Naar schatting adopteren westerse ouders jaarlijks twintigduizend kinderen uit derde-wereldlanden. Volgens de jurist Patrick Senaeve dringt een strengere kontrole zich op : “Veel adopties mislukken. “

VOOR sommige mensen vormtadoptie een mirakeloplossing, maar de ervaring leert dat er heel veel mislukkingen zijn, zeker met internationaleadopties. Ik denk dat de overheid de taak en de plicht heeft om daar paal en perk aan te stellen, zowel in het belang van die kinderen als in het belang van de kandidaat-adoptanten. “

Zo luidt de mening van jurist Patrick Senaeve, direkteur van het instituut voor familierecht en jeugdrecht van de KU Leuven. Onder zijn supervisie verscheen onlangs een boek over adoptie. Het werk bevat de uiteenzettingen die diverse specialisten vorig jaar op een studiedag hielden. Heel wat aandacht gaat daarin naar de medische, psychologische en juridische problemen die zich kunnen koppelen aan de adoptie van een buitenlands kind. “

“Adoptie ontwikkelde zich in de voorbije twintig jaar tot een verschijnsel van mondiale omvang, ” konstateert Senaeve in zijn voorwoord. “Omdat er, door demografische en sociaal-ekonomische wijzigingen, in de geïndustrializeerde landen nog weinig kinderen beschikbaar zijn voor adoptie, nam de belangstelling voor overzeese adopties de jongste jaren explosief toe. “

Wereldwijd verhuizen op die manier vermoedelijk twintigduizend kinderen per jaar van zuid naar noord. In België worden vermoedelijk rond de drieduizend kinderen per jaar geadopteerd, naar schatting iets meer dan de helft daarvan betreft interlandelijke adopties.

Van die buitenlandse adopties blijkt dan weer de helft zonder bemiddeling van erkende adoptiediensten tot stand te komen. Deze zogenaamde “zelfdoeners” gaan zélf een kind halen in het buitenland. In 1989 probeerde de Vlaamse Gemeenschap de “wilde adopties” te beteugelen door een dekreet uit te vaardigen over de erkenning van adoptiediensten. Senaeve : “Voordien mocht iedereen bemiddelen, al dan niet tegen betaling. Sinds het dekreet in 1990 in werking trad, mogen alleen nog de adoptiediensten bemiddelen, die erkend zijn door de Vlaamse regering. Wie bemiddelt zonder erkenning, stelt zich bloot aan sancties. Daardoor is het aantal bemiddelaars grondig gesaneerd. In Vlaanderen bleven er een vijftiental erkende organizaties over. Maar kleinere organizaties en partikulieren zijn uitgeschakeld. Zelfs een dokter met een ongewenst zwangere patiënte en vrienden van wie hij weet dat ze graag een kind zouden adopteren, mag niet meer bemiddelen. Maar als ik in mijn vriendenkring een vrouw ken die ongewenst zwanger is, en ik wens dat kindje te adopteren, dan kan dat wél. Ik vind ook niet dat de overheid dat kan verbieden, want er komt geen bemiddeling aan te pas. In de nationale kontekst ben ik eigenlijk niet tegen zelfdoeners, aangezien hier elke adoptie moet gehomologeerd worden door de jeugdrechtbank. Er bestaat dus kontrole, er zijn voldoende garanties. In de internationale kontekst ligt dat helemaal anders. De verantwoordelijkheid om iemand uit een totaal andere wereld naar hier te brengen, kan toch niet zomaar aan het eigen initiatief overgelaten worden. “

LIBERAAL.

Het dekreet van 1989 loste lang niet alle problemen op. Het dekreet bepaalt wel dat bemiddelling alleen nog door erkende adoptie-diensten màg, maar het verplicht niet tot die bemiddeling van erkende adoptiediensten. Waardoor zelfdoeners nog altijd aan de bak kunnen komen. Vooral omdat er een grote mate van ontevredenheid bestaat over de erkende adoptie-organizaties. Mensen die daarop een beroep doen, klagen erover dat ze soms jaren moeten wachten en dan nòg het risico lopen uiteindelijk aan geen kind te geraken. Wie daarentegen zelf het initiatief neemt, kan al binnen de zes maanden een kind hebben. Sommige ouders doen er ook hun beklag over dat ze werden afgewezen omdat ze eind de dertig te oud werden bevonden, of omdat ze al twee geadopteerde kinderen hadden, of omdat ze niet de juiste geloofsovertuiging aanhingen. Uiteindelijk beslissen ze dan maar zelf het vliegtuig op te stappen… Het lijkt nochtans evident dat de praktijk van “zelfdoeners” de weg open laat voor malafide bemiddelaars, en dat hierdoor het risico op mislukkingen vergroot.

