Goran Bregovic, de komponist van de films van Emir Kusturica, is in ons land voor een koncert. Gesprek met een verscheurd mens.

OP MAANDAGAVOND 14 augustus jongstleden stroomden duizenden mensen samen op het immense, foeilelijke plein voor het Kulturhuset, het Internationaal Kultureel Centrum van Stockholm. Ze waren gekomen om er in een bijna gewijde stilte te luisteren naar een koncert.

Ruim honderd in smoking of zwarte jurk uitgedoste leden van een orkest uit Letland vertaalden de bolletjes en streepjes op hun partituren naar een maalstroom van symfonische klanken. Toch was het geen klassiek koncert. Op gezette tijden deinde het orkestraal geweld een beetje weg om vreemde harmonische of dissonante allianties aan te gaan met enkele scherp-nasale vrouwenstemmen die smachtende liederen zongen in de stijl van “Le Mystère des Voies Bulgares”, met schrijnende vioolklanken van een klein zigeuner-ensemble, met de stomende ritmes van een rockband, met de hoogste kapriolen van een bariton. De man die deze eklektische potpourri had verzonnen, zat in keurig rood pak tussen de rock-artiesten en plukte zo nu en dan wat aan zijn gitaar. Na afloop van het koncert wordt hij vijf, zes keer terug op het podium geroepen en scanderen de verrukte toehoorders “Goran ! Goran ! Goran ! “

Goran Bregovic lacht wat dunnetjes als ik hem de volgende ochtend in zijn hotelkamer herinner aan zijn publiekstriomf van de vorige avond. Hij voelt zich moe, doodmoe. Wat enigszins begrijpelijk is, want de organizatie van het gigantische eenmalige koncert in de Zweedse hoofdstad Bregovic spreekt steevast over “the gig” had heel wat voeten in de aarde. En de vreugde en de ontroering over het weerzien van zijn landgenoten in Stockholm werd overgoten met ettelijke glaasjes tequila en slivovitsj. En natuurlijk is Goran Bregovic het sukses een beetje gewoon. “Ik wil niet blasé klinken, maar ik heb het allemaal al eens beleefd tijdens mijn rockperiode. “

SOUNDTRACK.

De in 1958 uit een Kroatische legerkolonel en een Servische moeder geboren Goran Bregovic bracht het grootste deel van zijn jonge jaren door in Sarajevo. Aan het conservatorium van de Bosnische hoofdstad leerde hij viool spelen. Bregovic : “Maar via platen uit het westen wist ik van de opkomst van de punk. Daarom richtte ik zelf ook maar een rockgroepje op. Ik was nog geen zestien. Het was een goeie reden om niet te moeten studeren. “

Van studeren kwam al helemaal niets meer in huis toen Bregovic in minder dan geen tijd tot een heuse rockster uitgroeide. Met zijn band “Bijelo Dugme” (“Witte Knoop”) werd hij een waar jeugdidool. “We traden op in sportstadions voor meer dan 100.000 mensen, en we begonnen ons echt te gedragen als verwende sterren. We stelden ons aan, we lieten de wildste eisen stipuleren in onze kontrakten,… Eerst vind je zo’n leven leuk, maar na een tijd begin je te walgen van jezelf. God, wat waren we een stelletje verwaande jongens. De muziek die we maakten, was altijd een soort rock verweven met flarden Balkan-folklore. En in onze teksten spuiden we min of meer bedekte kritiek op alles wat met gezag te maken had. We waren tamelijk subversief. Dat kon op dat moment alleen maar in rockmuziek. En dan nog. Af en toe moesten we onze teksten aanpassen aan de eisen en inzichten van lokale politici. Zo ging dat in de jaren tachtig in Joegoslavië. “

In het midden van de jaren zeventig had Bregovic in Sarajevo Emir Kusturica leren kennen, toen amateur-cineast en bassist in een punkgroepje. Kusturica volgde later filmlessen aan de prestigieuze filmschool van Praag en kreeg bij zijn terugkeer in de Bosnische hoofdstad een baan bij de Joegoslavische televisie. Voor zijn filmdebuut “Do You Remember Dolly Bell” kreeg hij in 1981 een Gouden Leeuw in Venetië. Vier jaar later kreeg hij in Cannes een Goude Palm voor “Papa is op Zakenreis”.

