In de stellingenoorlog tussen pers en gerecht kwam het tot werkbare vredesvoorstellen. Dat gebeurde begin december, na een colloquium in de senaat.

EEN regeerakkoord houdt altijd meer in dan de tekst laat vermoeden. Geen toeval dus dat de rooms-rode regering, die met Agusta-onthullingen op de achtergrond werd ontbonden en na verkiezingen opnieuw werd gevormd, “het belang van het geheim van het onderzoek benadrukt, niet enkel met het oog op het behoud van het vermoeden van onschuld, maar ook om een gebrekkige werking van het onderzoek te voorkomen. ” Geen toeval ook dat deze rooms-rode regering, in het kader van een vereenvoudiging van de assisenprocedure, aan het parlement vraagt “om de korrektionalizatie van de persdelikten te onderzoeken”. Die behoren (vooralsnog ?) immers tot de bevoegdheid van het hof van assisen, dat in dit verband nauwelijks of niet wordt gevat en de pers zodoende een feitelijke straffeloosheid verzekert die sommigen ergert.

En het is al evenmin toevallig dat de regering verwacht dat “tijdens deze legislatuur de principes van de ministeriële verantwoordelijkheid definitief worden ingevuld. ” Die wet laat al 164 jaar op zich wachten. Het ontwerp, dat uiteindelijk in september door de regering werd goedgekeurd en verder (uitsluitend) in de kamer wordt behandeld, wil zelfs de parlementsleden het zwijgen opleggen, als zij “informatie vrijgeven waarvan ze kennis hebben genomen tijdens de uitoefening van de opdrachten die hen door of krachtens deze wet zijn toevertrouwd. ” Op die manier wil de regering dus andermaal een grondwettelijk recht beknotten. Om niet alleen de pers, maar ook het parlement te sanctioneren als het in strafrechtelijke aangelegenheden, zoals het Agusta-onderzoek, geneigd zou zijn door mogelijke lekken interpellaties of persartikels te inspireren.

Ook het gerecht zette alles op alles om lekken te dichten in de Luikse smeergeld-onderzoeken naar de Agusta- en Dassault-aankopen en naar al hetgeen verband kan hebben met de onopgehelderde moord op PS-voorman André Cools op 18 juli 1991. Zo werden op 23 juni 1995, in opdracht van het hof van kassatie, huiszoekingen uitgevoerd bij de Luikse prokureur-generaal Léon Giet, zijn advokaat-generaal Armand Spirlet en bij journalisten van de RTBF, Le Soir, Le Soir Illustré en De Morgen, plus op hun redakties.

De journalisten hebben in reaktie daarop trouwens, samen met de Algemene Vereniging van Beroepsjournalisten van België (AVBB), klacht met burgerlijke partijstelling ingediend tegen onbekenden wegens schennis van de woonst en van enkele grondwettelijke vrijheden. Uiteindelijk werden bij hen zoveel dossiers, gegevens en bestanden in beslag genomen dat niet alleen de persvrijheid maar ook hun dagelijks werk gehypotekeerd werd. Intussen geraakte de pers ook betrokken in de soms nogal ijdele pogingen van sommige socialistische politici om met het gerecht af te rekenen. Getuigen daarvan de leugenachtige, zelfs smadelijke uitlatingen van kamerleden Renaat Landuyt (SP) en Claude Eerdekens (PS).

DIALEKTIEK.

En toen was het 1 september, de dag van de heropening van het gerechtelijk jaar en van de mercuriales. Prokureur-generaal bij het hof van kassatie Jacques Velu en prokureur-generaal bij het hof van beroep in Brussel André Van Oudenhove en zijn advokaat-generaal Jacques De Lentdecker sneerden niet alleen naar de pers en de politiek. Zij deden ook voorstellen om de relaties tussen pers en gerecht te formalizeren, om perslekken te dichten en om de pers even makkelijk als fors te bestraffen indien zij het geheim van lopende gerechtelijke onderzoeken zou schenden of artikels zou publiceren die als “pressie” op het gerecht kunnen geïnterpreteerd worden. En mocht de journalist dan al het recht krijgen zijn bronnen wettelijk te beschermen, dan zou eerst moeten bewezen zijn dat het om geoorloofde bronnen gaat.

De toon was gezet. De pers en de persbond reageerden andermaal heel fel, maar de CVP-kamerfraktie weerhield toch enkele van Velu’s voorstellen om, onder andere, het vermoeden van onschuld via een extra wet afdwingbaar te maken tegenover de pers. Die zou, mits beperkingen, wel een wettelijk bronnengeheim krijgen. De VLD van zijn kant diende een wetsvoorstel in dat het journalistiek bronnengeheim verregaander zou beschermen. Terwijl de SP wetsvoorstellen neerlegde om preventieve censuur voortaan onmogelijk te maken en het gebruik van het recht van antwoord voor alle betrokkenen te optimalizeren.

Intussen had de justitieminister, in het vooruitzicht van het senaatscolloquium over “Justitie en Pers” op 7, 8 en 9 december, aan de professoren Henri Bosly (UC Louvain), David D’Hooghe (KU Leuven) en Dirk Voorhoof (Universiteit Gent) terzake advies gevraagd. De minister zelf bleef in debatten en interviews pleiten voor de korrektionalizering van persmisdrijven, voor een beperkt bronnengeheim en zelfs voor een orde van journalisten. Ondanks afwijzende reakties van de pers en de Algemene Vereniging van Beroepsjournalisten.

Toen ook de drie professoren, bepaalde van hun kollega’s, de pers en de politici (met uitzondering van de PRL-FDF-woordvoerder) na twee dagen konfereren in de senaat voldoende tegenwind hadden geblazen, stippelde justitieminister Stefaan De Clerck (CVP) een andere koers uit. Geen sprake meer van de korrektionalizering van persdelikten of van hoog oplopende boetes bij veroordelingen door burgerlijke rechtbanken. Liefst ook geen preventieve censuur of orde van journalisten, hoewel De Clerck die problemen voort wil uitpraten. Inmiddels vraagt hij dat een verregaand journalistiek bronnengeheim wettelijk erkend geraakt, dat de wet op het recht van antwoord voor alle betrokkenen geoptimalizeerd wordt, dat de journalisten hun eigen deontologische normgeving doen eerbiedigen en dat het gerecht de nodige strukturen opzet om ernstig met de pers te kommuniceren. Het bestand dat de justitieminister op 9 december voorstelde, kan in de komende maanden tot een werkbare vrede leiden.

F.D.M.

Justitieminister Stefaan De Clerck (links) met prokureur-generaal Jacques Velu : uiteindelijk kwam het tot persvriendelijke voorstellen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content