Ze wordt verguisd door de VS en is geliefd bij moslimterroristen. Zo wilde de IS James Foley en daarna Steven Sotloff graag voor haar uitwisselen. Wie is deze 42-jarige frêle Pakistaanse en waarom staat ze zo hoog in het vaandel bij Al-Qaeda, de taliban en de IS? Portret van een veelbelovende neurowetenschapster die veroordeeld werd tot 86 jaar celstraf.

In 2004 stond ze op de FBI-lijst als een van de zeven meest gezochte terroristen, nadat Khalid Sheikh Mohammed, brein achter de aanslagen van 9/11, haar naam zou hebben genoemd onder druk van waterboarding. Ze was het enige vrouwelijke lid van Al-Qaeda, volgens de Amerikanen vormde ze een absolute bedreiging voor de veiligheid van de westerse wereld. Of ze inderdaad zo’n urgent gevaar was, is een onderwerp waarover de meningen uiteenlopen. In Pakistan geloven ze er in elk geval niets van. Daar is Saafia Siddiqui – moeder van drie kinderen – nog steeds een icoon en is het zonneklaar dat de bewijslast van de Amerikanen gebaseerd is op een lastercampagne om te verdoezelen dat ze zelf in de fout waren.

Siddiqui zelf heeft haar onschuld altijd volgehouden. In 2008 werd ze gearresteerd in Afghanistan en naar de VS overgebracht. Twee jaar later viel het vonnis: 86 jaar voor poging tot moord op Amerikaanse agenten in Afghanistan. Daarnaast zou ze dus banden hebben met Al-Qaeda en actief zijn geweest als boodschapper voor Osama Bin Laden. Siddiqui tekende beroep aan en wacht sindsdien in haar cel in Texas. Volgens mensenrechtenorganisatie Peace Thru Justice in Maryland is Siddiqui onschuldig en wordt ze bewust slecht behandeld in de Carswellgevangenis. Ze zou regelmatig aangevallen worden door andere gevangenen en zit soms 23 uur lang in afzondering.

Verschillende terreurgroeperingen hebben de afgelopen jaren om haar vrijlating gevraagd. In 2010 wilden de taliban de ontvoerde Amerikaanse militair Bowe Bergdahl uitwisselen voor Siddiqui. Maar Bergdahl kwam pas in 2014 vrij in ruil voor vijf talibangevangenen in Guantanamo. Ook Linda Norgrove, een Schotse hulpverleenster die in 2010 in Afghanistan werd ontvoerd, wilden de taliban omruilen voor Siddiqui. Norgrove kwam om het leven tijdens een reddingspoging om haar te bevrijden. Een jaar later gaven de Pakistaanse taliban te kennen dat ze een Zwitsers koppel wilden uitwisselen. Ook dat ging niet door. De Zwitsers ontsnapten in 2012. Al-Qaedaleider Ayman al-Zawahiri wilde de Pakistaanse wetenschapster dan weer uitwisselen voor de ontvoerde Amerikaan Warren Weinstein en in 2013 stond Siddiqui opnieuw op het lijstje tijdens de aan Al-Qaeda gelinkte gijzeling van tientallen mensen bij het gasveld van Amenas in Algerije. Siddiqui is een absoluut symbool geworden voor extremistische moslimgroeperingen. Zelfs de Islamitische Staat kwam met haar naam op de proppen. In een e-mail aan de ouders van de ontvoerde James Foley liet de terreurbeweging weten dat ze 100 miljoen euro losgeld eiste, of de vrijlating van ‘hun zuster dokter Saafia Siddiqui’. Ook bij de onderhandeling van Steven Sotloff werd de Pakistaanse genoemd.

Niet alleen terroristen vragen om Siddiqui’s vrijlating. Ook de Pakistaanse regering ijvert voor haar terugkeer naar een vrij leven in eigen land. Voormalig president Asif Zardari stelde de VS voor om haar uit te leveren in het kader van een gezamenlijk uitwisselingsproject van Pakistaanse en Amerikaanse gevangenen. Volgens haar Pakistaanse supporters is Siddiqui het slachtoffer van een samenzwering tegen de islam. Geruchten dat ze seksueel misbruikt zou zijn in de Amerikaanse gevangenis voeden haar heldenstatus nog meer.

Vrome moslima

Saafia Siddiqui groeide op in een gezin uit de middenklasse in de broeierige havenstad Karachi, door de ligging aan de Arabische zee en de poreuze grens met Afghanistan het ideale onderduikoord voor Al-Qaeda en andere internationale terroristengroeperingen. Op haar achttiende, in 1990, verhuisde ze naar de VS, waar ze afstudeerde als biologe aan het befaamde Massachusetts Institute for Technology en in 2001 een postdoctoraat in de neurowetenschappen behaalde aan Brandeis University. Medestudenten omschrijven haar als een timide verschijning met een zachte stem die hard blokte. Ze viel op door haar interesse in de radicale islam die ze als student ontwikkelde.

