Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Op de jongste uitreiking van Het Gouden Oog was onze directeur gastpresentator. Het scenario, uitgewerkt door een al van tevoren overspannen regisseur, voorzag per genomineerde precies twintig seconden voorgeschreven inleiding die letterlijk moest worden afgelezen. Maar dat was gerekend buiten onze directeur, die het beste nieuwsmagazine moest aankondigen en de voorgekauwde tekst zonder pardon in de prullenmand gooide.

Hierna controleerde hij de vouw in zijn smokingbroek, tikte een laatste stofje van zijn schouder, en stapte breed lachend het podium op waar hij iedereen een goede avond wenste, op zijn gemak eens de zaal in keek, en links en rechts een oude bekende groette. Uit de uitpuilende zak van zijn jacquet pulkte hij daarna een stevige bundel A-4 velletjes, wreef de glazen van zijn bril schoon, en stak na nog een slok water te hebben gedronken van wal : ?Dames en heren, we kunnen niet het beste nieuwsprogramma onderscheiden, zonder eerst stil te staan bij de enorme ontwikkeling die de communicatiemedia hebben gekend. Lang geleden vonden de Feniciërs het schrift uit. Wat ging daar aan vooraf ?”

Terwijl de zaal zich enthousiast in de handen wreef in het vooruitzicht van een leerrijke uiteenzetting, kreeg in de captatiewagen de regisseur een hartaanval. Toen zijn vervanger een kwartier later achter de mengtafel zat, begon onze directeur, die van het incident achter de schermen niets gemerkt had, pas goed op dreef te komen. Hij toverde van god mag weten waar een projectietoestel te voorschijn, riep naar wat hij voor een toneelknecht hield (maar wat in feite de directeur van VTM was) dat hij het licht op de scène moest dimmen, en bewees aan de hand van lichtbeelden dat onze manier van communiceren haar oorsprong vindt in de semasiografie.

?Dat is Grieks,” legde hij tot opluchting van de zaal uit, ?en betekent : de betekenis van de betekenis. De pictografie bijvoorbeeld, brengt de inhoud van de mededeling zonder zich om de vorm te bekommeren. In het ideografische of logografische schrift komt men tot een meer geüniformiseerde tekentaal. En in het spijkerschrift, waarin de Babyloniërs zo knap waren en waarvan u thans enkele dia’s op de muur ziet, stak een duidelijk semantisch systeem. Het syllabische schrift uit de Semitische talen was dan de uiteindelijke aanzet tot het Fenicische alfabet, waarvan ons schrijven en dus ons denken is afgeleid. Dames en heren, de eerste genomineerde is Telefacts van VTM.”

Om kort te gaan : het was middernacht voorbij vooraleer onze directeur, zonder zijn persoonlijke voorkeur nog langer te onderdrukken, zijn lezing afsloot : ?De vierde genomineerde, en naar ik hoop en veronderstel tevens de winnaar : Panorama van de BRTN !”

DAT ONZE BAAS die avond in een opperbeste stemming verkeerde, mag geen verbazing wekken. Bij zijn aankomst in het casino van Oostende stelde hij namelijk tot zijn verrassing en zeker ook tevredenheid vast dat hij de celebrity-loge deelde met niemand minder dan Tina Turner. En aangezien la Turner op ongeveer hetzelfde ogenblik moest optreden, dienden beiden zich ook gelijktijdig om te kleden.

Hoewel onze directeur deze kostbare herinnering als een zoet geheim had willen bewaren, wist één dag later de hele redactie ervan. Tijdens de redactievergadering werd hij dan ook bestookt met vragen die hij allemaal, met de gelukzalige glimlach van de man die meer weet, onbeantwoord van zich af liet glijden. Waren die vragen aanvankelijk vrij cryptisch gesteld, in wat men met een beetje goede wil een beleefde formulering zou kunnen noemen, dan deed het milde zwijgen van onze directeur het ongeduld hand over hand toenemen. Tot wij het met zijn allen nauwelijks nog konden houden en één van onze meer belezen cheffen rechtstond om de vraag te stellen die op alle lippen brandde : ?Hangen ze of hangen ze niet, Sus ?”

Onze directeur veerde vertoornd op, geschokt door zoveel platvloersheid. De glimlach op zijn gelaat verstarde, enkele diepe rimpels groefden zijn voorhoofd en een klontje suiker verdween driftig in de koffie.

OP DATZELFDE MOMENT werd het aangetaste vertrouwen in de bekwaamheid en de ernst van zijn redacteurs helemaal onderuit gekegeld. Want met veel gedruis donderde onze chef-reportage buiten adem de vergaderzaal binnen, kwakte een bruine omslag op tafel, liet zich op een inderhaast bijgetrokken stoel ploffen, trok zijn das los en riep hees : ?Ik heb ze !”

Onze directeur, die het ergste voelde aankomen, verborg zijn hoofd in zijn handen en jammerde klaaglijk : ?Wat hebt ge ?”

Onze chef-reportage hapte naar lucht : ?De foto’s ! Een wereldscoop ! Hiermee laten we ze allemaal mijlen achter ons.”

Argumenten van dit slag zijn op onze redactie weinig gebruikelijk, en onze directeur begon boos te worden : ?Grobben, hou op met uw cinema en spreek normaal. Welke foto’s hebt ge ?”

Jos Grobben liet nog een korte stilte vallen en haalde toen uit : ?Van Lady Di ! Exclusief ! Zelf getrokken.”

Kreunend zakte onze directeur weg in zijn stoel. ?Maar man, er liggen boven zeventienduizend foto’s van Lady Di. De agentschappen brengen elke dag een container vol. Ge gaat me toch niet vertellen dat gij vijf weken in het buitenland hebt rondgehangen om een fotootje van Lady Di te trekken.”

Velen zouden na deze uitbrander in elkaar zijn gekrompen, maar het zelfvertrouwen van onze chef-reportage was met geen kanon meer stuk te krijgen. ?Die agentschappen zijn amateurs. Wat ik heb is dynamiet. In Engeland bieden ze mij tien miljoen.”

Onze directeur had er plots genoeg van : ?Oh ja ? Hebt ge ze in haar nachtkleed getrokken misschien ?”

Grobben schoot verontwaardigd overeind : ?Nachtkleed ? Ik heb ze topless ! Wat zegt ge nu ? In een hotel in Barbuda op de Caraïben. Zes dagen zonder eten in een palmboom gehangen. Verwittig de drukkerij dat ze de oplage verviervoudigen of we zijn woensdag te negenen al uitverkocht. En waarschuw de promotiedienst. Grote affiches, nationaal. Plus ondersteuning via onze regionale tv-stations.”

Onze chef-reportage had wellicht nog enkele sterkere reclamestunts bedacht, ware het niet dat onze directeur roodaangelopen was opgesprongen, hard op tafel sloeg en met overslaande stem uitschreeuwde : ?Geen bloot in mijn blad ! Tenzij in de rubriek cultuur. Ge kunt u deze week bezig houden met de problemen van het socialistisch ziekenfonds. En uw kostennota is voor eigen rekening.”

Een beetje aangedaan trok iedereen naar het Bosnisch restaurant achter de hoek. Behalve Grobben, die Brussel-Zuid belde voor een zitje in de Eurostar.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content