Mark Elchardus
Mark Elchardus Hoogleraar sociologie aan de Vrije Universiteit Brussel

Losbandigheid, zo schreef Sade in Juliette, ‘veronderstelt dat men alle remmen losgooit, een absoluut misprijzen heeft voor alle vooroordelen, alle culten en geloof terzijde schuift, de meest grondige afkeer koestert van elke moraal’. In de werken die hij heeft nagelaten, staat grafisch, hoewel houterig beschreven hoe dat kan en moet – moet vooral, want, zo meent Sade, men is slechts deugdzaam omdat men niet rijk of machtig genoeg is om ondeugdzaam te zijn. In literaire kringen, waar de drang naar onderscheiding en de fascinatie met macht bijzonder groot blijken, wordt welwillend over Sade gesproken en geschreven. Willem Frederik Hermans onderkende in diens kijk op mens en samenleving iets heel authentieks. ‘De moraal, de theologie, het recht of de polemologie spelen een rol in de menselijke komedie’ meende Hermans, ‘maar het blijft een rol en het blijft komedie.’

De literaire fascinatie met het sadistische universum heeft niets met vrije meningsuiting te maken, alles met macht. Net zoals in sommige primitieve samenlevingen de sjamaan zijn bijzondere status onderlijnt door bloed te drinken en fecaliën te eten, zo kan de literator zich van de gewone sterveling onderscheiden door, minstens op de toetsen van zijn pc, de conventies en de moraal met voeten te treden. De echte confrontatie met ondeugd en sadisme is dan altijd ontnuchterend, in de kooi van Dutroux als in de kerkers van Abu Ghraib.

Iedereen zag inmiddels de foto’s van de onwaarschijnlijke Juliette. Voor ze naar Irak trok, heette ze Lynndie. Ze groeide op in een woonwagen (wat in Kentucky niet hetzelfde betekent als in België), oogt jongensachtig en tekende voor het leger om haar studies te betalen. Zij houdt de leiband van de Iraakse gevangene onhandig vast. Heel anders dan in de film van Pier Paolo Pasolini over het fascistische, sadistische universum Salò, maar het is Juliette, onmiskenbaar. De vrolijke libertijnen, Noirceuil, pastoor Chabert en co zijn vervangen door logge soldaten, maar ook zij maken zich vrolijk over de naakte lichamen aan hun voeten. Zij dragen nu wel rubberhandschoenen. Hygiënische vooruitgang.

Als het grote grensverleggen echt in ons midden opduikt, proberen we het snel uit te drijven. Volgens de Amerikaanse woordvoerders is het allemaal bijzonder on-Amerikaans; voor anti-Amerikanen is het typisch Amerikaans. Het is, met andere woorden, nooit van ons. Uitdrijven gaat echter niet. Er zit te veel van ons in die soldaten en we hebben ons nog niet eens in de pijnlijkste spiegels bekeken. Er komen nog gruwelijker foto’s, meer uitgesproken ‘sadistisch’, aldus de Amerikaanse oorlogschef Donald Rumsfeld. Nieuw is de digitale camera en het gemak waarmee foto’s op internet worden geplaatst. Had dat eerder bestaan, we zouden weten dat dergelijke gruwel en erger, in elke oorlog, in haast elk gevangenenkamp opduikt. Belangrijk is het dus situaties te vermijden waarin mensen zo grensverleggend worden. Als we die situaties niet kúnnen vermijden, moeten we de graden van het kwaad zorgvuldig tellen: hoe minder vernedering, hoe minder misbruik, hoe minder mishandeling, hoe beter. Pragmatische goedheid doseert het kwaad. Daarover horen we van de Amerikaanse leiders vooralsnog weinig. Op de hoorzitting van Rumsfeld stelde John McCain een interessante vraag: aan welk privé-bedrijf werd het ondervragen van de gevangenen uitbesteed? McCain, die ooit een poging deed om de presidentskandidaat van zijn partij te worden, heeft jaren in Vietnamese gevangenissen doorgebracht. Hij kent het sadistische universum. Op zijn vraag kwam geen antwoord.

In Abu Ghraib konden alle wetten worden overtreden, behalve die van de markt.

Mark Elchardus

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content