‘Als het zo doorgaat, zitten alle BV’s straks in de psychiatrie.’ Tot u spreekt Luk Alloo, nog steeds een levend mediaverschijnsel.

Of het niet steekt, vragen we, dat De Neveneffecten, toch een beetje zijn onechtelijke zonen, de nieuwe sterren en kometen zijn. Hij schudt het hoofd. ‘Integendeel. Ik vind ze fantastisch. Toptelevisie. Ik ben helemaal niet jaloers of verbitterd. Dat mag je trouwens nooit worden in het leven: verbitterd.’

Tien jaar geleden was hij de beeldenstormer van de Vlaamse televisie. De man die graag ‘speels penetreerde’ in de wereld: die als blauwe smurf binnenviel op de nieuwjaarsreceptie van de Open VLD, de nar was op het huwelijk van Filip en Mathilde, de Senaat op stang joeg met een of andere undercoverreportage.

Tien jaar later is Luk Alloo nog altijd Luk Alloo. Alleen het medium waarvoor hij werkt is veranderd. Hij opereert nu vanuit een meubelwinkel in Lokeren. Alloo Live! is een anarchistische talkshow, elke donderdagavond op de digitale zender Live! tv. Het is vooral een talkshow tegen alle tv-wetten: anderhalf uur lang korte en lange gesprekken, veel muziek en Alloo die af en toe een coup pleegt. ‘Iemand die niet meer op de grote zenders verschijnt, bestaat voor het grote publiek niet meer’, zegt hij. ‘Maar ik wil me vooral amuseren. En dat het op een kleine zender is, kan me echt niet schelen. We doen onze zin, zonder compromissen. Als Eskimo-tv me morgen vraagt om iets leuks te doen, doe ik het.’

Dat meent u niet. Elke televisiemaker wil voor een zo groot mogelijk publiek spelen.

Luk Alloo:(schudt het hoofd) Ik heb genoeg plannen ingediend, maar de tv-bazen wilden ze niet. Vijf jaar geleden vroegen ze: ‘Luk, wat wil je volgend jaar doen?’ Dat zou vandaag uitgesloten zijn. Er zitten te weinig Mike Verdrenghen aan de top, te weinig tv-makers met een buikgevoel. Wel veel managers die met grafieken goochelen en duidelijk een andere richting uit willen met televisie. Ik kan nu al voorspellen hoe het programmaschema van volgend jaar eruit zal zien: allemaal formats die hun succes bewezen hebben in Zimbabwe of Roemenië. Waarom zijn er vandaag zoveel kookprogramma’s? Omdat Becel zo’n programma sponsort, omdat er een hoop keukenattributen verkocht worden, boeken en noem maar op. Dat levert geld op. Een geschifte talkshow brengt niets op. Nu goed, ik begrijp ook wel dat ze niet iedereen tevreden kunnen maken. Maar ik weiger dus in die formats mee te spelen, dat is gewoon mijn soort televisie niet. Niet zo lang geleden zat ik met een aantal oude getrouwen aan tafel, en we zeiden tegen elkaar: ‘Dan doen we het gewoon zelf.’ Zoals Andy Warhol destijds riep: ‘Let’s make a movie!’ De mentaliteit van de vrije radio’s uit de jaren tachtig: een antenne op onze kop en uitzenden.

Nog voor het programma begon, schreef De Standaard al: ‘Luk Alloo zit in een impasse.’

Alloo:(roept) Nooit is hij zo laag gevallen! Toen ik dat las, wou ik een lezersbrief sturen. Dat idee hield welgeteld twee seconden stand. Luk Alloo zit helemaal niet in een impasse, hij voelt zich fantastisch. Ik lijd niet aan een of andere ziekte. Integendeel, het is net spannend om iets strijdbaars te doen op een kleine zender, iets op de kaart te zetten. Dat is weer typisch die Vlaamse kneuterigheid. Maak een fantastisch programma en programmeer het op VTM of VT4, en de critici geven je hoogstens vijf op tien. Programmeer hetzelfde programma op de VRT en zeg dat het van Woestijnvis is, en iedereen geeft meteen een tien.