Patrick Senaeve : “België is zeer liberaal, zelfs laks op het gebied van erkenning van adopties. In principe erkennen wij adopties die overal ter wereld tot stand zijn gekomen. Wanneer, bijvoorbeeld, een Belg naar Brazilië trekt en daar een kind adopteert, dan erkent onze rechtsorde deze adoptie. Wij eisen niet dat die adoptie nog eens wordt overgedaan onder kontrole van onze instanties. “

“Vandaar dat wij vaststellen dat er heel wat adopties tot stand komen in omstandigheden die vragen oproepen. Ik ken, bijvoorbeeld, mensen die in Ethiopïe een kind adopteerden. Ze hadden dat kind vooraf niet zelf gezien, maar waren er via een Belgische ontwikkelingssamenwerker mee in kontakt gebracht. Een Ethiopische rechtbank erkende die adoptie en ze werd daarna zonder problemen juridisch erkend in België. Maar hoe waren de omstandigheden in Ethiopië na vijftien jaar burgeroorlog ? Achteraf bleek die adoptie tot dramatische resultaten te leiden. Die kindjes hadden door de oorlogsomstandigheden jarenlang in kampen gezeten, en ze waren niet bekwaam om hier in een gezinsverband te funktioneren. Het is een voorbeeld, het is beslist geen alleenstaand geval. “

“Natuurlijk breng ik veel bewondering op voor mensen die vaak met idealistische motieven kinderen adopteren, maar het is niet omdat er in ontwikkelingslanden massa’s verwaarloosde kinderen rondlopen, dat een adoptie hiér automatisch ook een betere oplossing is. Je rukt die kinderen uiteindelijk weg uit hun milieu. Dat ze het hier materieel beter zullen hebben, weegt niet sowieso op tegen de eventuele nadelen. “

“Je moet ook de kandidaat-adoptiefouders beschermen. In België hoeven de ouders niet eerst over een beginseltoestemming te beschikken, vooraleer ze een kind uit het buitenland naar hier mogen brengen. Soms zijn ze verkeerd voorgelicht of kennen ze de achtergrond van de kinderen onvoldoende. Wanneer ze het kind eenmaal geadopteerd hebben, zitten ze ermee. Een adoptie herroepen, is in België niet volledig uitgesloten, maar verloopt toch zeer moeilijk. Bovendien heeft het kind op dat ogenblik de Belgische nationaliteit. Ook op dat gebied gedragen we ons zeer liberaal : als de adoptie plaats heeft, voordat het kind achttien jaar is, wordt het een Belgische onderdaan. Dat geldt ook als het kind in het land van herkomst door Belgen werd geadopteerd. “

HAAGSE KONFERENTIE.

Omdat bij interlandelijke adopties uiteraard niet alleen de wetgeving in het land van ontvangst maar ook die in het land van herkomst van belang telt, werd ook op internationaal niveau geprobeerd de situatie meer onder kontrole te krijgen. Pogingen om in het kader van de Verenigde Naties een adoptieverdrag tot stand te brengen, mislukten echter op basis van problemen met de islamitische landen. Adoptie wordt namelijk als onverenigbaar met de islam beschouwd. Vandaar dat uiteindelijk de Haagse konferentie voor internationaal privaatrecht zich over de materie boog. De Haagse konferentie is een internationaal organisme dat vooral uit geïndustrializeerde landen bestaat, maar dat voor deze tematiek tal van ontwikkelingslanden bij het initiatief betrok. Een zeventigtal landen ondertekende op 29 mei 1993 het verdrag van Den Haag over internationale adoptie.

Het belangrijkste principe van dat verdrag bestaat erin dat adopties alleen nog kunnen wanneer in het land van herkomst een autoriteit zich ermee akkoord verklaart dat een kind wordt afgestaan én dat in het land van ontvangst er eveneens een autoriteit haar goedkeuring aan de adoptie verleent.