Voor zijn derde film vroeg Kusturica aan Bregovic om de soundtrack te schrijven. Bregovic : “Ik accepteerde gewoon omdat Emir een vriend was. Natuurlijk hield ik wel van zijn films. Zijn poëzie, zijn surrealisme, zijn trouwens typisch Joegsoslavisch. Ik denk niet dat men daar in het westen veel van begrijpt, ook al krijgt Emir daar veel prijzen. De beeldentaal van Kusturica is moeilijk toegankelijk voor een buitenstaander. Maar toen ik aanvaardde om de muziek voor Time of the Gypsies te schrijven, was dat voor mij in de eerste plaats een kans om uit het keurslijf van de bekende popster te kunnen stappen. Niemand had verwacht, zeker ik niet, dat de soundtrack zo’n sukses zou hebben. Ik heb er trouwens nog altijd geen verklaring voor. “

“Time of the Gypsies” werd in 1990, dus vlak voor het losbarsten van de burgeroorlog in de Balkan, in Cannes bekroond met de palm voor de beste regie. En van de cd/plaat “Temps des Gitans” gingen meer dan 80.000 eksemplaren over de Franse toonbanken. Een ongehoord aantal voor een soundtrack.

Na “Time of the Gypsies” accepteerde Kusturica een leerstoel aan de Columbia Universiteit in New York. Naar het scenario van een van zijn studenten maakte hij “Arizona Dream”, zijn eerste Engelstalige film met in de hoofdrollen Faye Dunawaye, Jerry Lewis en Johnny Depp. Een vriend van Depp, Iggy Pop, kwam naar de opnames en geraakte op die manier betrokken bij de kompositie die Bregovic maakte voor de soundtrack. Over die samenwerking zegt Bregovic : “Iggy is een vreemde kerel, een man met een goeie smaak die niet graag in één muzikaal hoekje wordt gezet. Hij is voortdurend op zoek naar nieuwe uitdagingen en heeft net als ik lak aan dat opgefokte sfeertje dat rond rocksterren wordt gecreëerd. Het was heel fijn om met hem samen te werken. “

WAANZIN.

“In the Deathcar”, het door Iggy Pop gezongen popperige openingsnummer van “Arizona Dream”, werd een hit in de hele wereld. Ook de soundtrack haalde heel goede verkoopcijfers. Bregovic : “Dat is vreemd omdat de muziek echt bij de filmbeelden hoort. Je kan In theDeathcar wel apart beluisteren, maar de hele plaat is specifiek gekoncipieerd voor de film. Ze geeft er echt een meerwaarde aan. Dat geldt ook voor de jongste prent van Kusturica, Underground. Bij al die films probeer ik elementen uit de Balkan-folklore met elkaar in verbinding te brengen : Griekse, Italiaanse, Roemeense, Bulgaarse, Albanese volksdeuntjes,… Ik werk trouwens graag met zigeunermuzikanten uit Servië, Macedonië, Bosnië,… Natuurlijk is het vandaag niet altijd mogelijk om de juiste mensen bij elkaar te brengen. De landsgrenzen zijn soms onoverkomelijke hinderpalen geworden. “

