Met geweld van bommen en zestig doden probeerden extremisten het lopende vredesproces voor het Midden-Oosten af te breken.

DE eerste bom in Jeruzalem ontplofte op zondag 25 februari. In een zelfmoordaanslag blies een met explosieven en metaal beladen Palestijn een volle bus nummer 18 op, midden in de stad, niet ver van de grote bushalte in Jaffa Street, met 25 doden en tientallen gewonden als resultaat. Bij een andere aanslag, bij Ashkelon, vielen twee doden. Beide aanslagen werden door de islamistische groep Hamas opgeëist, als ?wraakneming” voor de moord door Israëlische geheime diensten, op Hamas-?ingenieur” Yahya Ayyash, in januari.

De tweede bom in Jeruzalem ontplofte een week later, op zondag 3 maart, opnieuw op een bus 18 in Jaffa Street, met deze keer 19 doden en weerom zeer veel gewonden als resultaat. Hamas liet weten dat hiermee de ?wraakneming” beëindigd was. Tussen de twee bommen in begon het vredesproces tussen Israëli’s en Palestijnen te wankelen. De tweede bom raakte het proces zelf.

De derde (of dus eigenlijk de vierde) bom ontplofte maandagmiddag om vier uur in Tel Aviv, op de drukke hoek van de centrale winkelstraten Dizengoff en King George Street. Hier ging het niet om autobus (dat was in oktober 1994 al gebeurd op ongeveer deze plek), maar om een voetganger met een grote tas die zichzelf deed ontploffen. Twaalf mensen werden gedood en honderd gewond.

Ter illustratie : onmiddellijk na de eerste aanslag had een Israëlische krant de treurige moed om een opiniepeiling af te drukken over de kansen van premier Shimon Peres in de komende verkiezingen. Een comfortabele voorsprong van negen procent was al dadelijk naar twee gezakt. Een peiling onmiddellijk na de tweede bom verried maandagmiddag al dat zijn voorsprong omgeslagen was in vijf procent achterstand. Iedereen veroordeelt deze opiniepeilingen, omdat ze te dicht bij het gebeuren zitten en dus onbetrouwbaar zijn, én hun publicatie, omdat dat een vorm van demagogie is, maar de cijfers zelf illustreren wie daar belang bij heeft. Als er geen andere bommen ontploffen, zegden waarnemers toen, zullen de Israeli’s in de komende weken wel tot rust komen maar niemand die nu nog zou durven voorspellen dat de Israëlische middenmoot, die eind vorig jaar door de moord op premier Yitzhak Rabin in het vredeskamp geduwd was en nu door de aanslagen er weer uit, bij de verkiezingen einde mei toch voor de vrede zullen gaan stemmen.

LIKOED.

Om die verkiezingen draait het hele gebeuren. Met zestig doden op drie maanden van de eindmeet ze zijn gepland voor 29 mei zullen weinig verkiezingscampagnes een zo bloedige start gekend hebben. Na de moord op Rabin vorig jaar, was het Israëlische publiek zo geschokt, dat de regerende travaillistische partij nu weer in handen van Shimon Peres, die van minister van Buitenlandse Zaken overstapte naar de post van premier en minister van Defensie een enorme sprong in populariteit maakte. Peres stelde vorige maand de datum voor verkiezingen vast op einde mei. Daarmee barstte de campagne los. De inzet van de verkiezingen is het al dan niet voortzetten van het vredesproces. Het directe twistpunt erin was voor de bommen er ontploften de toekomst van de stad Jeruzalem.

Voor het oppositievoerende Likoed-blok komt het erop aan dat vredesproces in te dijken. De Likoed-partij is nooit gewonnen geweest voor het principe van ?Land voor Vrede”. Toen mettertijd bleek dat zij wellicht geen meerderheid zou vinden voor het terugdraaien van het proces, en het blok van alle kanten begon te splitten, gaf partijleider Benyamin Netanyahu schoorvoetend toe dat zijn partij, als ze de verkiezingen won, de akkoorden van Oslo niet zou annuleren, maar zover ze ondertekend waren, respecteren. Dat belet Likoed niet om, onder de titel ?de post-Oslo-situatie beheren”, in haar verkiezingsprogramma te beloven dat de rem gezet wordt op heel het proces.

In tegenstelling tot Labour, dat gestaag op een ?twee-statenoplossing” afstevent, dus op de erkenning van een onafhankelijke Palestijnse staat, wil Likoed vasthouden aan Palestijnse autonomie als maximumoplossing. En dat op ruwweg veertig procent van de Bezette Gebieden. Dat betekent de 25 procent van ?zone A” die de Palestijnse Nationale Autoriteit al in handen heeft, plus de 15 procent van ?zone B” die ze de komende maanden zou moeten krijgen (berekeningen altijd volgens Likoed-cijfers). De overige zestig procent van het grondgebied bestaat volgens Likoed uit ?domaniale” of staatsgronden, die nooit eigendom van Palestijnen geweest zijn, en dus aan hen ook niet teruggegeven moeten worden. Heel expliciet zegt de Likoed-lezing van de ?vrede” dat ?het weefsel tussen de door de autonomie ontstane Palestijnse eilanden, Israëlisch moet blijven”. Daarbij moet ook de Jordaanvallei als grens met Jordanië in Israëlische handen blijven. Ten derde moet het Israëlische leger het recht op achtervolging behouden in de Palestijnse Autonome Gebieden. Die drie punten (geen staat, veertig procent grondgebied, achtervolgingsrecht) vormen het hart van het Likoed-programma voor de Palestijnen.