Misschien is televisie gewoon ook te veel geformatteerd voor Luk Alloo.

Alloo: Voor elk spelprogramma of talkshow worden vooraf scenario’s uitgeschreven. Mij niet gelaten, maar het is allemaal zo voorspelbaar geworden: eerst een vraag, dan nog een fragment uit de oude doos, dan een citaat uit Humo. Mijn hart breekt als ik zie dat tegenwoordig zelfs de lachjes van de presentator aangekondigd staan op de autocue. Het ergste wat hen kan overkomen, is dat er iets onverwachts zou gebeuren. Terwijl dat meestal de mooiste televisie oplevert. De enigen die nog live gaan, zijn Jan Becaus en Marcel Vanthilt. Niets zo fantastisch als Arno die deze zomer in Villa Vanthilt plots opstond en riep: ‘ Fuck off, wat een flauwekul is dat hier.’

Gisteren vroeg u in Alloo Live! aan Vincent Van Quickenborne (Open VLD) wat de drie voor- en nadelen van zijn vriendin waren. Bent u niet verantwoordelijk voor de opleuking van de politiek, meneer Alloo?

Alloo: Beschuldig mij van veel, maar niet daarvan.

Zegt de man die ooit als grote smurf binnenviel op een receptie van de Open VLD.

Alloo: Kijk, ik maak geen nieuwsprogramma’s. Ik beoefen speelse journalistiek. Ik stel de vragen die gesteld moeten worden. Tegelijk: alles gaat ten onder aan een overdaad aan sérieux. Nog altijd wordt ervan uitgegaan dat men iemand alleen kan ontmantelen in een serieus gesprek. Tegen die houding zal ik blijven vechten, omdat het gewoon niet klopt. Als Kris Peeters (CD&V) te gast is, vraag ik: ‘Aan welke kant van het bed ligt u?’ Of: ‘Wanneer hebt u voor de laatste keer gelachen?’ Of: ‘Welk boek ligt er op uw nachttafel?’ Niemand stelt die vragen, ik wel. In de eerste plaats omdat ik dat wil weten, maar ook omdat het relevante vragen zijn.

Met alle respect, maar ik zie de relevantie niet meteen.

Alloo: Kathleen Van Brempt (SP.A) zei me onlangs dat ze, voor ze gaat slapen, naar een jazzplaat luistert. Bam! Kathleen Van Brempt is voor mij iemand totaal anders. In een democratie hebben mensen het recht om te weten op wie ze stemmen. Destijds heb ik bakken kritiek gekregen op een spel als Duel. Ik liep met Zohra en Johan Vande Lanotte (SP.A) op straat en zei hen: ‘Bel ergens aan en neem een duik in een privézwembad.’ Mensen zagen Vande Lanotte zoals ze hem nog nooit gezien hadden.

Begrijpt u waar de financieringswet over gaat?

Alloo: Nee. Zoals niemand hem begrijpt.

Is de slinger niet te ver doorgeslagen? Mensen kiezen vandaag niet meer voor iemands visie op de financieringswet, maar omdat ze elke avond een jazzplaat draaien. Of omdat ze in een privézwembad kunnen springen.

Alloo: Dat verwijt ik de openbare omroep. Die zou moeten zeggen: ‘Beste mensen, de financieringswet, we leggen het allemaal voor u uit.’ En niet op Canvas, maar in primetime: op zondagavond, in een extra De zevende dag na De pappenheimers. Maar dat gebeurt dus niet. Ik weet ook wel dat het geen zwart-wit-debat is. Natuurlijk heeft Bart De Wever (N-VA) veel van zijn populariteit te danken aan De slimste mens ter wereld. Hij heeft het ook uiterst slim gespeeld: de underdog uitgehangen, wat lachen met zijn gewicht, een frietverslaving outen, dollen met Elio… Vlaanderen is gek op zulke figuren. Denk aan Jan Ceulemans: nooit naar AC Milan gegaan, maar zijn hele leven bij Club Brugge gebleven. Of Jean-Luc Dehaene (CD&V): niet strak in het pak, maar wel worst en stoemp, geen slap middenveldgelul. De Wever weet dat Vlaanderen daarvan houdt, en hij speelt dat goed uit in een quiz. Ik stel me daar ook vragen bij. Maar wat is het alternatief? Politici verbieden in quizzen?

