De foto’s van de Italiaanse Tina Modotti zijn verbonden met haar romantische, revolutionaire, onconventionele en rumoerige leven. Een selectie hangt nu in de Kunsthal in Rotterdam.

Foto’s horen bij mensen. Ze horen bij de mensen die erop afgebeeld zijn, ze horen bij de fotograaf, bij de eigenaar, de kijker, de vinder. Een foto die nergens bij hoort is geen foto, het is een dom stukje papier. Het is zelfs zo dat we foto’s niet alleen beoordelen op wat ze zijn, maar ook op de persoon waar ze bij horen. Het is onredelijk, het is niet objectief, maar het is zo. Onvermijdelijk.

De foto’s van Tina Modotti horen bij Tina Modotti. Ze heeft er niet eens zoveel gemaakt, ze was maar gedurende negen jaar een beetje fotograaf, maar de foto’s die we van haar kennen zijn verbonden met haar romantische, revolutionaire, onconventionele en rumoerige leven. Het is een goede maar onfatsoenlijke reden om er van te houden. Een handvol van haar foto’s hangt nu in de Kunsthal in Rotterdam. Het is geen gewone tentoonstelling, er hoort een leven bij. Een leven vol ouderwetse passie en avontuur, en vooral ook veel mysterie, zodat we er ons nog van alles kunnen bij fantaseren. Vooral dat is opwindend.

We zouden het een romantisch modernisme kunnen noemen. Modernistisch naar de vormgeving, romantisch wat de drijfveer betreft. In 1929 fotografeert ze een demonstratie in Mexico City. Vanuit een hoog standpunt ziet ze de mannen die elk een grote hoed dragen. De hoeden vullen het beeld. De foto – gemaakt met een grote camera – is niet helemaal scherp. Er is een beetje overstraling, het felle zonlicht verwekt schitteringen, we krijgen de indruk dat het beeld vibreert. De mannen zijn ongelijk, de een is groter dan de andere, ze lopen niet in rechte lijnen, sommigen dragen een bleek hemd, anderen een donker. Het tafereel is als een bloemenveld. En toch is dit de foto van een manifestatie, en toch is dit de foto van een fotograaf die bewust meedoet aan de revolutie en van een fotograaf die alles weet van techniek en belichting. Met deze foto idealiseert ze de revolutie, ze maakt het tot iets esthetisch. Ik ervaar het als de liefelijkheid van de boze mannen.

Het feit dat ze de mannen isoleert, dat ze alleen dit stuk neemt van het gebeuren, dat ze zoveel aandacht besteedt aan de vorm (ook de geometrische vorm) toont aan dat ze meedoet met de stijl van haar tijd. In feite toont ze niet zozeer de situatie, ze verheerlijkt de situatie, ze maakt er een kunstig gebeuren van. Ze koketteert met haar kunnen, de revolutie is niet alleen de revolutie, het is een prachtig decor voor de intellectuelen uit haar omgeving, ze geniet van de spanning. Het maakt de foto ongevaarlijk, verleidelijk en een beetje exotisch. Deze foto’s liggen nu blijkbaar goed in de markt. Ze zijn zelfs een beetje koddig.

LEERLING, MODEL EN MINNARES

Tina Modotti (1896 – 1942) werd in Italië geboren. Als kind verbleef ze een aantal jaren in Oostenrijk. Haar vader repareerde fabrieksmachines, haar oom was fotograaf. Als twaalfjarig meisje gaat ze werken in een textielfabriek. Dat moest wel want haar vader was op zijn eentje naar San Francisco getrokken, zijn familie achterlatend in armoede. Later volgt Tina haar vader, ze wordt naaister, dan pasmodel, daarna actrice, eerst voor het amateurtoneel, dan voor opera, daarna voor de film. Bij de tentoonstelling in Rotterdam loopt een stomme film waarop we haar zien acteren, ze maakt passionele bewegingen en kijkt met smachtende ogen vol weemoedigheid. Dus ja, ze wordt verliefd op een excentrieke dichter. Hij heet Roubaix de l’Abrie Richey maar ze noemen hem ‘Robo’. Het wordt een heftige liefde, maar niet voor lang.

En dan maakt ze kennis met Edward Weston. Hij is een van de belangrijkste Amerikaanse fotografen. Met een grote camera en een meesterlijke techniek fotografeert hij de woestijn, voorwerpen, mensen en die tijd ook Tina Modotti. Ze wordt zijn leerling, model en minnares. In 1923 trekken ze samen naar Mexico en daar bloeit de fotografiecarrière van Tina Modotti.

In Mexico is het sinds 1910 doorlopend revolutie. Weston en Modotti sluiten zich aan bij de links revolutionaire intellectuelen zoals Ricardo Gomez Robelo, Diego Rivera, Guadelupe Marin, Xavier Guerrero en Jean Charlot. In feite wordt de studio van Modotti en Weston de plek voor wilde kunstenaarsfeestjes. De fotografie wordt beoefend als een kunst. Modotti fotografeert stillevens, bloemen, interieurs, architectuurelementen. De foto’s worden tentoongesteld. Ze is nu kunstenares.

In 1925 sluit Modotti zich aan bij een communistische organisatie en haar fotografie krijgt nu een meer geëngageerde inhoud. Ze fotografeert de muurschilderijen van Diego Rivera (en krijgt een intieme relatie met hem) en geleidelijk aan ook meer en meer de Mexicaanse traditionele elementen, de arme bevolking, de klederdracht, de maskers, een stilleven met hamer en sikkel, de handen op een spade. Zo verwijzen haar foto’s naar de Duitse beweging van de ‘Arbeitersfotografen’ uit de jaren twintig. De fotografie is dan geen kunst meer, maar een soort pamflet dat op de voorpagina van tijdschriften strijd voert tegen het kapitalisme.

Als ze in 1928 een reportage maakt in de krottenwijk Colonia de la Bolsa wordt ze verliefd op de Cubaanse volksheld Junio Antonio Mella. Een jaar later wordt de man doodgeschoten terwijl hij samen met Tina Modotti het hoofdkantoor van de partij verlaat. Tina wordt van de moord beschuldigd. Later wordt ze ook gezocht in verband met de moord op de president en ze is genoodzaakt om het land te verlaten. Ze reist via Rotterdam naar Berlijn.

Daar kwijnt haar fotografiebelangstelling weg. Later reist ze met een nieuwe minnaar naar Moskou en vandaaruit trekt ze naar Spanje om in de burgeroorlog de gewonde soldaten te verzorgen als verpleegster. In 1942 sterft ze in een taxi, de doodsoorzaak bleef onbekend. Op haar kist ligt een rode vlag, een hamer en een sikkel. Op haar grafsteen staat een gedicht gebeiteld van Pablo Nerudo. Ze liet geen man onbewogen.

De foto’s van de tentoonstelling in de Kunsthal, zijn klein en in zwart-wit, de rode vlag op de schouder van de vrouw wordt donkergrijs, de gezichten in de zon lijken beeldhouwwerken. Symbolen van de Grote Strijd.

Er zijn ook foto’s die Weston en Hagemeyer van haar gemaakt hebben. We proberen in haar gezicht de sentimenten te lezen die we menen te kennen uit haar leven. Het lukt niet echt. Foto’s tonen alleen de buitenkant van de dingen. De rest is stilte.

Tina Modotti, Kunsthal Rotterdam Museumpark, Westzeedijk 341, 3015 AA Rotterdam. Infolijn 010 4400301. Van dinsdag tot en met zaterdag van 10 tot 17u. Zon- en feestdagen van 11 tot 17u. Nog tot 8 april 2001.

Johan De Vos

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content