Senaeve : “Het zal dus gedaan zijn met zomaar kinderen te adopteren zonder dat er bepaalde instanties tussenbeide komen. Die autoriteit moet uitgaan van ofwel een overheidsinstantie, ofwel een erkende privé-organizatie. Konkreet zal dat betekenen dat een erkende dienst hier na de nodige voorbereiding de toestemming zal geven en vervolgens kontakt zal onderhouden met een erkende dienst in het land van oorsprong. Pas wanneer beide diensten het goedkeuren, zal adoptie kunnen gebeuren. “

Het verdrag werd tot nu toe slechts door vijf landen Roemenië, Mexico, Sri Lanka, Cyprus en Italië geratificeerd. Adoptie-organizaties dringen erop aan dat ook België met spoed het verdrag zou ratificeren. Senaeve nuanceert : “Voordat dit verdrag enige relevantie op wereldschaal zal krijgen, moet het toch minstens door een vijftal industrielanden waaronder de Verenigde Staten én door een aantal grote landen van uitvoer zijn geratificeerd. Dat kan minstens nog een tiental jaar duren. Zoiets is niet uitzonderlijk. Massa’s andere verdragen met betrekking op het privaatrecht sorteerden pas na tien of twintig jaar effekt. Vooraleer het verdrag hier enige uitwerking zal hebben, zal België het moeten ratificeren en ook een groot aantal ontwikkelingslanden, vanwaar de kinderen komen die hier geadopteerd worden. Het gaat om een aantal Zuidamerikaanse landen, India, Roemenië, Ethiopië, Ruanda… “

BEGINSELTOESTEMMING.

Als typisch Belgische, bijkomende komplikatie treedt daarbij op dat een aantal aspekten, die door dat verdrag geregeld worden, tot de bevoegdheid van de gemeenschappen behoren, terwijl een heleboel andere aspekten onder de bevoegdheid van de federale staat blijven ressorteren. Om tot overleg te komen tussen de federale overheid en die van de gemeenschappen, richtte de aftredende minister van Justitie Melchior Wathelet (PSC) een werkgroep op, waarin de diverse overheden vertegenwoordigd zijn en waarin ook deskundigen, onder wie Senaeve, zetelen.

Volgens Senaeve gingen de gemeenschappen een beetje voortvarend te werk door nu al centrale autoriteiten aan te duiden (voor Vlaanderen werd dat Kind en Gezin). Ook ratificeerde de Franse gemeenschapsraad het verdrag al, terwijl de Vlaamse Raad dat nog niet deed. Ook het federale parlement zal het verdrag nog moeten ratificeren.

“Om een koherente wetgeving te bereiken, moet er overleg gepleegd worden, ” zegt Senaeve. “Ik begrijp dat de gemeenschappen en organizaties als Kind en Gezin staan te trappelen, maar uiteindelijk is er geen haast mee gemoeid. Zelfs als we het verdrag morgen zouden ratificeren, zal je daar de eerste tijd weinig van merken. Ik denk dat het beter is om de zaak rustig te onderzoeken. “

Dat alles betekent niet dat er ondertussen op het gebied van adoptie geen wetgevend werk zou kunnen verricht worden. Onlangs dienden de SP-senatoren Francy Van der Wildt, Lydia Maximus en Pol Pataer een wetsvoorstel in dat stipuleert dat alleen nog ouders, die over een beginseltoestemming beschikken, kinderen kunnen adopteren. Zo’n beginseltoestemming, die de bevoegde overheidsinstantie moet verlenen, is een attest waaruit blijkt dat de ouders geschikt zijn om te adopteren. Voorts moeten, volgens het SP-voorstel, ook samenwonenden de kans krijgen om te adopteren, en mag hierbij niet geëist worden dat de adoptanten van een verschillend geslacht zijn.

Senaeve gaat akkoord met de invoering van een beginseltoestemming en met de opheffing van de discriminatie tussen gehuwden en samenwonenden. “Door de hervorming van het afstammingsrecht in 1987 kreeg het kind van ongehuwd samenwonenden, dat erkend is door de man, hetzelfde statuut als een kind van een gehuwd koppel. Maar volgens de huidige wetgeving kunnen samenwonenden niet sàmen adopteren. Het gekke is dat één van beiden wel kan adopteren. Dat is niet zeer logisch. Wie A zegt, moet B zeggen. “

Adoptie ook open stellen voor homo’s en lesbiennes acht Senaeve persoonlijk echter niet aanvaardbaar. “Ik denk dat men daar ook in internationale kontekst niet aan toe is. “

STIEFOUDERADOPTIE.

