Bij politici en werkgevers is er veel kritiek op het jongerenbanenplan van Laurette Onkelinx, maar de Luikse minister van Arbeid verdedigt haar voorstel met vuur.

De glazen conferentietafel staat er nog steeds. Minister van Arbeid Laurette Onkelinx, vice-premier, vond nog niet de tijd het kabinet van haar voorgangster Miet Smet anders in te richten. Ze was bezig met het jongerenstartbanenplan. Daarbij werd ze ook geïnspireerd door de Belgische film Rosetta, over een meisje dat weigert een minderwaardig leven te leiden. Het werkstuk van de gebroeders Dardenne heeft de socialistische politica sterk aangegrepen.

Als voorzitter van de Franse Gemeenschap in vorige regeringen is Onkelinx op communautair gebied door de wol geverfd. Maar werkgelegenheid is nieuw voor haar en met haar eerste plan zorgt ze meteen voor heibel. Nooit zoiets gezien, luidt het bij de sociale partners en zelfs in de compleet verraste regering. De frêle Onkelinx is niet ondersteboven van het no passeran van VLD-interimvoorzitter Karel De Gucht en van het gemor van de Vlaamse socialisten. En zeker niet van het boegeroep van de werkgevers. En er is vanuit de Brusselse Belliardstraat nog meer van dat op komst.

Laurette Onkelinx:“Iedereen vindt het onaanvaardbaar dat jongeren die de school verlaten in uitzichtloze werkloosheid terechtkomen. Dan moet men niet hypocriet doen. Kleine plannetjes lossen dat probleem niet op, er is iets ingrijpenders nodig. De ondernemingen moeten de werkloze schoolverlaters in dienst nemen.”

Maar er bestaan al meer dan twee dozijn werkgelegenheidsmaatregelen.

Onkelinx: De inspanningen voor de werkgelegenheid zijn versnipperd over allerlei maatregelen en plannen. De jongerenstages missen hun doel. Het zijn geen echte jobs, maar baantjes voor zes maand tegen een lager loon. Er zijn slechts 16.000 stagiairs en velen van hen, de best geschoolden, zouden de ondernemingen ook zonder de verplichting hebben aangenomen.

De werkgevers zijn fel geschrokken dat ze verplicht worden jongeren in startbanen aan te nemen.

Onkelinx: De werkgevers zeggen: geef ons stimulansen en vertrouwen. Ik antwoord dat het van geven en nemen is. Zij moeten jongeren aannemen, wij geven hen daartoe belangrijke steun. Ik zal proberen de werkgevers te overtuigen. Het regeerakkoord kondigt een belangrijke verlaging van de loonkosten aan. Het gaat daarmee in op de vraag van de werkgevers.

Er is niet alleen kritiek bij de werkgevers, ook bij belangrijke partners van de meerderheid.

Onkelinx: Dat hoor ik. Mijn vastberadenheid is groot. Ik eis respect voor het regeerakkoord en respect voor de socialististische prioriteit: de werkgelegenheid.

Uw startbanenplan moet toch flink wat geld kosten?

Onkelinx: Het kost tien miljard op jaarbasis, iets minder in 2000 omdat het dan van start gaat. Dat geld komt natuurlijk in mindering van de algemene loonkostenverlaging voor de werkgevers. Dat staat ook in het regeerakkoord, de loonkostenverlaging moet de werkgelegenheid dienen.

Over het plan is geen overleg met de sociale partners geweest. De regering ontvangt trouwens pas op 6 oktober voor het eerst de vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers. Er groeit ongerustheid over de toekomst van het sociaal overleg onder de paars-groene regering.

Onkelinx: Er volgt overleg met de sociale partners over het startbanenplan. Ik heb erop aangedrongen dat de regering de partners zou ontvangen. Vroeger kon niet, wij zaten meteen volop in de dioxinecrisis.

Kunnen de nakende sociale verkiezingen het sociaal overleg verstoren? Zij zijn al tot mei 2000 uitgesteld om te vermijden dat de verkiezingsstrijd het sluiten van akkoorden in de bedrijfstakken bemoeilijkt.

Onkelinx: De sociale verkiezingen zetten het overleg niet eventjes tussen haakjes. De vakbonden zijn wijs genoeg. Ik zal een campagne starten om de werknemers op te roepen zich kandidaat te stellen voor een mandaat in de ondernemingsraad of het preventiecomité, en vooral om de vrouwen daartoe te stimuleren.

De lage activiteitsgraad van de oudere werknemers staat ter discussie. Dit is ook een maatschappelijk probleem én een probleem van financiering van de sociale zekerheid.

Onkelinx: Europa geeft ons aanwijzingen daar iets aan te doen. Ik werk eraan. Maar de werkgevers die nu kritiek hebben op het brugpensioen, dat zij te genereus vinden, mogen niet vergeten dat de overheid er veel van hun problemen mee heeft opgelost. Het brugpensioen kon sociale drama’s vermijden bij faillissementen en herstructureringen van ondernemingen.

Doet België het op de arbeidsmarkt slechter dan de buren?

Onkelinx: Wij doen het niet zo slecht. Alle landen, ook wij, verfraaien de werkloosheidscijfers. Sommige landen laten de jongeren in opleiding uit de cijfers weg. Nederland verklaart een groot aantal werklozen arbeidsongeschikt. Wij zetten ze niet uit de arbeidsmarkt, maar pogen ze op hun niveau te integreren. Het is een obsessie, ook bij ons, om de werkloosheidssituatie beter voor te stellen dan ze in werkelijkheid is. Mijn obsessie is ze op te lossen.

U pleit voor verdere werktijdverkorting. Is de Franse 35-urige werkweek van Martine Aubry een voorbeeld?

Onkelinx: Dat inspireert mij zeker. Maar de situatie in Frankrijk is anders dan hier, het sociaal overleg is er minder ontwikkeld. Hier zien wij de werktijdverkorting vooruitgaan in de collectieve arbeidsovereenkomsten. Ik wil een wettelijk kader creëren met stimulansen voor werktijdverkorting en arbeidsherverdeling. Dat zal rekening houden met de autonomie van het sociaal overleg in de sectoren. Maar niet alles tegelijkertijd.

Deeltijdwerk blijkt een belangrijk middel te zijn tot arbeidsherverdeling.

Onkelinx: Ik ben er niet van overtuigd dat een anderhalve baan per gezin het ideaal is. Gelijke kansen is iets anders dan een voltijdse baan voor de man en een halftijdse voor de vrouw. Man en vrouw zijn gelijk, zowel voor de arbeid als voor de lasten en lusten van het gezin. Natuurlijk is er niets tegen vrijwillig deeltijdwerk, maar ik stel vast dat het stelsel veel werkloosheid verbergt.

Een belangrijk onderdeel van het immigratieprobleem is dat ondernemingen niet snel immigranten in dienst nemen.

Onkelinx: De steden hebben problemen met de integratie van de jongeren omdat er zoveel sociale uitsluiting is. Wettelijk is raciale discriminatie bij indienstnemingen strafbaar. Maar hoe valt dat te controleren, op welke basis de werkgever in dienst neemt? Er zijn meer campagnes nodig om de ondernemingen ervan te overtuigen dat immigranten, vrouwen en ouderen kwalitatieve kandidaten zijn.

Guido Despiegelaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content