Ja.

Alloo: Komaan, dan leven we in een dictatuur. Net zoals elk tijdschrift De Wever op zijn cover zet omdat hij momenteel verkoopt, zo wil ook elke televisiemaker hem in zijn programma. Omdat hij nu eenmaal goede televisie oplevert.

Dat wel. Maar ik kan me moeilijk voorstellen dat John F. Kennedy tijdens het Varkensbaaiconflict even stopte met regeren omdat hij aan een quiz moest meedoen.

Alloo: Dat is dan het probleem van De Wever. In zijn plaats had ik nooit opnieuw meegedaan aan De slimste mens omdat het dodelijk is voor de perceptie. Het is ook een steriele discussie, die we alleen maar voeren omdat het land in een patstelling verkeert. Als de regering zou draaien, zou niemand daar een kritische opmerking over maken. Het zijn ook altijd de Carl Decaluwés van deze wereld (De Caluwé is mediaspecialist van CD&V, nvdr.) die over dat soort dingen klagen: omdat niemand hen vraagt.

Ze zijn niet alleen. Heeft Filip Dewinter (VB) geen gelijk als hij verontwaardigd is omdat hij niet uitgenodigd wordt voor De slimste mens?

Alloo: Dewinter in De slimste mens: dát zou goede televisie zijn. Over de man is veel te zeggen, maar niet dat hij geen gevoel voor humor heeft. Ik ben absoluut geen VB’er, integendeel, maar ik ga hem wél uitnodigen in mijn talkshow. Ik vind dat de media hem twintig jaar lang op een totaal voorspelbare manier doodgezwegen hebben. Elke minuut was er één te veel. Iedereen zag dat ze niet mochten meespelen, dat ze buitengesloten werden. Vlaanderen heeft sympathie voor zulke mensen.

Die tactiek heeft dan toch gewerkt: het VB is nog maar een schim van wat het ooit was.

Alloo: Na twintig jaar, ja. Ik vind dat het de taak van de media was om hem wel te interviewen. Een diepmenselijk gesprek met Filip Dewinter: over homoseksualiteit, euthanasie, adoptie, alles. Dan was het VB nooit zo groot kunnen worden.

Volgt u de politieke crisis nog?

Alloo: Nee. Ik erger me dood aan de politieke verslaggeving van de laatste weken. Ik vind dat alle politieke verslaggevers de koppen bij elkaar moeten steken en zeggen: hier berichten we niet meer over. Elke move, elke schijnbeweging, elke verklaring: allemaal doodzwijgen! Jan Becaus moet zeggen: ‘Beste mensen, vandaag is er geen nieuws uit de Wetstraat.’ Je zult zien: de volgende ochtend hebben we een nieuwe regering.

Het is toch niet de bedoeling van journalistiek om een politiek doel te dienen? Wel om over de werkelijkheid te berichten, hoe armtierig die soms ook is.

Alloo: Maar wat leren we hier nu uit? Ze zijn aan het praten, ze zijn gestopt met praten, ze zijn frangipane aan het eten… En zo gaat dat maar door. Vervang vanavond een TerZake door een TerZake van zestien weken geleden: niemand merkt het verschil nog op. Altijd weer dezelfde obligate vragen en altijd weer dezelfde ingestudeerde, obligate antwoorden. Ik mis ook een zeker Daniël Buylegehalte bij politieke journalisten. Ik zit echt te wachten op het moment dat Lieven Verstraete op tafel klopt en roept: ‘Siegfried, het is dag 249. Hoe zit dat hier? Gelooft ge uw flauwekul nu zelf nog?’ Maar ik vrees dat sommige politieke journalisten vooral hun carrièrekansen op een of ander kabinet niet in het gedrang willen brengen.