Tijdens haar studies aan Brandeis trouwde ze met de Pakistaanse arts Mohammed Ajmad Khan die ook in de VS had gestudeerd. Zoals de meeste Pakistaanse huwelijken was het gearrangeerd. Saafia had haar man nog nooit gezien, het huwelijk werd via de telefoon voltrokken waarna Mohammed Khan weer naar de VS verhuisde. In Boston kregen ze twee kinderen, Ahmed en Mariam. Volgens haar buren in Boston was Saafia een vrome moslima en toegewijde moeder. Ze hield zich bezig met uiteenlopende liefdadigheidsprojecten: van openbare parken en rusthuizen voor bejaarde vrouwen tot Bosnische vluchtelingen. Toen ze samen met haar echtgenoot geld begon in te zamelen voor islamitische goede doelen en het koppel via internet voor bijna 8000 euro aan beschermende vesten, nachtkijkers en militaire boeken kocht, kreeg de FBI argwaan. Mohammed Khan beweerde echter dat de aankopen bestemd waren voor jacht- en kampeerexpedities in Pakistan.

In 2002 keerde Siddiqui met haar gezin terug naar Karachi. Naar eigen zeggen omdat ze het na de aanslagen op de Twin Towers te gevaarlijk vond in Amerika. In Karachi kreeg ze haar derde kind, Suleiman. Vlak daarna scheidde ze. Volgens Khan was Siddiqui te radicaal en dominant geworden. Ze wilde onder andere dat hij naar Afghanistan vertrok voor de jihad. Khan beweerde ook dat zijn ex-vrouw nog altijd een postbus in de VS had die later gebruikt werd voor Al-Qaeda-doeleinden. Siddiqui’s familie zegt dat Khan alles bij elkaar loog omdat hij de voogdij over de kinderen wilde. Die kreeg hij niet, Saafia trok met haar kroost in bij haar familie.

In 2003 trouwde ze opnieuw. Met een zekere Ammar al-Baluchi, bekend als lid van Al-Qaeda en een neef van kopstuk Khalid Sheikh Mohammed. Ook dat is volgens Saafia’s familie niet waar, de verwanten van Sheikh Mohammed daarentegen bevestigen het huwelijk allemaal. Een paar maanden later was Siddiqui plots verdwenen. Ze vertrok met haar kinderen voor een familiebezoek in Islamabad. Het laatste dat haar familie hoorde, was dat ze onderweg naar de luchthaven in Karachi werd aangehouden door iemand op een motor. Intussen was Khalid Sheikh Mohammed gearresteerd in Rawalpindi, zusterstad van Islamabad, en naar de VS overgebracht waar hij zoals gezegd onder druk van waterboarding de naam van Saafia had doorgegeven. De FBI zette Siddiqui op de wanted-lijst op verdenking van het bewerkstelligen van financiële transacties voor Al-Qaeda en de smokkel van bloeddiamanten. Dat zou dan ook de reden geweest zijn voor Siddiqui’s vertrek uit Karachi.

Verdwijning

Pas in 2008 dook Siddiqui weer op, samen met haar oudste zoon. Er zijn verschillende versies over haar verdwijning tussen 2003 en 2008. Haar supporters zweren dat ze door de beruchte Pakistaanse inlichtingendienst ISI was opgepakt en al die jaren in geheime gevangenissen in Pakistan en Afghanistan werd vastgehouden. De Amerikaanse regering en de Pakistaanse overheid verklaarden later allebei dat ze niet wisten waar Siddiqui zich bevond. Zelf zou ze aan de FBI hebben verklaard dat ze een tijd in Quetta was ondergedoken maar dat ze in 2005 in Karachi werkzaam was bij het Technologisch Instituut. In 2007 zou ze zich dan weer een tijd in Afghanistan hebben verstopt.

Een jaar later werd ze in Ghazni, Afghanistan, door de Amerikaanse inlichtingendienst tegengehouden. Siddiqui, gekleed in boerka, had de aandacht getrokken van de veiligheidsdiensten omdat ze een kaart aan het tekenen was, iets wat de doorsnee Afghaanse vrouw niet gauw zou doen omdat die meestal analfabeet is. Siddiqui droeg gedetailleerde plannen bij zich over de spreiding van ebola in de VS en over de constructie van chemische wapens en vuile bommen. Ze had ook documenten op zak over een chemisch wapen dat volwassenen zou doden maar onschadelijk was voor kinderen. Toen de FBI haar wilde ondervragen, zou Siddiqui plots het geweer van een agent hebben afgepakt en zijn beginnen te schieten. Maar ze raakte niemand en werd zelf neergeschoten. Nadat ze in de legerbasis Bahram was hersteld van haar verwondingen, brachten de Amerikanen haar over naar de VS waar ze terecht moest staan. Hoewel niet iedereen overtuigd was dat ze psychologisch in staat was om voor de rechtbank te verschijnen. Volgens de ene gerechtspsychiater leed ze aan hallucinaties, volgens de andere was dat een excuus om onder haar proces uit te komen.