Bregovic valt stil als hij zonder het goed te beseffen het onderwerp “burgeroorlog” heeft aangesneden. Meteen komt de echte reden van zijn vermoeidheid aan het licht. De oorlog vreet aan hem. De onmacht tegenover zoveel waanzin maakt hem radeloos. Bregovic is willens nillens een wereldburger geworden, die zijn villa aan de Adriatische kust moest opgeven en nu door Amerika en Europa reist met zijn wereldmuziek. Hij mist het kontakt met vrienden en familie in Sarajevo, heeft heimwee naar zijn geboortestreek. Bregovic wordt verscheurd door paradoksen. “Vroeger, in mijn popstertijd, ” klaagt hij, “vertolkten we via onze Balkanrock de gevoelens van ongenoegen die er bij de mensen leefden. Daarom werden we ook zo populair. Ons publiek wist waar onze woede, onze agressie vandaan kwam. We werden trouwens nauwlettend in de gaten gehouden door de overheid, door allerlei politieke instanties. Nu ben ik vrij. Ik reis zonder enige belemmering van mijn appartement in Parijs naar mijn opnamestudio in Belgrado. Maar in ex-Joegoslavië regeert de waanzin. Ik beschouw mezelf nog altijd als Joegoslaaf. Maar dat land bestaat dus niet meer. En aan muziek hebben ze daar blijkbaar geen behoefte. Ik kan niemand uitleggen hoe het zover is kunnen komen met dat land. Ik begrijp het zelf niet. Ik weet alleen dat ik heel veel vrienden en kennissen heb verloren. Ofwel zijn ze dood, ofwel hebben ze een politieke keuze gemaakt die elk gesprek onmogelijk maakt. Vroegere vrienden zijn nu veranderd in aartsvijanden. Ikzelf weiger keuzes te maken. Maar dat is ook een keuze. Want daardoor heb ik mezelf buitenspel gezet, beschouwen velen mij als een vijand. Mijn muziek is een mix van diverse genres, maar de multiraciale boodschap heeft geen gehoor gevonden in de streek waar mijn muzikale wortels liggen. Ach, muziek mag dan wel de zeden verzachten, maar in Joegoslavië is ze machteloos gebleken tegenover het demonische geweld. Waarom is dat geweld zo hoog opgelaaid ? Zijn we echt zo’n onmensen ? Ik weet het niet meer. Het is wel een feit en dat is hier in het westen niet zo bekend dat de media een cruciale rol speelden in de oorlogspropaganda. Kranten, radio en televisie hebben het nationalistisch chauvinisme zwaar aangezwengeld. Een keer dat proces is gang was gezet, was het niet meer terug te draaien. “

PATOS.

Bregovic heeft niet alleen filmmuziek gemaakt voor Kusturica. Tijdens het koncert dat hij in Vorst zal geven, wordt ook werk gespeeld uit “La Reine Margot”, de film van Patrice Chéreau. Maar hij weigert het label filmkomponist. Hij kreeg van diverse grote regisseurs aanbiedingen om muziek te komponeren, maar hij legde ze bijna allemaal naast zich neer. Bregovic : “Ik verkeer gelukkig in de komfortabele situatie dat ik het niet voor het geld moet doen. Als rockster heb ik voldoende verdiend. En dus kan ik rustig mijn eigen weg uitstippelen. Ik wil zeker geen Nino Rota of Michael Nyman worden, komponisten wier werk onlosmakelijk met films is verbonden. Ik ben trouwens lang niet zo goed als zij. Ik zoek nog naar mijn eigen stijl. Ik besef maar al te goed dat mijn muziek lang niet door iedereen wordt gesmaakt. Teveel patos, zeggen sommigen. En misschien hebben ze wel gelijk. Maar wat wil je ? Ik ben nu eenmaal een Joegslaaf ! Zo zijn we ! We hebben een groot hart. We zijn grootmoedige, fantasierijke, dweepzieke, opvliegende mensen. Het ene moment zijn we diep ontroerd door een kinderlach, het volgende slaan we in op het hoofd van onze drinkebroer op café. Al die grillige gevoelens zitten in mijn muziek. Maar ik heb geen zin meer om filmmuziek te maken. Wat dan wel ? Ik heb er geen idee van. Ik heb een klein computertje dat ik overal mee op reis kan nemen en waarmee ik op elk moment kan komponeren. Ik kan overal werken, even goed in mijn hotelkamer in Stockholm als bij vrienden in Israël. Maar wat ik precies ga doen, weet ik momenteel echt niet. Momenteel is alles zeer verward in mijn hoofd. “

Edward van Heer

120 musici en koorzangers voeren de muziek van Goran Bregovic uit in Vorst Nationaal op donderdag 26 oktober om 20 uur. Inl. (02) 245.88.88.

De Belgische première van de nieuwe film “Underground” van Emir Kusturica vindt plaats op 25 oktober in het kader van het Filmfestival in Gent.

Goran Bregovic, gewezen rockster, filmmuziekkomponist en vooral Joegoslaaf : “Alles is zeer verward in mijn hoofd. “

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content