Nog zoiets: Pol Van Den Driessche is weer chef Wetstraat bij VTM geworden. Dat is toch onvoorstelbaar? Telkens als ik Pol zie, roep ik voor mijn televisie: ‘Televisie Vaticaanstad! De woordvoerder van de CD&V spréékt!’ Het is toch onmogelijk geworden om hem ooit nog ernstig te nemen als onafhankelijke Wetstraatwatcher?

Intussen is er wel een heldenverering aan de gang. Als Bart De Wever in Bozar een concert van Klara bezoekt, krijgt hij een daverend applaus…

Alloo:(onderbreekt) Bart De Wever is dan ook een klassiek concert op zich.

Pas maar op, zeg één negatief woord over hem en er volgen 100 haatmails.

Alloo: De politici zijn zelf begonnen met de verruwing van het taalgebruik, hun aanhangers nemen dat over. Wat De Wever over Di Rupo zegt en vice versa, dat was een paar jaar geleden toch onvoorstelbaar? Ik kan me niet voorstellen dat iemand als Guy Verhofstadt (Open VLD) zoiets ooit zou hebben gezegd. Ik mis hem wel. Hij had tenminste nog stijl, was nog een staatsman. Ik mis eigenlijk vooral iemand die de waarheid spreekt.

Iets anders. Hoewel. U bent destijds begonnen als researcher voor Het Eenzame Hartenbureau van Edwin Ysebaert.

Alloo: Ik studeerde nog, en Edwin vroeg of ik zin had om mee te werken aan het programma. Ik nam de telefoon op. Luisterde naar mensen die een kind of hun vrouw verloren hadden en die daarover wilden praten op de radio. Vandaag zou iedereen dat mooie, vertederende radio vinden, maar toen stond Vlaanderen op zijn kop. Emoties op de radio, ongehoord! Hetzelfde verwijt kreeg ik te horen toen ik later als researcher voor Goedele en Jambers werkte. In een reportage over alcoholisme lieten we dronkaards aan het woord. Schande! Boer Sjarel? Schande! Terwijl dat pure Stijn Streuvels was. Zo leven sommige boeren in West-Vlaanderen nu eenmaal. Vandaag is Jambers de godfather van de human interest. Koppen en Telefacts hebben zijn stijl overgenomen.

U weet ook dat Jambers de deur heeft opengezet voor de zogenaamde uitlachtelevisie.

Alloo: Tien jaar geleden liepen er inderdaad veel cowboys rond in de tv-wereld. Maar dat is iets wat je Paul niet kunt verwijten. Integendeel. Ik ben in mijn hele carrière niemand tegengekomen die het zo nauw nam met deontologie als hij. Nooit bracht hij emotie om de emotie, hij had altijd bijzonder veel respect voor de mensen die hij interviewde. Gewone mensen – nog veel meer dan politici – komen nu eenmaal graag op televisie. Vaak om aan de grijsheid van hun bestaan te ontsnappen. Het is hun moment de gloire. Ik heb in mijn Jambersperiode een psychiatrische patiënt gekend die zichzelf van kant wou maken en dat wou laten uitzenden op televisie. Om maar te zeggen: natuurlijk moet je daar als researcher uiterst zorgvuldig en bedachtzaam mee omgaan.

Gebeurt dat? Vorig jaar pleegde een van de kandidaten uit Mijn restaurant zelfmoord. In zijn afscheidsbrief verwees hij naar het programma.

