De befaamde Spaanse rechter Baltasar Garzón krijgt dezer dagen de rekening gepresenteerd voor zijn dadendrang. Hij staat zelf terecht voor illegale telefoontaps en ambtsmisbruik.

De Spaanse justitie worstelt al jaren met verwijten van partijdigheid. Drie processen bij het hooggerechtshof tegen onderzoeksrechter Baltasar Garzón (56), die al sinds mei 2010 geschorst is, zullen dat zeker niet verbeteren. De charismatische Garzón is bekend van zijn internationaal arrestatiebevel tegen de Chileense ex-dictator Augusto Pinochet en het vervolgen van de militaire junta van Argentinië.

In eigen land maakte de magistraat echter ook machtige vijanden, onder meer met de zaak-Gürtel waarvoor hij een dozijn getrouwen van de conservatieve volkspartij Partido Popular (PP) liet oppakken wegens corruptie. Dat proces loopt nog. Ook zijn vergeefse poging om de misdaden onder dictator Franco (1939-1975) te vervolgen, viel in slechte aarde bij politiek rechts.

Dat hij nu zelf in het beklaagdenbankje zit, nog geen maand na het installeren van de conservatieve regering van Mariano Rajoy, is voor zijn aanhang niet toevallig. Ook mensenrechtenorganisaties Human Rights Watch en Amnesty International zien er een afrekening in.

In het eerste proces, dat vorige dinsdag begon, moet Garzón terechtstaan voor illegale telefoontaps in de zaak tegen het netwerk Gürtel. Geen enkele Spaanse onderzoeksrechter heeft ooit moeten terechtstaan voor illegale telefoontaps. Ze leverden bij collega’s hoogstens procedurefouten op, maar Garzón riskeert tien tot zeventien jaar schorsing, wat het einde van zijn carrière zou betekenen. Omdat hij de telefoons liet afluisteren van twee advocaten die met hun cliënten belden in de gevangenis. ‘Ik sta daar nog steeds achter. Via die advocaten ging het witwassen door, en dat wou ik verhinderen’, citeert de krant El País uit zijn slotpleidooi.

Op 24 januari begon het tweede proces, over het onderzoek dat hij in 2008 wou starten naar zo’n 140.000 executies onder Franco. De controverse die daarop volgde, leerde dat Spanje zijn militaire dictatuur nog niet verteerd heeft. Volgens het hof negeerde Garzón de amnestiewet uit 1977. Die geldt niet, stelt de verdediging, want mensenrechtenschendingen vallen onder het internationale recht. Een schimmig groepje fascisten kreeg Garzón hiervoor voor het hof.

Er wacht nog een derde proces, waarvan de datum nog niet bekend is. Voor enkele lezingen in New York werd Garzón betaald via een constructie bij de Spaanse bank Santander. Dat hij even later een onderzoek tegen de grootste bank van Spanje liet vallen, wekt voor het gerecht de indruk van omkoping.

De gelouterde ‘superrechter’ zelf draagt al deze aantijgingen met de glimlach. Hij zegt het intussen gewoon te zijn om in de wind te staan en het hoofd te bieden aan de rancune van machtige vijanden. Garzón koos er in zijn lange carrière steevast de hete aardappels uit. In eigen land pakte hij onder meer de drugs- en wapenhandel en de Baskische separatisten van ETA aan. Vaak is geprobeerd om hem een mooie fin de carrière te bezorgen bij het Internationaal Strafhof in Den Haag, maar rond zijn controver-siële figuur kon nooit een com-promis gevonden worden.

Thomas Verbeke

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content