Op basis van dit programma zeggen de meeste voorstanders van het vredesproces, dat het ingeval van een Likoed-overwinning bij de verkiezingen, met dat proces gedaan zou zijn. Het is immers een tamelijk exacte formulering van wat de intelligentste Palestijnse tegenstanders van de Oslo-akkoorden altijd gezegd hebben dat de Israëliërs met hen van plan waren. En hoewel het misschien formeel aan de Oslo-akkoorden beantwoordt (dat valt nog te bezien), gaat het ontegensprekelijk diametraal in tegen de geest van het vredesproces en al wat Israëlische ministers à la Shimon Peres of Yossi Beilin daar ooit over gezegd hebben. Eigenlijk ziet men niet goed in wat de Likoed-leiders met dit programma wensen te bereiken (zij proberen er zoveel mogelijk stemmen mee te krijgen bij de verkiezingen), als ze er ooit op verkozen zouden geraken : voor de Palestijnen zou het onaanvaardbaar zijn, voor de politieke richting van Yasser Arafat zou het dodelijk zijn, en de Israeli’s zelf zouden, heel hun leger niet te na gesproken, de status quo van een halverwege bevroren vredesproces niet lang kunnen volhouden.

JERUZALEM.

Het enige dat positief zou kunnen genoemd worden aan de evenementen van een dodelijke week, is wellicht het feit dat de onderhandelingen met de Palestijnen momenteel niet kunnen onderbroken worden, aangezien er geen onderhandelingen lopende zijn. Oslo II, over de uitbreiding van de autonomie, is immers ingeblikt, en aan Oslo III, over de definitieve status van de Gebieden, de toekomst van Jeruzalem, de kwestie van de vluchtelingen, is men nog niet toe.

Al die hete hangijzers werden immers naar achteren geschoven, tot de definitieve onderhandelingsronde die in mei zou moeten beginnen. Het statuut van Jeruzalem ligt in deze lijst wellicht het gevoeligst : beide kampen willen Jeruzalem als hoofdstad van hun onafhankelijke staat ; beide hebben waterdichte aanspraken ; beide zitten vol torenhoog gestapelde emoties. Voor de Israëliërs en de joden meer in het algemeen nog altijd de groep met de grootste macht in het proces zal Jeruzalem voor altijd en helemaal onder Israëlische soevereiniteit blijven. Voor sommige Israëli’s ligt dat wat genuanceerder, en weer anderen denken dat er een oplossing denkbaar is. Aan zo’n oplossing zaten de mensen die ?Oslo I” gemaakt hadden weer samen te denken (geruchten gingen dat ze misschien een voorstel hadden), toen de campagne losbarstte en door Likoed resoluut op het thema van Jeruzalem gezet werd.

Intussen heeft Shimon Peres formeel de ?totale oorlog” verklaard aan Hamas en haar zustergroep, de Islamitische Djihad. De inspanning om die groepen ?af te breken tot op hun fundamenten” krijgt ?absolute prioriteit”, en de regering heeft vele miljoenen uitgetrokken om een scheiding te maken tussen Israëliërs en Palestijnen (wat dit inhoudt, blijft onduidelijk). Van Yasser Arafat wordt geëist dat hij zijn dubbelzinnige houding tegenover Hamas laat varen, en met harde hand toeslaat : door de organisaties te verbieden en ook hun gewapende groepen (zoals de Qassem-groep van Hamas die de jongste reeks aanslagen opeiste), dat hij hun leiders in de gevangenis zet, en hun wapens afpakt. Arafat, die de aanslagen in de scherpste termen veroordeelde ( ?Deze aanslag is niet alleen tegen Israëliërs, maar ook tegen Palestijnen gericht.”), had maandag al een begin gemaakt met de uitvoering van dit programma. De derde bom heeft niemand ermee kunnen verhinderen maar het zal vast nog enige tijd duren eer de volle waarheid over Hamas en de Islamitische Djihad, en wie daar achter het stuur zit, bekend is. Intussen liet de ?Djihad” weten in het vervolg samen te werken met Hamas, en dat de volgende bom voor binnenkort zou zijn.

Ook de islamisten, immers, proberen het vredesproces stop te zetten. De vraag of hun laatste offensief een uiting van paniek en verdeeldheid is in een voor hen uitzichtloze situatie, of het daarentegen deel uitmaakt van een grotere strategie die elders uitgewerkt werd, is op zich niet interessant zolang ze er de toekomst van de regio mee op het spel kunnen zetten.

Sus van Elzen

David Horovitz : Rabin was eerst en vooral soldaat.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content