Hubert van Humbeeck

De Arabische omwenteling begon in Tunesië en voorlopig eindigt ze daar ook. Toch verdient ze een prijs.

Het was niet meteen de keuze waarmee gokkers rekening hadden gehouden. Het zijn niet de verwachte favorieten zoals de Duitse bondskanselier Angela Merkel, de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry of paus Franciscus die in december in Oslo de Nobelprijs voor de Vrede in ontvangst mogen nemen, maar een los verbond van vier Tunesische middenveldorganisaties. Dat kwartet voor nationale dialoog bestaat uit een grote vakbond, een organisatie van ondernemers, een mensenrechtenbeweging en de Tunesische Orde van Advocaten.

Ze sloegen de handen in elkaar in de zomer van 2013, toen de omwenteling in Tunesië door moordaanslagen en een halsstarrige islamistische regering in chaos dreigde vast te lopen. Het kwartet overtuigde islamistische en seculiere organisaties ervan om samen een constitutioneel proces te dragen. Dat kan in de Arabische wereld vandaag niet genoeg aandacht krijgen. Het laat zien dat geweld en dictatuur niet onvermijdelijk zijn.

Dat Tunesië daarmee niet uit de brand is, bewezen de twee erg bloedige aanslagen eerder dit jaar in een museum in Tunis en op een strand in Sousse. Tunesië levert ook veel strijders aan de Islamitische Staat in Syrië en is kwetsbaar langs zijn poreuze grens met Libië. Bovendien is de ontgoocheling groot omdat het land er economisch nauwelijks beter aan toe is dan voor de omwenteling van eind 2011. Die begon toen als een kreet tegen uitzichtloze werkloosheid, corruptie en favoritisme. Het is geen toeval dat de extremisten met hun aanslagen vooral de levensbelangrijke toeristische industrie willen treffen om ongenoegen en protest uit te lokken.

Gevreesd wordt dat een te felle reactie van de overheid op de aanslagen de pas verworven vrijheden weer op de helling zal zetten. Of dat nostalgie naar het zekere comfort van de dictatuur in bepaalde kringen de overhand haalt. Zoals president Erdogan in Turkije momenteel van de oorlog in Syrië gebruik probeert te maken om zijn macht te versterken. Of zoals generaal Sisi in Egypte de verwarring na de verkiezingsoverwinning van de Moslimbroederschap aangreep om de macht over te nemen.

De revolutie in het kleine Tunesië wekte grote verwachtingen en zette een reeks gebeurtenissen in gang die zich vandaag ook ver buiten de Arabische wereld laat voelen. De Europese Unie, bijvoorbeeld, kraakt onder de druk van Syriërs op de vlucht voor de burgeroorlog in hun land, die begon na vreedzame betogingen tegen president Assad. Maar dat kan de Tunesiërs niet worden aangerekend. Zij hebben deze prijs verdiend.

Hubert Van Humbeeck

De nationale dialoog in Tunesië toont dat geweld en dictatuur in de Arabische wereld niet onvermijdelijk zijn.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content