Bart Cornand

Op vrijdag 13 september opent deSingel zijn nieuwe jazzseizoen met een opvoering van Miles Davis’ Sketches of Spain. Componiste Maria Schneider, het Brussels Jazz Orchestra en trompettist Wallace Roney doen de luisteraar zweten uit al zijn poriën.

‘Keer op keer slaag ik erin iets te proberen wat ik niet kan’, snoof Miles Davis in de controlekamer van de Columbia Studios op 30th Street in New York. ‘Er komt een dag dat ik mezelf opbel, en zeg dat ik mijn kop moet houden.’

Bloed, zweet en tranen hebben componist Gil Evans en de legendarische trompettist in november 1959 gelaten, toen ze na maanden van voorbereiding de vijf orkestrale composities van Sketches of Spain op de band probeerden te krijgen. De orkestraties van Evans waren uitzonderlijk moeilijk, de muzikanten en producer Teo Macero sloegen bijna aan het muiten. Maar hun liefde voor het Concierto de Aranjuez voor gitaar en orkest van de Spaanse componist Joaquin Rodrigo liet hen geen keus: dit moest en zou een compositie worden die boven de grenzen van de jazz en de klassieke muziek uitsteeg.

Het concierto werd uitgebreid en aangevuld met vier tekeningen van het Spaanse leven – beïnvloed als ze beiden waren door de Franse impressionisten en de flamenco. Schetsen van de loden zon boven Andalusië, van een eenzame fluitspeler, van een huilende madonna tijdens een processie in Sevilla. Een Spaanse blues waarin de verstilling witheet wordt.

Dat alles bestelden de organisatoren van het jongste North Sea Jazz Festival in Den Haag bij het Brussels Jazz Orchestra (BJO): een integrale uitvoering van Sketches of Spain, onder leiding van componiste-dirigente Maria Schneider. ‘We deden het al te graag’, zegt Frank Vaganée, saxofonist en orkestleider van het BJO. De Belgische big band-trots werkte de afgelopen jaren al verschillende keren met Schneider, onder meer op Middelheim 2001. ‘We mochten zelf een trompettist kiezen die de rol van Miles zou spelen. Op ons lijstje stonden onder anderen Nicolas Payton, Paolo Fresu en Wynton Marsalis. Uiteindelijk viel de keuze op Wallace Roney, een muzikant die destijds door Davis zelf tot zijn muzikale erfgenaam werd uitgeroepen.’

Na de première op North Sea komt het project deze week naar deSingel in Antwerpen. De avond wordt aangevuld met werk van Maria Schneider zelf. Een tournee komt er vooralsnog niet, dus liefhebbers kunnen zich maar beter reppen.

JAZZ ZONDER IMPROVISATIE?

Lange tijd is Evans’ muziek nauwelijks uitgevoerd. De partituren waren zoek, en kwamen pas onlangs boven water. Daarvoor werd gewerkt met partituren die van de plaat werden genoteerd. ‘Wanneer je die cd draait, klinkt het nogal tweedimensionaal, maar wanneer je het akoestisch in een concertzaal hoort, met die eigen schikking van de instrumenten en noten, dan hoor je een nieuwe diepte resoneren’, zegt Schneider vanuit New York. ‘Ik vind het adembenemend.’

Zelfs tijdens die opnamesessies van 1959 werd nog veel aan de compositie gesleuteld. Wie de originele versie op papier vergelijkt met de uiteindelijke opname, merkt dat er ter plaatse nog voor andere opties werd gekozen. ‘Maria Schneider vraagt ons om zo getrouw mogelijk de opname te benaderen’, aldus Vaganée. ‘Maar aangezien elke opvoering door een ander orkest met andere mensen wordt gespeeld, krijg je sowieso een iets andere klank.’

In de wandelgangen van North Sea klonk lof over de prestatie van het Brussels Jazz Orchestra, maar de meningen over het project an sich liepen sterk uiteen. Heeft het wel zin om live jazz in het keurslijf van een partituur te gieten? Gaat het gebrek aan improvisatie niet voorbij aan de essentie van de jazz?