‘Ik studeerde in die tijd in Amerika en werd uitgenodigd om naar haar proces te komen. Uit pure nieuwsgierigheid ben ik gegaan’ zegt Samad Khuram, politiek analist in Islamabad. ‘Ze werkte totaal niet mee en maakte een wereldvreemde en paranoïde indruk. Zo vertelde ze dat zij alleen de wereld kon redden en dat ze de taak had om de vrede tussen joden en moslims te herstellen. Het was grootheidswaanzin, uitgesproken door een tengere vrouw die eruitzag of ze bij het minste duwtje op de grond zou vallen. Ik vond de hele zaak enorm verwarrend. De meeste mensen in Pakistan geloven rotsvast in haar onschuld, ikzelf ben daar niet zo van overtuigd. Al lijkt de bewijslast van de Amerikanen ook niet heel sterk. Op het wapen waarmee ze in Afghanistan zou hebben geschoten zouden Saafia’s vingerafdrukken bijvoorbeeld niet te vinden zijn, zegt haar advocaat Tina Foster. Siddiqui zou nooit het geweer van een agent hebben afgepakt en in het wilde weg zijn gaan schieten. In plaats daarvan werd er op haar geschoten en belandde ze zwaargewond in het ziekenhuis van de Bagram legerbasis. Over de plannen in haar tas voor aanslagen in de VS, verklaarde de neurowetenschapster dat ze de namen van de plaatsen in New York onder dwang moest opschrijven van degenen die haar gevangenhielden. Het zou om mensen gaan die zich volgens Siddiqui voordeden als ‘Amerikanen die de wet overtraden’. Zou ze weigeren de plannen te tekenen, dan werd haar dochter verkracht.’

Toen Siddiqui in 2010 veroordeeld werd, gaf ze Israël de schuld. De Joden zouden achter haar vonnis zitten, niet de VS. Haar aanhangers blijven haar steunen en beweren dat Siddiqui totaal geen extremistische ideeën heeft. Ze zou al die jaren gevangen en gemarteld zijn geweest door de Pakistaanse inlichtingendiensten en de Amerikaanse autoriteiten en alleen maar slachtoffer zijn in plaats van dader.

Symbolische waarde

‘Siddiqui’s martelarenstatus en immense populariteit vormen de perfecte propaganda voor radicale bewegingen als de IS en Al-Qaeda’, zegt de Amerikaans-Pakistaanse journalist Mohammed Taqi. ‘In Pakistan gebruikten de conservatieve religieuze bewegingen en het leger haar vooral om de anti-Amerikaanse tendens te versterken en politieke druk uit te oefenen op de meer democratische partijen, met het doel hun macht zo veel mogelijk te beperken. De steun van de Pakistaanse bevolking aan Siddiqui moet je ook in dit kader zien. De straatprotesten voor haar vrijlating waren resultaat van de propaganda, niet van eigen overtuiging. De overheid probeerde op die manier te verdoezelen dat ze Siddiqui zelf had opgegeven en haar aan haar lot had overgelaten.

‘Ook voor de IS is ze vooral van symbolische waarde. Het is niet zo dat ze enorme technische of tactische kennis heeft die de IS kan gebruiken tegen het Westen. Ze is ook nog vrouw en moeder van drie kinderen – hoewel van het jongste kind wordt gezegd dat het is gestorven – wat haar martelarenstatus nog vergroot. De VS worden als de slechteriken neergezet die een arme onschuldige vrouw vasthouden. Ik geloof overigens niet dat de IS haar vrijlating eist als poging om steun van Al-Qaeda te verwerven. Ik zie het juist als een signaal van concurrentie. De IS beschouwt Al-Qaeda niet meer als de machtige organisatie die ze graag achter zich wil hebben. Het is een rivaal geworden. Door Siddiqui uit te wisselen voor Amerikaanse gijzelaars, hoopt de IS Al-Qaeda-aanhangers aan eigen kant te krijgen. Er zijn de laatste tijd heel wat jongens van het aan Al-Qaeda gelieerde al Nusra naar de IS overgelopen. Dat probeert de IS verder aan te moedigen. Het is ook een prestigekwestie. Als het de IS wel lukt om haar uit te wisselen, is dat een overwinning op Al-Qaeda en de taliban.’

DOOR JOANIE DE RIJKE

Bij haar arrestatie droeg Siddiqui gedetailleerde plannen bij zich over de spreiding van ebola in de VS en over de constructie van chemische wapens en vuile bommen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content