Alloo: Zijn dood is als een schok door de hele tv-wereld gegaan. Maar is dat de schuld van de makers? Nogmaals: de tijd van de tv-cowboys is voorbij. Die kandidaten worden vandaag goed begeleid. Maar hoeveel voorzorgen er ook worden genomen, het valt vaak niet in te schatten. Hoe stond die man in het leven? Hoe waren zijn relaties? Misschien speelden er ook nog andere dingen mee. Het is toch niet realistisch om elke kandidaat die op tv komt dertien maanden te laten begeleiden door een psycholoog? Er wordt ook nogal snel beweerd dat iets uitlachtelevisie is. Van Idool zeggen ze dat ook. Maar als een kandidate denkt dat ze de nieuwe Maria Callas is, en Jean Blaute zegt op een zachte manier dat dat niet helemaal strookt met de werkelijkheid, wat is dan het probleem? Tenzij die jury ter meerdere eer en glorie van zichzelf kandidaten op een onbeschofte manier afkraakt. Dat vind ik ook verwerpelijk. De toon is belangrijk.

U hebt een relatie met Sandy Tura. Binnenkort gaan jullie trouwen. U moet het gedroomde doelwit van de vakpers zijn, en toch passeert u daar zelden.

Alloo: Ik scherm mijn privéleven heel bewust af. Ik ga nooit naar premières, omdat daar fotografen kunnen rondlopen. En ik wil al zeker niet met mijn kinderen poseren, want ik wil niet dat ze last krijgen op school. Maar die bladen bellen mij ook. Als ik dan zeg dat ik alleen over mijn werk en passies wil praten, antwoorden ze: ‘Oh nee, toch niet over uw werk en uw passies? Dat is saai.’ Af en toe stemmen ze dan toch in met een interview, maar al vanaf de tweede vraag sijpelt er een zekere klefheid in dat gesprek. Zijdelings vragen ze dan: ‘En à propos, hoe zit dat nu met uw relatie?’ De week daarop, grote kop: ‘LUK ALLOO: HOMO?’ Natuurlijk altijd met een vraagteken, want daar komen ze altijd mee weg. En je kunt er niets tegen beginnen, hè. Die bladen staan vol met dat soort tendentieuze koppen. Wordt Wendy Van Wanten geslagen? Heeft Greet Rouffaer een depressie? Hoe gaat het met de vier exen van Helmut Lotti? (windt zich op) Waar zijn we in godsnaam mee bezig? Dat is geen journalistiek meer, dat zijn terroristische aanslagen!

Het verkoopt.

Alloo:(onverstoorbaar) Als het zo doorgaat, zitten alle BV’s straks in de psychiatrie of aan de pillen. Het ergste vind ik dan nog dat ze ook de kandidaten van realityshows lastigvallen. Hun hele privéleven ligt binnen de kortste keren op straat, al hun verdriet en pijn. Niemand houdt er rekening mee dat die mensen de volgende dag ook buiten moeten komen, dat hun kinderen ook naar school moeten. Luk Alloo en David Beckham weten hoe het spel werkt, maar zij niet. Weet je hoe dat gaat eindigen? Op een dag zal een van die kandidaten een scudraket op die redacties smijten. (zucht) En waar zit de Raad voor de Journalistiek? Wat doen die eigenlijk, behalve dineren? Elke dag wordt de integriteit van mensen besmeurd, en dat passeert allemaal zomaar.

Ik vind trouwens ook dat de media behoorlijk uit de bocht zijn gegaan in de zaak rond pater Versteylen. Op basis van een paar anonieme getuigen worden er bladzijden volgeschreven en wordt een heksenjacht georganiseerd. Ik weet niet of Versteylen schuldig is of niet, dat moet het gerecht uitmaken. Maar als straks blijkt dat hij onschuldig is, dan kan hij zich nooit meer op straat vertonen.

Er was de voorbije weken ook heel wat te doen over de Haïti-reportage van VRT-journalist Robin Ramaekers, die het geluid van een schot onder beelden monteerde. Bruno Wyndaele zei onlangs in Reyers Laat dat hij dat ook gedaan zou hebben. Dat is nu eenmaal televisie, argumenteerde hij. Bovendien liegt Ramaekers niet, want het is daar gevaarlijk.

