content