In andere gevallen, zoals de stiefouderadoptie, wordt er volgens Senaeve dan weer iets te lichtzinnig over adoptie geoordeeld. Stiefouder-adoptie wil zeggen dat na een echtscheiding of na het overlijden van een van de ouders, de ouder die het kind opvoedt of de overlevende ouder, opnieuw trouwt waarbij de stiefouder het kind adopteert. Senaeve : “De wetgever stimuleert stiefouderadoptie. De leeftijdsvoorwaarden liggen zeer soepel : de stiefouder moet maar achttien jaar zijn en slechts tien jaar ouder dan het stiefkind. Normaal moet een adoptant 25 jaar zijn en vijftien jaar ouder dan het geadopteerde kind. “

“Stiefouderadoptie mag echter evenmin voorgesteld worden als een mirakeloplossing. In de praktijk bestaan complexe situaties. Stel dat een vrouw na een echtscheiding opnieuw trouwt en dat haar kind wordt geadopteerd door haar tweede man. Maar er volgt opnieuw een echtscheiding en de vrouw gaat samenwonen met een nieuwe vriend. Het kind wordt dan de facto opgevoed door die nieuwe vriend, maar juridisch blijkt niets meer mogelijk want die adoptie is onaanvechtbaar. “

“Ik denk dat de overheid hier soms al te lichtvaardig tewerk gaat. Zeker als de oorspronkelijke vader nog in leven is, en als hij nog kontakt onderhoudt met het kind. Maar zelfs na een overlijden van de oorspronkelijke vader kan er toch niet gehandeld worden alsof er geen voorgeschiedenis is. De nieuwe echtgenoot gedraagt zich allicht met de beste bedoelingen daadwerkelijk als vader en zorgt misschien jaar in jaar uit voor dat kind. Maar moet hij dan ook persé juridisch de vader worden van dat kind ? “

Als het grote knelpunt in de huidige wetgeving wijst Senaeve aan dat er bij een misklukte adoptie, geen nieuwe adoptie mogelijk is. In België, zoals in vele Europese landen, bestaan twee vormen van adoptie : gewone adoptie en volle adoptie. Bij volle adoptie krijgt het kind identiek hetzelfde statuut als een gewoon kind. Gewone adoptie strekt minder ver, er blijven juridische banden met de oorspronkelijke familie bestaan. Tweederden van alle adopties, zijn volle adopties. Een gewone adoptie is echter wel vatbaar voor herroeping zij het louter om zwaarwichtige redenen en een volle adoptie niet.

Senaeve : “We zitten met het gegeven dat veel adopties mislukken. Bij volle adopties is daar niks aan te doen. Wanneer een kind na een mislukte adoptie bij pleegouders belandt, kunnen zij het kind niet adopteren. Ze moeten wachten tot het teoretische moment waarop de adoptanten overlijden. Ik vind dat zoiets eigenlijk niet kan. Wiens belang kan het dienen dat een kind blijft behoren bij adoptie-ouders, die er niks meer mee te maken willen hebben ? Dat is niet in het belang van de adoptie-ouders, en ook niet in het belang van het kind. “

“Nu, herroeping op zich biedt het kind nog geen perspektief, daarom moet het misschien ook niet al te gemakkelijk gebeuren. Maar als zich een ander gezin kandidaat stelt om een kind een tweede keer te adopteren ? Waarom zou je dat onmogelijk maken ? “

“De redenering dat je je eigen kinderen ook niet kan herroepen, klopt niet helemaal. Je kan je eigen kinderen namelijk wél afstaan voor adoptie. Geadopteerde kinderen zijn de enige soort kinderen die niet kunnen geadopteerd worden. Eigenlijk is dat een discriminatie. “

Jo Blommaert

P. Senaeve (ed.), Aktuele vraagstukken van interlandelijke en inlandse adoptie en van verlatenverklaring, uitgegeven bij Acco -Leuven.

De belangstelling voor overzeese adopties neemt toe. “Dat ze het hier materieel beter hebben, weegt niet noodzakelijk op tegen de nadelen. “

Patrick Senaeve : “België is zeer liberaal, zelfs laks op het gebied van de erkenning van adopties. “

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content