Alloo: Nee, dat vind ik onzin. In een journaal moeten alle beelden correct zijn, punt uit. Robin had beter in een voice-over verteld dat hij voor- of nadien beschoten werd. Tezelfdertijd vind ik de verontwaardiging ook bijzonder selectief. Het tv-journaal en informatieprogramma’s bulken van de slecht uitgevoerde enquêtes die wetenschappelijk nergens op slaan. Iedereen weet dat dat niet klopt, maar toch wordt dat allemaal verpakt als de grote waarheid. Daarover hoor ik de deontologische commissie nooit.

(Alloo staat even op. ‘Verontschuldig mij even. Ik moet Rik Torfs nog bellen om hem uit te nodigen voor het programma. Rik is mijn grote vriend. Hij zit alleen bij de verkeerde partij.’ (lacht) Een paar seconden later is Alloo al terug. Torfs zat bij pater Versteylen. )

U hebt niet alleen een talkshow op Life! tv, u presenteert ook nog twee programma’s op Radio 2: En nu serieus en Koning Sport. U moet zowat the hardest working man in media business zijn.

Alloo: Toen Radio 2 belde, heb ik direct ‘ja’ gezegd. Ik heb ook programma’s gemaakt voor Radio 1, maar daar zit je meteen in een vakje. Net zoals bij MNM of Studio Brussel: daar moet je er alleen af en toe ‘shit’ of ‘fuck’ tussen gooien. Niemand op die zenders durft bijvoorbeeld Willy Sommers uit te nodigen – tenzij om te lachen. Omdat die presentator denkt: ik moet daar wat lacherig over doen, mijn luisteraars en vrienden verwachten dat. Ik nodig Kris Peeters, Willy Sommers én Admiral Freebee uit in één programma. Dat is mijn statement tegen de political correctness van de andere zenders. Op televisie is het net hetzelfde. Waarom is Laura Lynn nooit te zien in Mag ik u kussen? en Selah Sue wel? Wat is het verschil? Dat de ene in het Nederlands zingt en in Dag Allemaal staat, terwijl Sue in het Engels zingt en haar liefdesgeheimen aan Humo vertelt. Maar voor de rest? Nog zoiets: Bart Kaëll heeft zich geout, en dan mag hij ineens in De Morgen. Dertig jaar lang hebben ze hem en zijn muziek doodgezwegen, maar dan kan het ineens. Dat vind ik bedenkelijk.

Er is ook een verschil tussen het werk van Bart Kaëll en dat van pakweg Raymond van het Groenewoud. Het ene is artistiek waardevoller dan het andere.

Alloo: Absoluut. Net zoals er een verschil is tussen Van vlees en bloed en FC De Kampioenen. Raymond doet zijn ding, volgt zijn buikgevoel, terwijl Kaëll compromissen moet sluiten, op zoek moet gaan naar de nieuwe zomerhit die zijn publiek goed vindt. Maar het grote misverstand is dat iedereen denkt dat Raymond met muziek opstaat en Kaëll zijn job acteert. Dat is niet waar: hij is op een even ernstige manier met zijn vak bezig. En zijn muziek is ook maatschappelijk relevant, want veel mensen luisteren ernaar en komen door Kaëll de dag door. Maar dat wil een groot stuk van de pers niet weten.

Tot slot nog een Alloo-vraag: bent u gelukkig?

Alloo: Ja. Twintig jaar geleden had ik een aanbieding om adjunct-gevangenisdirecteur te worden. Soms vraag ik me af hoe mijn leven er dan had uitgezien. Ik had veel nuttiger werk gedaan dan nu. Ik had een echte held kunnen worden. Zoals dokters, opvoeders, verpleegsters… Mensen die echt iets wezenlijks doen in de maatschappij. Maar werken in de media: het is helaas fun.

DOOR STIJN TORMANS / FOTO’S SASKIA VANDERSTICHELE

‘Ik zit echt te wachten op het moment dat Lieven Verstraete op tafel klopt en roept: “Siegfried, hoe zit dat hier? Gelooft ge uw flauwekul nu zelf nog?”‘

‘Vervang vanavond een TerZake door een TerZake van zestien weken geleden: niemand merkt het verschil nog op.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content