‘Iedereen heeft zijn eigen mening over de rol van de trompettist in deze uitvoering’, zegt Schneider. ‘De ene vindt dat de manier waarop Miles het speelde de enige mogelijke weg is, de andere vindt dat je dat precies moet vermijden. Maar het gros van de partituur is volledig uitgeschreven. Op de plaat klinkt het wel alsof Miles even zijn gang mag gaan, maar vooral in het Concierto de Aranjuez stond elke noot meticuleus op papier.’

Op onderdelen als Solea, een basisvorm van flamenco, krijgt Roney wél de ruimte om te improviseren, al leek hij het op scène Spaans benauwd te krijgen. ‘Er ligt natuurlijk een grote druk op zijn schouders’, beseft Frank Vaganée. ‘Zo goed als iedereen in het publiek kent elke noot van die plaat, dus als hij even afwijkt van het origineel, komt de kritiek los. Je zou van minder zenuwachtig worden.’ Nochtans is Roney de uitgelezen man om dit te spelen, vindt Maria Schneider. Hij kent de materie door en door, kende Miles van dichtbij, en die verbintenis laat tot vandaag zijn sporen na. ‘Het is gewoon ontzettend moeilijke muziek. Zelfs Miles heeft het hele project nooit in één ruk gespeeld; ze hebben het in stukken en brokken opgenomen. Als trompettist moet je vrijwel constant blazen, binnen een heel breed bereik, met uiteenlopende inflecties. Er zijn echt weinig mensen die het aankunnen. Arme Wallace. Maar hij kán het, en ondanks alles houdt hij ervan.’

LEREN VAN DE MEESTER

Een betere keuze dan Maria Schneider om dit werk te dirigeren, is alvast moeilijk te vinden. Toen ze halfweg de jaren tachtig naar New York verhuisde, betaalde ze de huur door partituren te kopiëren. Op een dag stond ze aan de Xerox met een gigantisch werk van componist Tom Pearson, en raakte met hem aan de praat. Schneider: ‘Hij vroeg me uit over mijn favoriete componisten, en ik begon de lof te zwaaien over Gil Evans. Hij piepte niet, maar ’s avonds belde hij me op. Gil bleek een van zijn dichtste vrienden te zijn. Pearson had hem over me verteld, en Evans wou dat ik voor hem ging werken. Ik kon mijn geluk niet op.’

In het begin verzorgde ze vooral kopieerwerk voor Evans, maar dat evolueerde algauw naar herorkestraties en arrangementen. ‘Sommige mensen vergelijken me met Gil. Als het dan toch moet, dan graag met hem, maar het is te makkelijk’, zegt de componiste. ‘Telkens als ik houtblazers in een van mijn composities stop, hoor ik meteen: Oh, daar heb je Gil Evans weer. Nou jongens, zo makkelijk is het allemaal niet. Ik ben als componiste heel anders uitgegroeid dan Gil. Hij was in de eerste plaats een arrangeur – ook al tilde hij dat op een niveau waarop het bijna hercomponeren werd. De stukken die ik schrijf, zijn meestal eigen werk, met een heel andere orkestratie. Er zit meer lucht in zijn werk. We hebben wel gemeen dat we grote jazzensembles vanuit een orkestrale hoek benaderen, en niet zozeer vanuit de big- bandtraditie.’

Een benadering die het Brussels Jazz Orchestra ligt, zo blijkt. ‘Toen ik voor het eerst door het BJO werd uitgenodigd, flipte ik helemaal’, aldus Schneider. ‘Ik kende vrijwel geen Belgische muzikanten, behalve Toots Thielemans natuurlijk. Ik heb met groepen uit heel Europa gewerkt, en zij zijn een van de orkesten die er echt bovenuit steken. Ze werken op het hoogste niveau qua improvisaties en ensemblespel, en de ritmesectie zorgt elke avond voor een andere dynamiek. Dit wordt fun.’

Bart Cornand

Info en tickets: 03-248 28 28 of www.desingel.be

miles Davis riep Wallace Roney zelf uit tot zijn muzikale erfgenaam.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content